Dat zei ds. A. J. Mensink gisteren tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in Putten.

De voorzitter van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland stond in zijn openingswoord ”Een psalmenreveil” stil bij Efeze 5:15-21. „Volgens Efeze 5 bestaat er een sterk verband tussen de vervulling met de Heilige Geest en het zingen”, zo begon ds. Mensink. „Wij ontvangen de vervulling met de Heilige Geest door te zingen. Daarom is het nooit om het even wát wij zingen, en hebben wij er in kerk en gemeente op toe te zien dat de liturgie het belijden volgt en niet andersom.”

Zaterdag wordt in Monnickendam het nieuwe Liedboek gepresenteerd. Ds. Mensink: „Dr. B. Wentsel stelt in zijn Grote Protestantse Katholieke Catechismus terecht de prangende vraag: „Stijgt het lied uit boven de waarheid? Hebben dichters meer vrijheid dan exegeten? Zijn liedboeken de huidige confessie geworden?” Met deze vragen kijken we vooruit naar zaterdag, maar keren wij ook een ogenblik tot onszelf in.”

In het leidinggeven aan de bezinning op de liturgie zoekt het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond zich „voortdurend te verstaan met de Schrift, maar ook met onze eigen geschiedenis, en met de ontwikkelingen in kerk en gemeenten.” Binnen dit proces stond de predikant uit Krimpen aan den IJssel gistermiddag stil bij „de eigen, unieke betekenis van de psalmen. Met name vragen we aandacht voor de psalmen, omdat de gereformeerde spiritualiteit er zo mee verweven is. Ze omvatten het hele leven coram Deo, met alles wat zich daarin afspeelt aan vreugde en verdriet, aan lijden en strijd, aan zonde en gebrokenheid; de psalmen leren ons met al deze gegevenheden van het leven in de vreze des Heeren om te gaan.”

De spiritualiteit van de psalmen is de spiritualiteit van het nochtans, vervolgde ds. Mensink. „In de psalmen worden de beide werkelijkheden van onze realiteit en van Gods Woord aan elkaar verbonden op de wijze van het nochtans.” Het verlies van de psalmen zal leiden tot verlies in de prediking, aldus de voorzitter. Terecht worden er volgens hem vragen gesteld bij de zingbaarheid van de berijming van 1773. In het jaarverslag geeft het hoofdbestuur dan ook aan met waardering kennis te hebben genomen van de herziening van enkele psalmen door een daartoe aangestelde commissie, die vervolgens de opdracht kreeg deze herziening voort te zetten.

Tijdens de vragenronde blijkt dat niet alle leden op een herziening van 1773 zitten te wachten. Waarom kunnen de berijmingen van 1773 en 1968 niet naast elkaar worden gebruikt? De berijming van 1968 was volgens het hoofdbestuur destijds minder christologisch, geeft ds. Mensink aan. „En ze bevat taalgebruik dat even bevreemdend is als 1773.”

Ook werd het hoofdbestuur bevraagd op zijn visie op het ontstaan van het HJW. Dit is een platform voor hervormd jeugdwerk, naast de bestaande jeugdbond, de HGJB. Ds. Mensink: „Het is niet aan ons om hier veel over te zeggen, maar we hebben de intentie om een tweedeling te voorkomen. Die intentie is door alle partijen uitgesproken in de gesprekken die gevoerd zijn. Tweesporigheid moet wat ons betreft zo tijdelijk mogelijk zijn. De HGJB moet de paraplu zijn waar iedereen onder schuilt.”

Aan het eind van de middag ging het hoofdbestuur met de leden in gesprek over het onderwerp ”Hervormd én evangelisch”, naar aanleiding van een studiedag in november 2012 over dit thema.

De emeritus predikant dr. J. Broekhuis uit Barneveld constateerde dat het initiatief voor een gesprek tussen de kerk en evangelischen altijd van de kerk moet uitgaan. „Moderne evangelischen proberen de kerk leeg te zuigen, in plaats van het Evangelie te verkondigen. Laten we als kerk niet al te soft zijn en ook alert zijn op het feit dat rond discussie over dit onderwerp familierelaties stuk gaan.”

Jaarthema ”Christus en de machten”

PUTTEN. Tijdens het avondprogramma van de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland sprak ds. P. H. van Trigt over het jaarthema ”Christus en de machten”.

In zijn lezing vroeg het bestuurslid van de bond aandacht voor de begrippen ”scheppingsmandaten” en ”machten”. „Scheppingsmandaten zijn opdrachten gegeven door de Schepper.”

Het begrip macht heeft in de Bijbel een dubbele betekenis. „Macht betekent ten eerste dat iemand of iets het vermogen heeft om te handelen en ten tweede dat hij ook de bevoegdheid of het gezag daartoe heeft.”

Als christenen binnen deze structuren van de Geest van Christus leven, functioneren deze mandaten en machten als een goede ‘bedijking’ voor de chaos en ontwrichting van schepping, maatschappij, gezin en kerk, aldus ds. Van Trigt. „Wanneer deze mandaten, structuren en machten én de mensen die deze aansturen en daarbinnen leven, los van Christus hun eigen gang gaan, keren die structuren en machten zich juist tegen ons, ons ten kwade.” Als voorbeeld noemde de predikant de gemeenten in Klein-Azië, als „terrein dat door de boze is terugveroverd.”