Commentaar: Integriteit valt niet aan te leren
Binnen de VVD is het plan opgevat om liberale bestuurders naar een integriteitscursus te sturen. Daarnaast moeten VVD’ers die actief zijn of worden een code ondertekenen waarin ze beloven integer te handelen.
Deze stappen worden gezet omdat het imago van de partij is beschadigd door het corrupte handelen van twee bestuurders. Ex-wethouder Van Rey uit Roermond wordt verdacht van fraude en tegen de Noord-Hollandse oud-gedeputeerde Hooijmaijers is een beschuldiging van corruptie en omkoping ingebracht. Die twee gevallen hebben een smet geworpen op het blazoen van de liberalen.
Dat de VVD dit niet aangenaam vindt, is alleszins te begrijpen. Dat de liberalen deze wanpraktijken willen aanpakken, eveneens. Het is voor een partij dodelijk als er vragen gesteld gaan worden bij de betrouwbaarheid van bestuurders.
Wanneer een partij of groep af wil van een besmet blazoen is dat alleen mogelijk wanneer ze volledige schoonmaak houdt. Dat betekent: radicaal afscheid nemen van de mensen die ontoelaatbaar gedrag hebben vertoond. Tegen die achtergrond is het bizar dat sommige Limburgse VVD’ers nog praten over een plaats van Van Rey op een lijst voor verkiezingen.
De partijvoorzitter van de liberalen, Korthals, wil vanzelfsprekend in de toekomst niet weer met dergelijke affaires worden geconfronteerd. Vandaar dat hij actie onderneemt en de integriteitscode en een -cursus wil introduceren. Zaterdag zal hij op het partijcongres daartoe een voorstel doen.
Op zichzelf zijn codes met afspraken over ethische kwesties niet ongebruikelijk. Ze geven helderheid over hetgeen waarop mensen, organisaties en bedrijven aanspreekbaar zijn. Maar het probleem is dat de controle op naleving van de codes vaak lastig is, vooral ook omdat sancties moeilijk zijn. Daardoor zijn ze vaak niet effectief. Op zijn best gaat er een signaalfunctie van uit.
Bovendien moeten bestuurders bij het aanvaarden van hun functie een eed of belofte afleggen. Dat zou genoeg moeten zijn. Dat die kennelijk niet meer zo is, is een veeg teken.
Grotere vragen zijn er nog te stellen bij het idee een integriteitscursus op te zetten. Dat suggereert dat integriteit te leren valt. Dat valt ernstig te betwijfelen.
Integriteit is een persoonlijke eigenschap, een karaktereigenschap, van een individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar. Een integer persoon beschikt over de intrinsieke betrouwbaarheid. Hij zegt wat hij doet en doet wat hij zegt. Hij heeft geen verborgen agenda en hij veinst geen emoties.
Ieder die daar even over nadenkt, snapt dat eerlijkheid, oprechtheid en betrouwbaarheid eigenschappen zijn die een mens heeft of niet. De in 1994 overleden minister van Binnenlandse Zaken Dales, die integriteit van bestuur hoog op de agenda zette, zei ooit zeer terecht: „Een beetje betrouwbaar zijn, bestaat niet.”
Integriteit is een karaktereigenschap die niet valt aan te leren. Daarom is een integriteitscursus wel een aardig idee, maar feitelijk een lege huls.