Opinie

Geen kinderen?

„Of we kinderen hebben? Ehh, nee.” „Wil je ze niet of gaat het niet?” „Nou, ze zijn heel erg welkom maar het gaat niet vanzelf.” „Oh. Nou joh, je bent nog jong. Dat komt wel. Weet je, ik ken ook een stel, en daar ging het ook niet makkelijk. Pas toen ze jaren getrouwd waren, is er toch een zoon geboren. En daarna nog twee dochters.”

Dr. Dirk de Korne
22 May 2013 11:30Gewijzigd op 15 November 2020 03:41

Vruchtbaarheid is een teer onderwerp. Stoornissen komen echter vaak voor. Naar schatting krijgt 10 tot 15 procent van de Nederlandse paren ermee te maken. Het zit in de sfeer van kansen. Bij normaal vruchtbare paren is de maandelijkse kans om zwanger te raken ongeveer 25 procent. Deze kans neemt af bij het stijgen van de leeftijd van de vrouw. En als er vruchtbaarheidsproblemen zijn. Dat kan te maken hebben met de vrouw (ongeveer 30 procent), de man (ook ongeveer 30 procent) of een combinatie van beiden (ook 30 procent). Bij de overige 10 procent kunnen geen afwijkingen gevonden worden die bestaande verminderde vruchtbaarheid verklaren. En laten mijn vrouw en ik nou bij die 10 procent horen. Medisch gezien is er geen probleem te vinden, maar het gebeurt niet. Terwijl het wel kan! Want twee jaar geleden was er een miskraam na tien weken. Al die 118 andere eisprongen dat we getrouwd zijn niet. Maar dat zie je natuurlijk niet aan de buitenkant.

Daar zie je een stel van begin dertig. Goed opgeleid. „Die zullen nog wel niet aan kinderen beginnen, dat zie je wel vaker bij dat soort mensen.” Of: „Heerlijk dat jullie nog geen kinderen hebben, dan kun je makkelijk zoiets doen als in het buitenland gaan werken.” Dan kan ik het vaak niet laten om fijntjes te vermelden dat mijn zusje en haar man voorbereidingen treffen om in Ethiopië te gaan wonen en werken. Met drie jonge kinderen. Als God een plek wijst, is het zaak te volgen. Met of zonder kinderen. En als je belijdt dat het leven in Gods hand is, moeten kansberekeningen in breder verband worden gezien. Ieder leven heeft een doel. Ook daar weten anderen je soms feilloos op te wijzen. Met of zonder woorden.

Al aan adoptie gedacht? Oh, jullie komen straks zeker met een klein Chineesje aanzetten. Weet je dat er ook veel pleegoudergezinnen nodig zijn? En hoe bijzonder het is dat je veel kunt betekenen voor anderen als je zelf geen kinderen hebt?

Er niet over spreken is ook een optie. Het gaat over van alles, maar nooit over dat. Zelf ben ik een gesloten Zeeuw als het gaat over het persoonlijke. Dat helpt natuurlijk ook niet mee. Vaak vindt men juist dat je er zelf over moet beginnen en een opening moet geven. Als je over iets niet praat, bestaat het ook niet. Maar ondertussen houdt het je wel dagelijks bezig. Belijden dat het in Gods hand ligt is één ding, het werkelijk geloven is een tweede.

Sommigen hebben Bijbelse troost paraat. De geschiedenis van Abraham en Abime­lech bijvoorbeeld, uit Genesis 20. Abraham zegt dat Sara zijn zus is, waarna zij door koning Abimelech tot vrouw wordt genomen. God slaat de hele familie van Abimelech met onvruchtbaarheid. Het moet toch best even geduurd hebben voordat je daar achter bent. Echter, op één gebed van Abraham geneest God „zodat zij baarden.” Op één gebed. Terwijl Abraham zelf al jaren bad om een kind. Zou God dan niet machtig zijn ook die ene baarmoeder te openen? In het volgende hoofdstuk wordt Izak geboren.

Over vruchtbaarheidsstimulerende maatregelen zegt de Bijbel niet zo veel. Sara nam eerder het heft in eigen hand en regelde een bijwijf voor haar man. De dochters van Lot kregen kinderen bij hun vader. Voor het afwegen van ethische vragen bij het gebruik van de vandaag gebruikte technieken biedt dit weinig houvast. Wetenschappelijke inzichten hebben veel zegen gebracht. Maar ook veel nieuwe vragen. Een terrein waarop heel wat wordt afgeworsteld.

Abraham had een belofte. Die heb ik niet. Waarom zou ik niet de laatste in een geslachtsrekening zijn? Een Chinees gezegde zegt dat een man drie taken heeft in het leven: een boom planten, een boek schrijven en een zoon op de wereld zetten. Een boek heb ik geschreven. Zeker vier bomen gepland. En verder ben ik volger van Christus, niet van Confucius.

De auteur is als adjunct-directeur en universitair docent betrokken bij een academisch ziekenhuis in Singapore. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer