Daarin stelt de regering dat de Japanse economie een geleidelijk herstel vertoont, dat de komende maanden waarschijnlijk doorzet. Daarmee is de boodschap voor het eerst sinds het begin van het jaar positiever dan in de voorgaande maand. In april werd nog benadrukt dat er zwakke plekken waren in de economie.

Vorige week bleek al dat de Japanse economie in het eerste kwartaal sterker is gegroeid dan verwacht, mede dankzij het stimuleringsbeleid dat onder leiding van premier Shinzo Abe is ingezet. De regering verwacht dat het beleid ook de komende maanden zijn vruchten zal afwerpen en dat de economische groei en de export verder zullen herstellen.

Het stimuleringsbeleid heeft de afgelopen maanden onder meer gezorgd voor een sterke daling van de yen, die sinds het begin van dit jaar ongeveer een vijfde van zijn waarde heeft verloren ten opzichte van de dollar. Die devaluatie is gunstig voor de Japanse export, omdat Japanse producten zo goedkoper worden voor buitenlandse klanten.

Tegelijkertijd zorgt de zwakkere yen ervoor dat geïmporteerde producten duurder worden. Die ontwikkeling past in de inflatiedoelstelling van de regering. Die wil eindelijk een einde maken aan de al jaren durende deflatie in het land, een situatie waarin het gemiddelde prijspeil jaar na jaar zakt.

Minister van Economische Zaken Akira Amari waarschuwde maandag echter dat een verdere daling ook mindere kanten heeft voor de gewone Japanner. „Als de yen sterk verder verzwakt, heeft dat negatieve gevolgen voor welvaart. Het is onze taak om die gevolgen te beperken”, stelde hij.

Amari waarschuwde ook voor de stijgende rente op Japanse staatsobligaties, die mede door het economische beleid wordt veroorzaakt. Het agressieve monetaire beleid maakt aandelen aantrekkelijk en heeft de afgelopen tijd gezorgd voor een sterke opmars van de aandelenkoersen. In reactie daarop is de vraag naar obligaties gedaald, waardoor de rente oploopt.