„Kerk overleeft door zich in te zetten voor vervolgde kerk”
Het christendom stabiliseert in Afrika, terwijl de islam met een opmars bezig is, zegt Afrikakenner ds. Arne Mulders. Die verloopt niet altijd vreedzaam.
Ds. Mulders, die voor Open Doors in West- en Centraal-Afrika werkt, ziet dat de invloed van de islam sterk is toegenomen in landen als Tsjaad, Ivoorkust en de Centraal-Afrikaanse Republiek. Hij sprak woensdag in Putten tijdens een studiedag van Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen. De bijeenkomst voor predikanten en voorgangers trok een kleine honderd mensen en is een voorbereiding op de Zondag voor de Vervolgde Kerk, op 26 mei.
Ds. Mulders erkent dat sommige christelijke leiders in Afrika vroeger nogal eens onchristelijk handelden. Ze trokken christenen voor of verrijkten zich met gemeenschapsgeld. Hij stelt dat de christelijke kerk daar nog veel moet leren.
Tegelijk is het voor christenen erg moeilijk om in landen met een grote moslimmeerderheid te leven. Vooral moslims die overgaan tot het christendom hebben het moeilijk. De predikant toont een foto van een aantal meisjes in Guinee die op de grond liggen. „Ze waren bezeten door demonen. Er was geen sprake van epilepsie, maar er waren geestelijke krachten in het spel. Moslims die christen worden, krijgen soms daadwerkelijk te maken met occultisme.” Hij laat ook een foto zien van een echtpaar dat een christelijk opvanghuis runde in een moslimwijk. De kinderen mogen geen christen worden. Het echtpaar hoopt dat de kinderen van deze kinderen christen worden.
In Nigeria en Sudan is het nog veel gevaarlijker dan in Guinee, zo zegt Illia Djadi, een christelijke journalist uit Niger. Niger is een van de nieuwe Afrikaanse landen op de Ranglijst Christenvervolging van dit jaar. Djadi noemt Nigeria een van de gevaarlijkste plaatsen op aarde voor christenen. Begin deze maand kwamen in het Oost-Nigeriaanse district Wukari nog 39 mensen om het leven. Geweld is in Nigeria zo gewoon geworden dat kleine aantallen doden de pers niet halen. „De afgelopen jaren zijn er 700 à 900 christenen gedood en zijn vele anderen gevlucht. Wie blijft, verkeert permanent in gevaar. Geweld is vooral gericht op de omverwerping van de regering, die geleid wordt door een christen. De situatie in Sudan is overigens niet veel beter.”
Christenen in Nigeria, die in een filmfragment aan het woord komen, verduidelijken hoe moeilijk het is om niet te vluchten of geen wraak te nemen. Ze vragen om gebed, opdat ze zullen volharden.
Volgens de oprichter van Open Doors, Anne van der Bijl, zijn de overlevingskansen van de kerk in het Westen afhankelijk van de mate waarin ze zich inzet voor de vervolgde kerk. Dat kan ook door naar andere religies te kijken. „Het is belangrijk om moslims vriendschap, hulp en sympathie te bieden en hen niet te zien als vijanden, wat velen wel doen. Ons denken moet veranderen. We mogen moslims niet verachten en verstoten. Ze zijn onze vrienden.”
Het argument dat moslims niet geloven dat Jezus de Zoon van God is, gaat niet op, zegt Van der Bijl. Joden geloven dat immers ook niet. Zelf spreekt en bidt hij regelmatig met moslims, ook met fundamentalisten.
Van der Bijl roept in Putten op de barrière tussen christenen en moslims te doorbreken en te proberen hun hart te bereiken. „Problemen met moslims doen onze opdracht om vriendschap met hen te sluiten niet teniet.”
Zondag voor vervolgde kerk
Open Doors organiseert op 26 mei, de zondag na Pinksteren, de Zondag voor de Vervolgde Kerk. De organisatie, die deze themazondag ruim 25 jaar organiseert, heeft voor deze datum gekozen omdat de eerste christenen al direct na de pinksterdag moesten lijden om hun geloof. Voorafgaand is er een Nacht van Gebed.
Tijdens de studiedag gisteren besprak ds. Ron van der Spoel, adjunct-directeur kerk en theologie bij Open Doors, een preekschets over de vervolgde kerk. Als tekst koos hij Romeinen 5:1-4; als thema ”Houd vol met Jezus”. Hij gaf aan dat vervolgde christenen kunnen vluchten, terugslaan of volharden. Volharden is een keuze. „Als je niet volhardt, zul je niet ontdekken hoe God bij je is.”