Laat ons in alle geestelijke en lichamelijke noden onze toevlucht nemen tot de grote Medicijnmeester, de Heere Jezus Christus. Hij kan ons helpen en Hij wil ons helpen, niet alleen naar het lichaam, maar ook naar de ziel.O geliefden, is Christus die grote Heelmeester, laat ons Hem dan dagelijks bidden of Hij onze zonden wil vergeven. Hij kan dat en Hij wil het. Is onze ziel benauwd, laten wij Hem aanroepen. Liggen wij ziek of in doodsnood wanneer wij van angst en smart niet weten waar wij blijven moeten? Laten wij dan onze harten opheffen tot deze hemelse Medicijnmeester en Hem om hulp roepen. Hij zal maken dat wij de smart van de dood kunnen dragen. Hij is goedertieren. Hij is Almachtig. Hij is getrouw, Hij zal ons niet meer opleggen dan wij kunnen dragen.

U zult mij vragen wie toch de patiënten van deze Medicijnmeester zijn. Dat leert de Heere Jezus in onze tekst: „Zo iemand Mijn Woord bewaart.” Dit woordje ”Iemand” geeft te kennen dat deze Medicijnmeester allen wil helpen die tot Hem komen, rijk of arm, jong of oud. Als ze maar in een waar geloof tot Hem de toevlucht nemen. Hij is voor al de Zijnen gestorven. Dus zal Hij ook al de Zijnen het eeuwige leven geven. Zij zullen de eeuwige dood niet zien in der eeuwigheid.

J. G. Pruschenccius, predikant te Rotterdam (Geestelijke medicyn tegen de dood, 1670)