Groningen: Zuiderzeelijn kan zonder EU-subsidie
De aanleg van de snelle treinverbinding tussen de Randstad en het Noorden, de zogenaamde Zuiderzeelijn, is niet afhankelijk van Europese subsidie.
Dat de verbinding niet in aanmerking komt voor die subsidie, zoals deze week bekend is geworden, betekent niet dat de lijn niet kan worden aangelegd.
Dat heeft de commissaris van de Koningin in Groningen, H. Alders, vrijdag laten weten. Alders is voorzitter van de Stuurgroep Zuiderzeelijn, die werkt aan de realisatie van een snelletreinverbinding.
Volgens de provincie heeft het kabinet al in 2001 besloten 2,73 miljard euro beschikbaar te stellen voor de aanleg van een Zuiderzeelijn, in een nog nader te bepalen variant. Daarbij is men uitgegaan van een bijdrage van het Rijk en de regio. De laatste heeft inmiddels 1,02 miljard euro toegezegd voor een magneetzweefbaan en 0,23 miljard voor een variant van een hogesnelheidslijn.
Pas na een prijsvraag, waarbij de marktpartijen hun ideeën en hun bijdrage bekendmaken, kan duidelijk worden in welke variant de Zuiderzeelijn kan worden aangelegd, aldus een woordvoerder van de provincie.
Volgens Groningen legt het missen van de Europese subsidie geen grotere druk op de bijdrage van het Rijk en de regio, omdat die al zijn vastgesteld. Het uitblijven ervan kan hooguit consequenties hebben voor marktpartijen bij het maken van biedingen in het kader van de prijsvraag.
De provincie sluit niet uit dat de Europese Unie in de toekomst alsnog subsidie voor het project toekent. De richtlijnen voor de subsidie aan Trans-Europese Netwerken worden op dit moment herzien. Er komt een nieuwe lijst met projecten die na 2006 voorrang krijgen. Dat biedt kansen om de verbinding later alsnog voor Europese subsidie aan te melden, aldus Groningen.