Het museum blijft vooralsnog bij het besluit de expositie ”Het kwaad in de spiegel: nazi-symbolen/recente kunst” op 17 maart te openen. Onderdelen daarvan zijn een Lego-concentratiekampbouwdoos van Zbigniew Libera en een fotomontage van de beroemde foto van de bevrijding van Buchenwald waarop de kunstenaar Alan Schechner zichzelf met een flesje cola heeft afgebeeld.

Voorzitter Menachem Rosensaft van genoemde vereniging vraagt zich af waarom het Joods Museum zijn reputatie te grabbel gooit met een tentoonstelling waarop de jodenvervolging wordt gebagatelliseerd. De expositie is volgens hem een belediging voor de overlevenden van de holocaust en voor familieleden van de slachtoffers, meldt The Jewish Week uit New York.

Hij waarschuwt het museum voor verstrekkende gevolgen als de tentoonstelling doorgaat. Hij overweegt dan met gelijkgezinden voor het museum te demonstreren. Het museum is overigens niet van plan de expositie af te gelasten, zegt directeur Joan Rosenbaum.

De Amerikaanse Bond van Joodse Overlevenden van de holocaust is „in gesprek” over de tentoonstelling, maar uit nog geen dreigementen. „Onze wonden zijn nog niet geheeld. Wij zijn er nog niet aan toe en wij betreuren dat het Joods Museum dit doet”, zegt voorzitter Bejamin Meed.

Voorstanders van de tentoonstelling wijzen op het educatieve element ervan. Het Joods Museum is het eerste museum dat een tentoonstelling organiseert gewijd aan een nieuwe trend in de kunst. Daarin staan niet de slachtoffers, maar de daders van de holocaust centraal.

De curator van het museum, Norman Kleeblatt, kwam in 1997 op het idee van de tentoonstelling toen Libera zijn concentratiekampbouwdoos van Legosteentjes te koop aanbood. Inmiddels heeft de Deense speelgoedfabrikant Lego laten weten dat Libera onder valse voorwendselen toestemming had gevraagd om Legosteentjes voor een kunstwerk te gebruiken.