Opinie

Betrek leraren en ouders bij passend onderwijs

Leraren en ouders moeten snel betrokken worden bij het vormgeven van passend onderwijs, vinden Nico Broer, Lydia van Hartingsveldt, Cora Mallegrom, Arie Visser en Jan de Waard.

Nico Broer, Lydia van Hartingsveldt, Cora Mallegrom, Arie Visser en Jan de Waard.
3 May 2013 17:49Gewijzigd op 15 November 2020 03:24
Omgaan met steeds grotere verschillen tussen kinderen vraagt veel van leraren.  beeld Sjaak Verboom
Omgaan met steeds grotere verschillen tussen kinderen vraagt veel van leraren. beeld Sjaak Verboom

Vanaf 1 augustus 2014 moeten leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben vaker een passende plek krijgen in het reguliere (basis)onderwijs. Tot nu toe is de invoering van dat zogenoemde passend onderwijs vooral een bestuurlijke en organisatorische zaak. Een recent onderzoek van CNV Onderwijs onder ruim 2200 leden onderstreepte dat leraren nog niet klaar zijn voor de realisatie ervan.

Daarom is het goed dat staatssecretaris Dekker onlangs in de Tweede Kamer aandacht vroeg voor de rol van de leraar, die toch de spil vormt bij de realisatie van passend onderwijs. Door passend onderwijs zullen meer kinderen, doorgaans met extra zorg, in het reguliere onderwijs blijven. Daardoor krijgt de leraar te maken met toenemende gedrags- en leer­problemen in de klas.

Uit onderzoek blijkt dat leraren het omgaan met verschillen in de klas lastig vinden. Het gaat dan niet zozeer om kinderen met leerproblemen of met zichtbare handicaps, maar vooral om kinderen met gedragsproblemen. Die laatsten veroorzaken bij leraren stress en een gevoel van niet goed weten wat te doen.

Om passend onderwijs te kunnen realiseren, heeft de leraar kennis nodig van allerhande problematieken. Daar ligt een uitdaging voor de lerarenopleidingen en nascholingen: de (toekomstige) leraar moet goed op de hoogte zijn van leerproblemen als dyslexie, dyscalculie, zwak- en hoogbegaafdheid, maar ook gedragsproblemen als AD(H)D, ODD en autisme. Scholen werken er nu al hard om zich te specialiseren in bepaalde problematieken, zodat ze gezamenlijk in hun eigen regio voor een dekkend aanbod zorgen.

Het is van belang dat de leraar weet hoe hij op een passende manier kan inspelen op de verschillen in zijn klas, terwijl hij tegelijkertijd oog houdt voor elke afzonderlijke leerling. De mate waarin een leraar beschikt over kennis en vaardigheden, kan daarbij invloed hebben op zijn houding. Als een leraar op de hoogte is van de verscheidenheid die er in zijn klas aanwezig is en weet hoe hij daarmee kan omgaan, staat hij steviger in zijn schoenen en is hij minder onzeker.

Daarom is het belangrijk dat leraren zelfvertrouwen krijgen door bijvoorbeeld (na)scholing in de vorm van coaching en training. Daarbij kan aandacht besteed worden aan thema’s als klassenmanagement (waardoor een leraar een klimaat kan scheppen waarin leerlingen met succes kunnen leren en werken) en begeleiding van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in hun sociaal-
emotionele ontwikkeling.

Andersom kan de houding ook invloed hebben op de kennis en vaardigheden van de leraar. Wanneer de leraar er innerlijk van overtuigd is dat hij er voor alle leerlingen moet zijn en hen allemaal zo goed mogelijk moet helpen, kan hij zich extra gemotiveerd voelen om kennis en vaardigheden te verwerven om aan de behoeften van zijn klas tegemoet te komen.

Van belang is ook dat een leraar zich gesteund weet door zijn omgeving. Daarom zijn goed leiderschap en samenwerking binnen de school van doorslaggevende betekenis. De directeur moet, samen met de intern begeleider en de teamleiders, zich verantwoordelijk weten voor passend onderwijs en zijn personeel steunen, sturen en stimuleren. De teamleden kunnen elkaar ook onderling ondersteunen en samenwerken. Een leerling blijft namelijk niet z’n hele schoolloopbaan bij dezelfde leraar in de klas, maar krijgt te maken met verschillende leraren.

Bij het realiseren van passend onderwijs kan het ook helpen om goed samen te werken met de ouders van de leerlingen. De ouders zijn en blijven de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kind, ook als hun kind op school zit. Ze kennen hun kind door en door, en maken het mee in een andere omgeving dan die van de school. Hun inbreng kan leraren helpen om nog beter aan te sluiten bij de specifieke ontwikkelingsbehoeften van het kind.

Passend onderwijs vraagt veel van de mensen voor de klas. Daarom is het nodig dat de leraar snel betrokken raakt bij de realisatie ervan. Met de juiste bagage kan de leraar, samen met zijn leiding­gevende, zijn collega’s en de ouders van zijn leerlingen, op een verantwoorde wijze tegemoetkomen aan de toenemende verscheidenheid in zijn of haar klas.

De auteurs zijn leden van de kenniskring passend leraarschap bij Driestar Educatief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer