Kerk & religie

Moslims willen sharia als officiële wet

WASHINGTON. De meeste moslims willen de islamitische wet, de sharia, als de officiële wet van hun land. De meningen verschillen echter over de vraag wat invoering van de sharia precies betekent en voor wie de wet zou moeten gelden.

Redactie kerk
2 May 2013 11:45Gewijzigd op 15 November 2020 03:22Leestijd 3 minuten
Foto ANP
Foto ANP

Uit een groot onderzoek van het Amerikaanse Pew Research Center in 38 landen blijkt onder meer dat zelfmoordaanslagen door de meeste moslims worden afgewezen. Alleen in bepaalde landen is er steun voor: de Palestijnse gebieden (40 procent), Afghanistan (39 procent), Egypte (29 procent) en Bangladesh (26 procent).

Driekwart van de ondervraagden vindt, in navolging van de sharia, dat abortus fout is. Meer dan 
80 procent wijst homoseksualiteit en seksualiteit buiten het huwelijk af. Meer dan driekwart van de moslims in het Midden-Oosten en in Afrika en Zuid- en Zuidwest-Azië wil de sharia toepassen op het familierecht. Kwesties als echtscheidingen en erfenissen moeten volgens hen door shariarechtbanken worden beslecht.

Over lijfstraffen, zoals het afhakken van de hand van een dief, of de doodstraf voor ongelovigen heerst minder eenstemmigheid. Zulke standpunten hebben de meeste aanhang (75 procent) in Zuid-Azië, maar het onderzoek laat zien dat de meningen in de rest van de wereld verdeeld zijn. „Moslims weten niet altijd goed raad met sommige aspecten van de sharia”, melden de onderzoekers, „en de meesten geloven dat ze niet gelden voor niet-moslims.”

Meer dan 80 procent van de 38.000 ondervraagden vindt dat niet-moslims vrijelijk hun geloof moeten kunnen belijden. Er is wel verschil per land: in diverse landen in Zuid-Azië is de steun voor dit standpunt bijna 100 procent, terwijl Egypte niet verder komt dan 77 procent.

Tegelijkertijd willen moslims niet graag dat hun kind met een christen trouwt. In Albanië is de acceptatie het grootst: daar is het voor driekwart van de ondervraagden geen probleem. Maar in de meeste landen is een grote meerderheid faliekant tegen. Wat het Midden-Oosten betreft is er bovendien verschil tussen zoons en dochters: voor een zoon vinden ouders in Egypte (17 procent), Irak (13 procent) en Jordanië (12 procent) het eerder acceptabel dan voor een dochter (respectievelijk 0, 4 en 0 procent).

In de landen die het onderzoek omvat, heerst geen eenstemmigheid over het gedrag van vrouwen. In Tunesië en Indonesië vindt een ruime meerderheid (79 tot 89 procent) dat vrouwen een hoofddoek moeten dragen, in Irak en Afghanistan (55 tot 70 procent) is dat een veel krappere meerderheid. Dat vrouwen hun mannen moeten gehoorzamen is vanzelfsprekender voor de meeste moslims. Een grote meerderheid –van 
74 procent in Libanon tot 96 procent in Maleisië– onderschrijft dat standpunt.

De meeste moslims vinden conflicten tussen religies een probleem en in veel landen heerst er zelfs meer bezorgdheid over moslimgeweld dan over welke andere vorm van religieus geweld ook. Niet iedere moslim is voor democratie: de aanhang varieert van 
29 procent in Pakistan tot 81 procent in Libanon. In Irak en Egypte is een krappe meerderheid –54 en 55 procent– voor democratie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer