„Sekteleider Van Geene is een oplichter”
Sekteleider Heinrich van Geene van het Efraïm Genootschap is een oplichter en leugenaar. Dat snoeiharde oordeel vellen twee ex-sekteleden over hun voormalige leider. Ze hopen maar één ding: dat Van Geene zo snel mogelijk wordt ontmaskerd. De advocaten van de ex-leden eisen een rechtszaak tegen Van Geene. De sekteleider, die zich de profeet Elia noemt, ontkent alle beschuldigingen.
Dat bleek donderdag bij de rechtbank in Dordrecht, tijdens een voorlopig getuigenverhoor waarin rechter-commissaris mr. P. F. Lock sekteleider H. J. A. van Geene en Elisabeth van den Berg, een van de twee ex-sekteleden, kritisch aan de tand voelde over het omstreden Efraïm Genootschap. Het tweede ex-lid, Sjaak Pietersen, wordt dinsdag gehoord. Ook enkele andere leiders van het genootschap moeten dan opdraven. Alleen al het verhoor met Van Geene donderdag duurde vierenhalf uur.
Van den Berg (59) trad in 1999 toe tot het Efraïm Genootschap. Haar man deed dat een jaar eerder. Hij liet zijn vrouw boekjes lezen waarin Van Geene (67) beschrijft welke openbaringen God hem geeft. Die openbaringen gaan over de eindtijd. De sekteleider voorspelde dat in november 2001 Christus zou komen om Zijn bruid, de ware gelovigen, op te halen en in de hemel te brengen. Daarna zou de grote verdrukking aanbreken.
Elisabeth van den Berg raakte onder de indruk van de boekjes. „Ik was het ermee eens en wilde ook bij het Efraïm Genootschap horen.” Ze ging met haar man mee naar een samenkomst van het genootschap in Lunteren. „Ik werd voorgesteld aan Van Geene en zijn kinderen en moest op een gegeven moment naar een afgeschermde ruimte gaan waar zich zes, zeven leden van de leiding bevonden. Ik kreeg een briefje in mijn handen gedrukt en moest dat hardop voorlezen. Er stonden drie dingen op: ik moest vergeving vragen voor de Joden die waren omgekomen in de Tweede Wereldoorlog omdat ik er als bruid van Christus toen nog niet was, ik moest verklaren dat ik het eens was met de boekjes van Van Geene en ik moest complete geheimhouding beloven.”
In het begin waren de samenkomsten „leuk en gezellig”, aldus Van den Berg. Naarmate november 2001 dichterbij kwam, stelde Van Geene echter steeds strengere eisen aan het gedrag van zijn leden. „Je mocht geen tv kijken, niet internetten, geen krant lezen en je moest alle contacten met familie en vrienden buiten het genootschap verbreken. Dat waren geen echte christenen, dus die behoorden bij de satan. Ik geloofde dat allemaal en deed wat Van Geene eiste.”
Achteraf heeft Van den Berg maar één verklaring voor haar blinde gehoorzaamheid aan de sekteleider. „Ik werd gehersenspoeld. Ik had geen familie en vrienden meer om mij te corrigeren. Het genootschap was de plaatsvervangende familie. Bovendien klopten de berekeningen van Van Geene over de opname van de bruid allemaal. Hoe hij het ook uitrekende: linksom of rechtsom. Ik dacht: Dit móét de waarheid zijn.”
Van Geene zou zelf niet in de hemel worden opgenomen, omdat hij nog drieënhalf jaar op de aarde moest blijven om Gods openbaringen te verspreiden. Mozes zou hem daarbij helpen. Van Geene moest in die periode wel in zijn levensonderhoud voorzien, daarom gaven de sekteleden geregeld geld aan hun leider. Ook Van den Berg deed dat. „Ik verkocht mijn spullen, want die zou ik na 2001 toch niet meer nodig hebben. Ik deed dat onder meer op rommelmarkten. De opbrengst stopte ik in een envelop en liet die tijdens de samenkomsten in de jaszak van Van Geene glijden, want hij wilde het geld nooit aanpakken. Ik schat dat ik in anderhalf jaar zo’n 4500 gulden op die manier aan hem heb gegeven.”
Een halfjaar voor de door Van Geene voorspelde opname van de bruid kreeg Van den Berg te horen dat ze kanker had. Ze vertelde het aan Van Geene. Die bleek de hele dag al een tekst uit Johannes 14 voor haar in zijn hoofd te hebben: Bid en u zal gegeven worden. Van den Berg: „Van Geene deed door de telefoon een gebed met mij en zei vervolgens: Wéét dat je nu genezen bent.” In dezelfde week moest Van den Berg beslissen of ze zich wilde laten opereren. Ze zag ervan af. „Van Geene vertelde dat God alleen smetteloze, gave gelovigen wilde. Als ik mijn borst zou laten afzetten, zou ik niet gaaf meer zijn.”
Toen 2001 verstreken was zonder de opname van de bruid, stelde Van den Berg vragen aan Van Geene, maar die werden niet beantwoord. Toch bleef ze de sekte trouw. „Als je niet deed wat Van Geene zei, dan bracht jij de ban over iedereen. Dat werd ons verteld. Een angstige gedachte.” Overigens: na het niet-doorgaan van de opname slonk de aanhang van het genootschap van 140 leden naar veertig.
In april 2002 kreeg Van den Berg thuis bezoek van Van Geene. Hij verbood haar nog langer voedingssupplementen te verkopen aan de leden van het genootschap, ook al had Van den Berg er zelf baat bij tijdens haar ziekte. „Ik moest ook alle medicijnen weggooien, want ik vertrouwde niet op God. Ik ben toen de profeet voor het eerst gaan tegenspreken. Er knapte iets in mij. Wat wil je? vroeg ik hem. Dat ik doodga? De volgende dag kreeg ik een telefoontje dat ik zes maanden in quarantaine zou gaan. Ik mocht zo lang niet de samenkomsten bezoeken en geen contact hebben met leden van het genootschap. Dat was voor mij reden met Efraïm te breken.”
Een halfjaar later liet Van den Berg zich alsnog opereren, maar het was al te laat. „De kanker was uitgezaaid naar mijn lymfeklieren.” Ze verwijt Van Geene „dood door schuld” omdat hij haar belet zou hebben een medische behandeling te ondergaan. Bovendien vindt ze de sekteleider een leugenaar en oplichter. Intimidatie is volgens Van den Berg schering en inslag bij de sekte. „Als je niet onvoorwaardelijk luistert naar Van Geene, moet je voor het tribunaal komen. Daar zitten mensen van de leiding in die je urenlang kunnen ondervragen. Sommigen lijken wel bloedhonden.”
Van Geene ontkende donderdag alle aantijgingen. Hij sprak van „een hetze” tegen zijn genootschap. „We worden al drie jaar verschrikkelijk vervolgd.” Als de leider sprak over de eeuwige duisternis, dan citeerde hij slechts de Bijbel, maar had hij nooit iemand persoonlijk daarmee gedreigd. Ook vroeg Van Geene naar eigen zeggen nooit om geld aan zijn volgelingen. Tegelijk hield hij staande dat alleen leden van het Efraïm Genootschap, dat elke zaterdag samenkomt in een kantoorpand op het industrieterrein in Heinenoord, door God ten hemel zullen worden opgenomen. „Ik ben de enige die openbaringen van God doorkrijgt. Een andere profeet is er niet.”
Het tweede ex-sektelid, Sjaak Pietersen, verkocht zijn bloemenzaak en woning in Noorden om in dienst van het Efraïm Genootschap te treden. Het geld, 700.000 gulden, schonk hij aan Van Geene. Nu de voorspelde opname van de bruid bedrog is gebleken, eist Pietersen zijn geld terug. Hij beschuldigt de sekteleider van „maffiamethodes.” „Van Geene is een man die net zo makkelijk liegt als de waarheid spreekt.”
Na het getuigenverhoor op dinsdag beslist de rechtbank of er een strafzaak tegen Van Geene komt.