„We zijn samengekomen", vervolgde de predikant, „in het besef dat het gebed het kanaal is waardoor God Zijn zegen geeft. We bevelen het nieuwe koningspaar in de handen van de grootste Hulp Die een mens zich denken kan.”

In de Grote Kerk had aan de vooravond van de troonswisseling een interkerkelijke gebedsdienst plaats. De bijeenkomst was belegd door de Dordtse Raad van Kerken en voorbereid door vijf voorgangers uit verschillende „geloofstradities." Ds. Van Wijk, predikant van de hervormde Augustijnenkerk, was een van hen.

Traditie

Ds. M. den Dekker, predikant van de Grote Kerk, merkt op dat de kerk „sinds haar vroegste bestaan voor koningen heeft gebeden. Dordrecht schaart zich in die traditie."

In 1572 erkenden de Hollandse steden in Dordrecht prins Willem van Oranje als stadhouder, waarmee de basis werd gelegd voor het Koninkrijk der Nederlanden. Volgens Hans Berrevoets, voorzitter van de Dordtse Raad van Kerken, staat Dordrecht dus in een historische traditie.

Tijdens de gebedsdienst leest de gereformeerd-vrijgemaakte predikant ds. A. J. van Zuijlekom Psalm 72, de koningspsalm. De oud-katholieke emeritus pastoor K. J. Homan verzorgt de schriftlezing, uit 1 Koningen 3, de geschiedenis waarin de Heere in een droom tot de nieuwe koning Salomo komt met de vraag: „Wat je wilt, Ik zal het je geven.”

Vervolgens mediteert ds. Van Wijk over Salomo’s bede: „Schenk uw dienaar een opmerkzame geest, zodat ik uw volk kan besturen en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Want hoe zou ik anders recht kunnen spreken over dit immense volk van U?”

De predikant refereert eraan hoe in 1837 Victoria op 18-jarige leeftijd koningin van Engeland werd en de Heere vroeg om kracht om het grote Britse rijk te kunnen regeren. Ds. Van Wijk vraagt zich af of prins Willem-Alexander net zoals koningin Victoria en net als Salomo „in deze dagen ook zal aankloppen bij de almachtige God voor hulp en bijstand. Wellicht dat we dat later nog eens uit zijn mond mogen horen."

„God liet Salomo in de droom kiezen voor wijsheid. Hij vroeg niet iets voor zichzelf, hij bad op God aan. Het ging hem om het heil, de zegen, de voorspoed en het geluk van het volk Israël. En dwars daar doorheen ten diepste om de eer en de verheerlijking van Gods Naam. Dat is de diepste kern van ons gebed. Een gebed dat gericht is op het mogen kennen van God. Of het nu door onze kroonprins wordt begeerd of niet, wij mogen er vanavond om vragen.”

Beatrix

Aan het slot van de bijeenkomst bidt pastoor Tj. Visser het avondgebed van Luther en dankt hij voor wat koningin Beatrix voor ons land heeft betekend. Vervolgens doet hij voorbede voor de komende koning, voor overheden, voor de samenleving en voor de wereld.

Er wordt deze avond veel gezongen. Voorafgaand aan en aan het slot klinkt orgelspel van domorganist Cor Ardesch.