Kerk & religie

Armerom werd in Eritrea gevangen en geslagen om het geloof

Asmerom, lid van een ongeregistreerde huiskerk in Eritrea, ontvluchtte zijn geboorteland nadat hij gevangen werd gezet voor het uitoefenen van zijn geloof buiten de regels van de overheid om. De ervaring leerde Asmerom een harde les over de positie van christenen in de Eritrese maatschappij. „Christenen in Eritrea leven in een hel. Ze worden bedreigd alsof ze de grootste vijand zijn.”

Redactie kerk
26 April 2013 19:35Gewijzigd op 15 November 2020 03:18
De christen Asmerom uit Eritrea. Foto Jubilee Campaign
De christen Asmerom uit Eritrea. Foto Jubilee Campaign

Zijn verhaal werd opgetekend door International Christian Concern en vertaald door Jubilee Campaign.

Volgens Asmerom vervolgt de Eritrese overheid de kerk omdat ze christenen ziet als revolutionairen die mogelijk zouden kunnen strijden om de macht over de Eritrese bevolking. Omdat de Bijbel de hoogste macht aan God toekent, arresteren de leiders van het totalitaire regime elke christen die betrapt wordt op het houden van iets eenvoudigs als een gebedsbijeenkomst.

Woestijn

„Op een dag, terwijl ik een kerkdienst bijwoonde, werd we plotseling onderbroken door veiligheidsagenten. Zij arresteerden iedereen en brachten ons naar de gevangenis. Na 21 dagen in de gevangenis doorgebracht te hebben, werd ik meegenomen naar een geheime militaire gevangenis in de woestijn”, vertelde Asmerom.

Zonder enige formele aanklacht werd Asmerom mishandeld en gemarteld vanwege zijn christelijke identiteit. „Ik werd gevangen gehouden in een cel van tweeënhalf bij drieënhalve meter met veertien andere mannen. Op een dag probeerde een gevangene te ontsnappen. Toen hij werd gepakt, werden we allemaal gestraft. Ze namen ons mee naar de binnenplaats en lieten ons allemaal uitkleden. Om 12 uur ’s middags was het 46 graden. De bewakers gooiden water over ons heen en lieten ons met onze lichamen door het schurende, hete zand heen rollen. Terwijl we door het zand rolden, sloegen de bewakers ons met stokken.”

Verduisterd

„Mijn hele lichaam zat na een paar minuten al onder de wonden”, vertelde Asmerom. „Daarna dwongen de bewakers ons om over de binnenplaats te marcheren terwijl velen van ons nauwelijks konden lopen. Toen stopten de bewakers me in een cel van drie vierkante meter. De cel was helemaal donker omdat alle ramen verduisterd waren. Mijn hele lichaam zat onder het bloed. Ik kon niet uitrusten omdat ik helemaal onder de wonden zat. Het was erg pijnlijk om me van de ene op de andere zij te draaien. Bij elke beweging schreeuwde ik het uit.”

Asmerom leed in de gevangenis onder lichamelijke en geestelijke marteling. „De bewakers hielden me 24 uur per dag gevangen in de donkere cel. Ik kreeg erg magere maaltijden en mocht slechts twee keer per dag naar het toilet. Ik kreeg ’s ochtends en ’s avonds twee minuten om mijn behoefte te doen. Als het langer duurde, sleurden de bewakers me terug naar mijn cel.”

Edelsteen

„Ik bad tot God of Hij me de kans wilde geven om slechts een paar minute frisse lucht in te ademen. Ik wilde de prachtige zon en de aarde zien voordat ik stierf. Op een dag kwam er een klein steentje uit de laars van één van mijn bewakers in mijn cel terecht. Ik verstopte het alsof het een wonder was. Ik keek er elke dag naar alsof het een edelsteen was. Het was een bewijs dat er buiten mijn donkere cel nog iets anders was.”

Terwijl hij in lichamelijke en geestelijke duisternis leefde, werd Asmerom boos op God. „Ik klaagde tot God en zei: „O God, dit is teveel voor me; ik heb de kracht niet om dit te dragen.” Op een dag, nadat ik God had gevraagd waarom Hij toestond dat dit met me gebeurde, kwam er een stem uit de hemel die me bemoedigde. De stem zei: „Deze beproeving gaat je vermogen niet te boven.”” Deze ontmoeting gaf Asmerom de kracht en moed die hij nodig had om de vreselijke omstandigheden in de gevangenis te overleven.

Vrijheid

Nadat hij bijna een jaar in duisternis had gezeten, kreeg een andere beambte de leiding over de militaire gevangenis waar Asmerom zat. „Na drie maanden riep de nieuwe beambte me bij zich een liet me vrij met een waarschuwing. Hij zei: „Asmerom, ik laat je gaan als je belooft dat je geen problemen veroorzaakt.”” Asmerom ging akkoord en werd vrijgelaten nadat hij meer dan een jaar gevangen had gezeten voor het bijwonen van een ongereguleerde kerkdienst.

Nadat hij was vrijgelaten, ontmoette Asmerom zijn broer in zijn geboortestad Assab. „We gingen naar mijn huis, dat ongeveer een jaar onbewoond was geweest, en brachten daar de nacht door. De volgende morgen ontmoetten we een andere christen. Samen brachten we mijn broer naar het busstation. Terwijl we daar liepen, kwamen we veiligheidsagenten tegen die ons naar het politiebureau brachten omdat we als drie christenen bij elkaar liepen. Vanwege dit feit werd ik opnieuw naar de militaire gevangenis gebracht, maar na een week werd ik vrijgelaten door de vriendelijke beambte.”

Asmerom had er nu genoeg van. Na gearresteerd, opgesloten en gemarteld te zijn voor zijn geloof, besloot hij te vluchten uit Eritrea of te sterven tijdens zijn vluchtpoging. Grenswachten, woestijnen, wilde dieren en mensenhandelaars waren slechts enkele van de gevaren die tussen Asmerom en zijn godsdienstvrijheid instonden. Hij riskeerde alles en vluchtte naar Ethiopië, waar hij nu vrij is om zijn christelijke geloof uit te oefenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer