Veerman: geen uitzondering voor kalkoenenhouderij
Minister Veerman (Landbouw) zal geen regeling treffen om het enige geneesmiddel tegen blackhead toe te laten op de Nederlandse markt. Daarmee maakt de bewindsman geen uitzondering voor de kalkoenenhouderij, die is getroffen door de dodelijke dierziekte.
Veerman heeft de Tweede Kamer donderdag geschreven dat er geen middel is dat aan de eisen van de Europes Unie voldoet. Het geneesmiddel Nifursol is sinds 31 maart verboden omdat het voor mensen kankerverwekkend zou zijn.
Veerman schrijft dat de bestrijding van de ziekte geen overheidstaak is die is vastgelegd in EU–regels. De bestrijding behoort feitelijk tot het ondernemersrisico van de kalkoenenhouderij, aldus de minister.
Hij acht de overheid niet aansprakelijk voor de schade die de ziekte veroorzaakt. Volgens de bewindsman is tijdig bekendgemaakt dat het omstreden geneesmiddel van de markt zou worden gehaald. Daarmee is gelegenheid geboden aan het bedrijfsleven om zich hierop voor te bereiden en nieuwe middelen voor te stellen.
De CDA–fractie in de Tweede Kamer bepleit de inzet van het geneesmiddel Metronidazol. Daarmee zou de ziekte bedwongen kunnen worden. In de brief van Veerman wordt dat middel niet genoemd. Verder wil het CDA duidelijkheid over een mogelijke relatie tussen de ingezette verklikkippen en de uitbraak van de ziekte. „Indien de verklikkippen de oorzaak zijn dan ligt er medeverantwoordelijkheid bij de overheid", aldus het CDA–Kamerlid Koopmans.
In zijn brief bestrijdt Veerman dat die relatie er is. De minister concludeert dat de ziekte is uitgebroken als gevolg van het wegvallen van het preventieve middel Nifursol. Op maar een van de twee getroffen bedrijven zijn verklikkippen geplaatst. Voorzitter van de Kring Kalkoenhouderij H. Jenniskens is het met de minister eens. Hij zegt dat de verklikkippen wel een risico vormen. Scharrelkippen die vrij buiten mogen lopen, leveren echter een minstens even groot gevaar op.
De Nederlandse Organisatie voor Pluimveehouders (PON) betreurt het dat Veerman over eigen risico spreekt. „Dat betekent dat er helemaal niets is voor deze mensen. Dat is heel triest", aldus voorzitter J. Wolleswinkel. „We spreken hier over een bedrijfsrisico van tienduizenden euro’s."
Volgens Wolleswinkel kan een uitbraak van blackhead voor veel pluimveehouders de nekslag betekenen. „Het zijn allemaal mensen die net zijn begonnen, na maanden van leegstand wegens de vogelpest. Bij veel van hen is de financiële rek eruit." De meeste kalkoenenhouders hebben in augustus hun stallen weer gevuld, nadat dit voorjaar de vogelpest uitbrak.
Uit de brief van de minister blijkt verder dat de Gezondheidsdienst voor Dieren in 2002 in twaalf gevallen van blackhead heeft vastgesteld bij leghennen en sierhoenders. Normaliter wordt meerdere keren per kwartaal melding gemaakt van de ziekte. De ziekte is in 2002 niet waargenomen bij kalkoenen omdat het geneesmiddel toen nog aan het voer werd toegevoegd. Omdat er geen preventief geneesmiddel voorhanden is, schrijft Veerman, zijn de pluimveehouders aangewezen op hygiënemaatregelen.