Hoewel de druk groot is en er op 30 april in de hoofdstad niks mis mag gaan, heeft Van der Laan er „het volste vertrouwen” in dat alles goed gaat. „We werken al 3 maanden heel intensief samen met allerlei partijen. Zo’n 15.000 mensen zijn ingezet voor de voorbereidingen en de dag zelf. Ik heb het gevoel dat we echt een team zijn en dat het lukt.”

De relatief korte tijd van 3 maanden om het feest te organiseren, heeft niet tot kopzorgen geleid bij de burgemeester. „Ik word pas zenuwachtig als ik een half uur voordat mijn vliegtuig vertrekt hoor dat ik op reis moet en ik mijn koffer nog moet inpakken. Nu heb ik mijn koffer allang gepakt.” Bovendien ziet hij ook een voordeel. „Iedereen staat vanaf het eerste moment op scherp, je creëert een spanningsboog. We mogen niet in slaap worden gesust, want dinsdag moet het gebeuren.”

Van der Laan is in principe nergens bang voor, maar weet wel dat hij niet alle risico’s kan uitsluiten. „Er komen natuurlijk heel veel bezoekers naar de stad en die moeten we goed in de gaten houden. Dat is misschien wel mijn grootste zorg. Want er moeten ook weer niet veel te veel mensen komen.”

De inhuldiging van koningin Beatrix, die gepaard ging met een enorme confrontatie tussen de Mobiele Eenheid en krakers, heeft de burgemeester zeker aan zijn voorganger van destijds, Wim Polak, doen denken. „Ik heb zijn biografie er nog eens bijgepakt en het hoofdstuk over 1980 herlezen. Ik heb er ook kopieën van gemaakt, maar uiteindelijk niet uitgedeeld. Het was toen misschien wel de meest gewelddadige dag in de stad die ik ooit heb gezien, maar die situatie is nu volstrekt niet aan de orde.”

De burgemeester heeft in de aanloop naar 30 april af en toe contact met leden van de koninklijke familie. „Ik waardeer hun bescheidenheid erg. Ze doen er alles aan om het tot een succes te maken en willen iedereen zo weinig mogelijk belasten.”

Het is voor Amsterdam als hoofdstad een „eer en een voorrecht” om op 30 april gastheer te zijn. „We proberen het zo feestelijk mogelijk te doen.” Van der Laan haalt pas echt opgelucht adem in de nacht van dinsdag op woensdag. „Ik heb afgesproken met mijn vrouw dat we, als alles goed is verlopen, zo rond de klok van 2 uur een flesje opentrekken. Dan is het als het goed is echt gepiept.”