Opinie

Vierdaagse schoolweek

23 October 2003 11:12Gewijzigd op 14 November 2020 00:39

Minister Van der Hoeven van Onderwijs wil scholen meer vrijheid geven om te bepalen wanneer leerlingen in de schoolbanken moeten zitten. Met dat voorstel schept zij de mogelijkheid van een vierdaagse schoolweek in de bovenbouw van het basisonderwijs. De Tweede Kamer voelt niets voor dit plan. Alleen de christelijke partijen en de LPF steunen de bewindsvrouw.Met de voorstellen probeert de minister een oplossing te bieden voor de lesuitval als gevolg van het tekort aan leerkrachten. Wanneer scholen mogen schuiven met lestijden kunnen directies gemakkelijker ADV-dagen, cursussen voor docenten en vrije dagen voor oudere leerkrachten inplannen.

Het bezwaar van de meerderheid in de Kamer is dat door een eventuele vierdaagse schoolweek de kwaliteit van het onderwijs in gevaar kan komen. Omdat er geen reductie wordt aangebracht op het totale aantal lesuren dat de kinderen jaarlijks op school moeten zitten, worden bij een vierdaagse schoolweek de lesdagen langer. En dat is niet verstandig, vinden de meeste partijen. Leerlingen kunnen ’s middags nu eenmaal minder concentratie opbrengen dan ’s morgens.

Dat kinderen (en ook ouderen) na de lunch minder fit zijn dan ’s ochtends zal niemand ontkennen. Daar houdt het basisonderwijs nu ook al rekening mee. Het grootste deel van de pittige vakken, zoals taal en rekenen, staat ’s morgens op het rooster; vakken als tekenen en handvaardigheid vooral ’s middags. Het is daarom een enigszins verkrampte reactie van de kamermeerderheid om te denken dat scholen niet goed kunnen omgaan met hun vrijheid zelf de lestijden te bepalen. Directies zijn daar wel degelijk toe in staat.

De echte pijn zou wel eens kunnen zitten in wat VVD-kamerlid Balemans als argument aanvoerde. Wanneer scholen besluiten tot een vierdaagse schoolweek, komen gezinnen waarvan beide ouders een baan hebben in de problemen. Zij moeten of hun werktijden aanpassen of extra kinderopvang regelen.

Daarmee gaf hij eerlijk aan dat de arbeidsparticipatie van vrouwen voor de liberalen zwaarder weegt dan het de scholen de mogelijkheid bieden om op creatieve wijze oplossingen te zoeken voor de lesuitval. Voor de liberalen is het blijkbaar nauwelijks meer een optie dat een van de ouders bij het aangaan van de arbeidsverplichtingen rekening houdt met de kinderen. Dat moeder primair in het gezin hoort, is kennelijk al helemaal achterhaald. Zij behoort als regel een baan te hebben.

Dat standpunt krijgt iets drammerigs. Vooral omdat het voorstel van de minister met name de oudere kinderen in het basisonderwijs betreft. Voor de laagste groepen bestaat immers al de mogelijkheid van een vierdaagse schoolweek. Het is zeker dat een zesjarige leerling buiten schooltijd nog meer behoefte heeft aan zorg en aandacht dan een tienjarige. Waarom accepteren de liberalen dan wel de vierdaagse schoolweek in de onderbouw en niet in de bovenbouw? Dat is inconsequent.

Daar komt bij dat in het voorstel van Van der Hoeven duidelijk staat dat directies de schooltijden moeten vaststellen in nauw overleg met de medezeggenschapsraad, waarin ouders zitten. Dat een schoolleiding dus volstrekt naar eigen goeddunken zou kunnen handelen, is een karikatuur.

De minister zoekt met het voorstel naar een oplossing voor het lerarentekort. Dat probleem speelt al jaren en zal -naar verwachting- nog lang blijven bestaan. De animo om voor de klas te gaan staan, is ondanks verschillende stimuleringsmaatregelen nog steeds niet groot.

De Kamer kan wel zeggen dat de regering dit moet oplossen, maar als er geen mensen zijn die zich tot dit werk geroepen voelen, is dat een onmogelijkheid. In die situatie is de flexibiliteit die Van der Hoeven wil een van de oplossingen voor het beperken van lesuitval.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer