De regering in Londen zegt dat Abu Qatada een veiligheidsrisico is en moet worden uitgezet naar zijn geboorteland Jordanië, waar hij is veroordeeld voor terrorisme. Maar rechters hebben de uitzetting tot nu toe steeds geblokkeerd omdat zij vrezen dat de geestelijke geen eerlijk proces krijgt in Jordanië. De kans zou bestaan dat bewijsmateriaal verkregen door marteling tegen hem zal worden gebruikt.

De laatste klap in de juridische lijdensweg van de regering werd dinsdag uitgedeeld door het Hof van Beroep. Dat wees het verzoek af om de kwestie te mogen voorleggen aan de Hoge Raad. Het Hof van Beroep filtert dergelijke verzoeken.

De regering stapt nu rechtstreeks naar de Hoge Raad met het verzoek de zaak in behandeling te nemen, maar volgens juristen is de kans niet al te groot dat het hoogste rechtscollege dat verzoek honoreert.

Qatada, wiens preken werden gevonden in een door daders van de 9/11-aanslagen gebruikte flat in Hamburg, ging in Groot-Brittannië de gevangenis in en uit, sinds hij in 2001 voor het eerst werd gearresteerd. Vorige maand werd hij weer naar de gevangenis gestuurd omdat hij de voorwaarden voor zijn borgtocht had geschonden.

Advocaten van de regering schilderen de geestelijke af als een gevaarlijk individu, wat door geen enkele rechter is tegengesproken. Maar ondanks door Jordanië afgegeven garanties geloven ze niet dat Qatada in Jordanië een eerlijk proces krijgt en dat weegt tot nu toe voor hen zwaarder.