Monsters van de naar Nederland gesmokkelde drugs zijn voortijdig vernietigd. Weliswaar was er al een onderzoeksrapport waaruit blijkt dat het om cocaïne ging, maar die conclusies konden niet meer worden getoetst via een zogeheten contra-expertise. De monsters vormden het hart van het bewijs in de zaak.

De mannen stonden in hoger beroep terecht voor de invoer - in 2007 - van ruim 1600 kilo coke, verstopt in een partij koffie uit Costa Rica. De rechtbank in Rotterdam veroordeelde eerder drie verdachten en sprak de drie anderen vrij.

Tegen de vrijspraken ging justitie in beroep. De veroordeelden tekenden ook beroep aan. Hoofdverdachte John Hilkens kreeg 9 jaar en 10 maanden cel. Hij is voortvluchtig en staat al geruime tijd op de nationale opsporingslijst van de politie.

De vernietiging van het bewijsmateriaal en de daardoor onmogelijk geworden contra-expertise was ook bij de rechtbank een heet hangijzer. Het hof verbindt er andere conclusies aan dan de lagere rechter: de verdachten kunnen geen eerlijk proces krijgen als zo’n tegenonderzoek niet mogelijk is. Het bewijs tegen hen is te mager, omdat niet onomstotelijk is vastgesteld dat het om cocaïne ging.

In een reactie op de uitspraak liet het Openbaar Ministerie (OM) dinsdagochtend weten dat de politie de cocaïnemonsters heeft vernietigd. Het is daarmee geen blunder van justitie. De vernietiging heeft volgens een woordvoerder ook niet in opdracht van justitie plaatsgevonden. Het OM bestudeert het arrest en besluit later of het in cassatie zal gaan.