Kerk & religie

Iedere dag is er een pauzedienst in de Utrechtse dom

De Utrechtse dom staat als een vluchtheuvel midden in de stad, een toevluchtsoord voor mensen die kort van dagen zijn en zat van onrust, voor zoekers naar vastigheid en waarheid, naar woorden die van elders moeten komen.

Jan van ’t Hul
20 April 2013 13:36Gewijzigd op 15 November 2020 03:11
Iedere middag is er in de Domkerk te Utrecht een korte pauzedienst. „Dit is een kerk voor stad en regio. Wij zijn zeven dagen per week open.” Beeld RD, Anton Dommerholt
Iedere middag is er in de Domkerk te Utrecht een korte pauzedienst. „Dit is een kerk voor stad en regio. Wij zijn zeven dagen per week open.” Beeld RD, Anton Dommerholt

Dinsdagmiddag, 12.30 uur. De klokken van de Domtoren beieren langdurig over de stad Utrecht. Het is tijd voor de dagelijkse middagpauzedienst. Jaarlijks wordt de Domkerk bezocht door 250.000 mensen. Vanmiddag zijn er in de dagkapel vijftien aanwezig voor een korte oecumenische overdenking.

Sommigen groeten eerst het kruis aan de muur, vouwen dan de handen, doen hun ogen dicht, of lezen vast in de liturgie. Het openingslied zoekt zich aarzelend een weg langs hoge gewelven. „Heer, open mijn lippen, en mijn mond verkondigt Uw lof.”

In de verte klinkt het geroezemoes van de grote stad. Flarden van de samenleving dringen hier nog door. Binnenlopende toeristen vallen nieuwsgierig stil en luisteren mee, naar onmetelijke woorden: „Heer, haast U te helpen, o God sta mij bij.”

De voorganger heet allen welkom, steekt twee kaarsen aan en leest voor uit de Bijbel. Het is Johannes 17: „Voor hen bid Ik. Niet voor de wereld, maar voor hen die U Mij hebt toevertrouwd bid Ik, omdat ze de Uwen zijn.”

Er zit een meisje van een jaar of achttien, negentien misschien, verder zijn het allemaal vijftigplussers. Begeleid door een kistorgel zingen ze uit Psalm 97: „Gij, die God liefhebt, haat hetgeen Hem tegenstaat; uw leven is bewaard, bij Hem Die heerst op aard.”

Dan is er stilte, voor gebed, overdenking, meditatie, prakkisatie en tobberijen, over dingen die geweest zijn, of die ooit nog komen moeten, of die nooit meer zullen komen. Dat kan ook. Na zeven minuten maakt een belletje er een einde aan.

Opnieuw is er een lied. Zoekend zingen vijftien mensen de melodie achterna: „Dat ons bidden en ons zingen, tot de hemel door mag dringen.”

De middagpauzediensten in de dom worden georganiseerd door het Citypastoraat Domkerk. Conny van Lier, als kerkelijk cultureel werker aan het Citypastoraat verbonden: „Met het Citypastoraat beogen we in het hart van de stad, met elkaar op weg te zijn, zoekend naar nieuwe vormen, om mensen van nu te helpen geloven dat het verhaal van God en de mensen niet oud is, maar fonkelnieuw.”

De dom is echt haar kerk. „Dit is een kerk die het wijkwerk absoluut overstijgt. De dom is een kerk voor stad en regio. Wij zijn zeven dagen per week open, er zijn tien diensten per week, en soms zijn er twee diensten per dag. De dom is een echte citykerk. Op paasmorgen zat het behoorlijk vol. En met Kerst zijn er altijd 1200 bezoekers. Dan zit het afgeladen.”

Te midden van de voortgaande ontkerkelijking is de domgemeente zeker niet wanhopig bezig om te overleven, zegt Van Lier. „Het bruist hier van de activiteiten. Er is altijd wel iets te doen.”

De middagpauzedienst loopt ten einde. In het slotgebed komen enkele voorbeden uit het gastenboek aan de orde.

„Zo bidden wij U te samen, voor iemands moeder die zichzelf niet meer is, voor Steven omdat het zo stormt in zijn leven, voor Alexander dat hij spoedig mag herstellen, voor iemands man bij wie de kanker is teruggekomen, voor Herman, wiens vrouw is weggelopen, voor al die mensen die, hoe dan ook, verdwaald zijn in het leven, die de weg zijn kwijtgeraakt, die het spoor bijster zijn. O God, sta hen bij. Zo bidden wij U te samen, Heer, wilt U alstublieft luisteren naar wat wij in de stilte van ons hart aan U willen voorleggen. Dank U wel, voor het geloof dat wij van U hebben ontvangen. Amen.”

Vijftien mensen zingen nog het Onze Vader. „Verlos ons van het kwade.” De laatste woorden verwaaien in het luiden van de klokken. „Want aan u behoort het koningschap, de macht en de majesteit tot in eeuwigheid.”

Het is één uur. De kaarsen gaan uit. Sommige mensen buigen opnieuw voor het kruis. Toeristen zien het aan, wachten alles nog eens even af, vertrekken dan ook, ten slotte.

Aan de voet van de Domtoren is het druk. Een schoolklas wordt rondgeleid. Iemand speelt iets op een accordeon, over blauwe ogen en toffe jongens en koekjes bij de thee.

Een oudere heer komt uit de kerk. Lang staat hij te kijken naar het hoogste puntje van de toren en pakt dan zijn fiets. Wat zocht hij in een middagpauzedienst in de dom? „Dat weet ik niet zo goed. Ik kom hier wel vaker. En vaak voel ik me, als ik vertrek, toch iets lichter dan toen ik kwam.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer