Kerk & religie

Leicester verenigt gelovigen van alle richtingen

De duivel maakt altijd droevig en verleidt christenen ertoe te somberen over de kerk. Natuurlijk, zo erkent de 81-jarige Schotse theoloog Iain H. Murray, er is een algemene neergang van de kerk in het Westen.

Klaas van der Zwaag
20 April 2013 12:34Gewijzigd op 15 November 2020 03:11
Iain Murray. beeld Martin Neeves
Iain Murray. beeld Martin Neeves

Maar hoe komt het dat christenen wel uitzien naar een opwekking van de kerk op deze aarde, maar niet naar de wederkomst van Christus? „De wederkomst is de beste opwekking die de kerk beleven kan.”

Murray is een van de mannen van het eerste uur van de Leicesterconferentie, die deze week voor de vijftigste keer werd gehouden. Samen met anderen was hij in 1962 de drijvende kracht om voorgangers in het Verenigd Koninkrijk bij elkaar te brengen in hun verlangen naar de juiste Bijbelse prediking. Murray was er alle jaren en opende doorgaans de conferentie. Hij toont zich bezorgd over de doorwerking van het Evangelie in een wereld vol afval en verzet tegen het Evangelie. Maar tegelijk is Murray altijd herkenbaar aan zijn glimlach en blijmoedigheid, die een evenwichtig geloofsleven verraden.

Heeft u na vijftig jaar Leicester gevoelens van nostalgie?

Hij denkt even na, en lacht. „Daar ben ik niet zo mee bezig. Hoe ouder je wordt, hoe meer je de dingen in het licht van de eeuwigheid ziet. Alles op deze aarde verandert, maar God blijft de Eeuwige. Zijn werk gaat voort en breekt soms verrassend door op momenten dat je het niet verwacht. Het is wel bemoedigend om te zien dat vijftig jaar geleden de oudere aanwezigen het gebed uitspraken dat ook jongeren hier zouden komen. We zien dat dit verlangen is vervuld.”

Wat is in die vijftig jaar gebleven en wat is veranderd?

„In het begin waren we te veel bezig met organisatorische eenheid, het oplossen van allerlei problemen van kerkregering. God heeft ons laten zien dat als we bezig zijn met de echte prioriteiten, de wezenlijke zaken van het Evangelie, we van Hem grote dingen kunnen verwachten. Dan komt de eenheid vanzelf, zij het niet in organisatorische maar in geestelijke zin. Niet dat zaken zoals kerkregering en andere kwesties onbelangrijk zijn, maar er is een eenheid mogelijk zonder dat mensen het theologisch in alles met elkaar eens hoeven te zijn.

In de begintijd was er een accentverschil tussen John Murray, die uit Amerika kwam en de kerkelijke lijnen preciezer aangaf, en Martyn Lloyd-Jones, die constateerde dat er in het Verenigd Koninkrijk zo veel oprechte christenen zijn die zich niet aansluiten bij een kerkelijke organisatie. Het Evangelie en de gezonde leer verbinden, confessionele verschillen maken scheiding. Er is een gemeenschappelijke grond: Christus en Zijn genade. Daarom is het zo belangrijk om goede persoonlijke contacten te hebben en elkaar te ontmoeten.”

Is de conferentie wel breder geworden?

„Ja, in die zin dat er meer denominaties zijn bijgekomen. Maar dat heeft niet een negatieve invloed gehad op de eensgezindheid van de conferentiegangers. De meeste Britten hebben nauwelijks idee wat de namen van kerkverbanden betekenen. Ook onder Britse christenen is dat besef tanende. Al neemt de kerkelijke verscheidenheid toe, de geestelijke verbondenheid is alleen maar sterker geworden. Dat was alleen mogelijk omdat de deelnemers elkaar in Christus herkend hebben en niet keken naar allerlei theologische verschillen die scheiding maken.”

Zoals de kwestie kinderdoop of volwassendoop?

„Ik kan me niet herinneren dat we daar ooit een geschilpunt over gehad hebben, hoewel er evenveel baptisten als presbyterianen naar Leicester komen. Ik ben als presbyteriaan een hartelijk voorstander van de kinderdoop, maar ervaar dat niet als een verschil met mijn broeder en zuster die er anders over denkt. De genade van Christus staat immers niet op het spel. Ik merk ook niet dat hierover meningsverschillen op de conferentie zijn ontstaan, want dat zou een echte ontmoeting onmogelijk maken.

Ik heb dat weleens anders meegemaakt met conferenties in Australië waar theologische disputen ontstonden en we conferenties moesten afbreken. Dat is in Leicester nooit gebeurd. De duivel is er altijd opuit om verdeeldheid te zaaien, want hij weet dat hij daarmee het Koninkrijk van God hindert. Aan de andere kant kun je niet aan alle wensen voldoen. Er was in het verleden een orthodoxe groep christenen die zwoer bij de King Jamesvertaling. Zij wilden de garantie dat alleen die vertaling gebruikt zou worden op de conferentie. Alles wat deze vertaling bood was goed, omgekeerd was elke andere vertaling fout. Een dergelijke eis kan natuurlijk niet worden gehonoreerd.”

Baptisten zijn goed vertegenwoordigd in Leicester, maar de uiterste rechterflank –zoals de volgelingen van J. C. Philpot– zie je hier nauwelijks.

„Het probleem is denk ik dat ze zweren bij één persoon. Alles wat Philpot gezegd heeft, is onomstreden. Kritiek is niet mogelijk. Het andere uiterste is weer dat mensen alles wat hij geschreven heeft, verwerpen. We mogen nooit één persoon verheffen tot het einde van alle tegenspraak. Dan overschatten we hem. Ook in de Schrift wordt gewaarschuwd voor mensen die zich erop beroepen dat zij door Paulus of Cefas zijn gedoopt. En Baxter bijvoorbeeld heeft prachtige dingen geschreven, maar ook discutabele.”

Drijvende kracht

Murray was als uitgever van The Banner of Truth decennialang de drijvende kracht achter de verspreiding van het puriteinse erfgoed. Hij ontleent zijn inspiratie aan de brede reformatorische en puriteinse traditie, waarbij zijn theologie laveert tussen strenge interpretaties van het calvinisme (hypercalvinisme) en arminiaanse varianten van het evangelicalisme en het charismatisch christendom. Behalve bij de puriteinen heeft hij ook warme gevoelens bij de theologische werken van Spurgeon, Edwards en Lloyd-Jones, over wie hij belangrijke werken schreef. Ook publiceerde hij biografieën over John Wesley, Arthur W. Pink en John Murray.

U bent een promotor van puriteinen. Zijn ze nog steeds populair?

„Ik denk dat ze minder worden gelezen dan enkele decennia geleden. In Engeland neemt de belangstelling af, maar wereldwijd groeit die, met name in Amerika. Overigens is daar onder invloed van het ”new calvinism” een hernieuwde belangstelling voor calvinistische schrijvers zoals John Piper. Maar die interesse is wel erg op de persoon gericht. Je moet nooit met personen weglopen, hoeveel mooie dingen ze ook gezegd hebben. De belangstelling voor puriteinen herleeft regelmatig, zelfs onder charismatische christenen. Ze denken dat calvinisten kille academici zijn, maar als ze de puriteinen lezen, treffen ze daar een warm hart aan. De nadruk op ervaring roept verwantschap op met charismatischen. Dat neemt niet weg dat ook deze groep weer te veel de zinnen zetten op de gaven van de Geest, die ook voor deze tijd zouden gelden. Het is mij allemaal te subjectief, te weinig gegrond in het objectieve; de waarheid, die echter wel het hart raakt.”

U hebt in uw boeken de puriteinse, reformatorische leer verdedigd tegenover, kortweg, hypercalvinisme en arminianisme. Hoe kan men u theologisch het best typeren?

„Evangelisch-reformatorisch, twee zaken die voor mij hetzelfde betekenen. Het gaat om God de woevereine Schepper en Koning, de onvoorwaardelijke genade van Christus en het soevereine werk van de Heilige Geest. De wijze waarop God zondaren redt, is een mysterie dat we nooit met ons verstand kunnen vatten. Het gevaar is dat we de spanning wegrationaliseren en eenzijdig teksten uit de Bijbel citeren ten koste van andere, iets wat bij zowel hypercalvinisten als arminianen gebeurt. Van een puritein is de uitdrukking dat een christen begint op de lagere school van geloof en bekering en eindigt op de universiteit van verkiezing en predestinatie. De vraag: ben ik wel uitverkoren, is een verkeerde vraag die op een verkeerde plek begint.”

De kerk in het Westen is duidelijk op haar retour. Hoe kijkt u naar de toekomst?

„Lloyd-Jones waarschuwde tegen bezorgdheid over de toekomst van de kerk. Christus is de Heer en de Regeerder van de kerk en Hij bestuurt zoals Hij weet dat het goed voor de kerk is. Lloyd-Jones heeft gezegd dat als mensen niet tot bekering komen, dat mede het gevolg is van de prediking. Hij wijst op de schuld bij voorgangers.

Er zijn altijd donkere perioden in de geschiedenis van de kerk geweest, waarin God een opleving gaf. Hij handelt altijd verrassend. De kerk is nog te weinig met de wederkomst van Christus bezig. Natuurlijk, het is niet verkeerd om te verlangen naar een opwekking, maar dan zijn we weer bezig met de kerk op aarde. Met de wederkomst begint een opwekking die alle vroegere herlevingen in de schaduw stelt.”

In Groot-Brittannië zijn land en kerk in verval en de toestand is geestelijk niet bepaald florissant, stelt Murray. „De vijandigheid ten opzichte van het Evangelie is merkbaar toegenomen. We hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, zo waarschuwt de Bijbel, maar tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Toch zijn er nu meer reformatorische en presbyteriaanse gemeenten dan vijftig jaar geleden. Het zijn weliswaar kleine gemeenten, maar hun voorgangers zijn trouw aan hun roeping en standvastig in hun geloof. Het Koninkrijk bestaat niet in getallen, noch in allerlei politieke activiteiten, maar in trouw en onderwerping aan Christus als de Koning. De Geest werkt soeverein, niet spectaculair. Dat geeft de kerk ook meer ontspanning om in deze tijd te staan, wetend dat alles in Zijn hand ligt en dat de toekomst alleen te verwachten is van de kracht van het Evangelie.”


Iain Murray

Iain H. Murray (1931) is uit Schotse ouders geboren in Lancashire. Na zijn studie theologie aan de universiteit van Durham werd hij in 1955 presbyteriaans predikant. In 1957 was hij medeoprichter van The Banner of Truth, waarvan hij tot 1996 hoofduitgever was. Murray was van 1956 tot 1960 assistent van Martyn Lloyd-Jones in de Westminster Chapel in Londen. Murray was naast zijn werk bij The Banner of Truth predikant van de Grove Chapel in Camberwell (1961-1969) en de St. Giles’ Presbyterian Church in Sydney (1981-1984). Murray woon met zijn vrouw Jean in Edinburgh; zij hebben vijf kinderen en tien kleinkinderen. Van zijn hand verschenen onder meer ”Evangelicalism Divided” (2000); ”Revival and Revivalism” (1994); ”Pentecost Today?” (1998) en een biografie over ds. John MacArthur (2011).


In kerkbreed wordt iedere week een persoon aan het woord gelaten over een actuele gebeurtenis of 
ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: dr. Iain Murray, grondlegger van de Leicesterconferentie, die deze week voor de vijftigste keer werd gehouden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer