Hoop na jaren van misbruik en eenzame opsluiting
Ze werd mishandeld en misbruikt, raakte verslaafd aan de drank en onderging twee keer onvrijwillig een abortus. In jaren vol zorg en strijd zocht Jane Lasonder haar toevlucht bij God. Ze klom omhoog uit een diep en donker dal en is nu een gelukkige moeder.
Hoeveel ellende kan een mens in zijn leven meemaken? Die vraag dringt zich op bij het lezen van ”Jane”. Samen met de evangelische voorganger Henk Stoorvogel stelde Jane Lasonder haar levensverhaal te boek.
Ze groeit op in het Britse Stevenage bij haar moeder en stiefvader, de alcoholist Mick. Als kind wordt ze geregeld opgesloten in een trapkast. „Dit is je doodskist”, krijgt ze van haar stiefvader te horen. Haar moeder, die veel buitenshuis is en uiteindelijk het gezin verlaat, steunt haar niet.
Vanaf haar zesde maakte Jane in eenzame opsluiting vele angstige uren door. Enkele jaren later, als ze door Mick en diens vrienden seksueel wordt misbruikt, verlangt ze juist terug naar de trapkast. „Daar was ik tenminste veilig voor mijn vader. Hij paste niet in de kast.” Na vele verkrachtingen blijkt ze zwanger, waarna Mick haar een abortus laat ondergaan.
Al op jonge leeftijd raakt Jane gefascineerd door een oude kerk in de buurt. Ze hoort dat God daar woont. Op een stil moment loopt ze het gebouw binnen en maakt kennis met de predikant. Ze gaat diensten bezoeken en wordt lid van het koor. De kerk is voor haar een veilige plek.
Ontroerend is de passage waarin ze als zevenjarige geld inzamelt, nadat een oproep is gedaan te doneren voor onderhoud, omdat er scheuren in de kerkmuren dreigen te ontstaan. „Het huis van God stond op instorten! Waar zou God dan moeten wonen? (…) Urenlang liep ik langs de deuren en overal vertelde ik dat God op het punt stond om dakloos te worden en dat er dringend geld nodig was voor de restauratie van zijn huis.”
Een opeenstapeling van problemen blijft Janes leven kenmerken, ook nadat ze als tiener het huis heeft verlaten. Ze verblijft een periode in Londen, waar ze een vriend krijgt die vlak voor hun trouwdag verongelukt. Later gaat ze als kindermeisje in Israël aan de slag. Ook daar doorstaat ze allerlei moeiten, waaronder een gedwongen abortus als ze zwanger is van een joodse jongen.
Op diverse plaatsen raakt ze betrokken bij een kerkelijke gemeente. Schrijnend is dat ze een periode een buitenechtelijke relatie heeft met een predikant. Later ontmoet ze een Nederlandse man, Rob. Ze trouwt met hem en komt in december 1992 in Nederland terecht, maar kan haar verleden niet van zich afschudden. Zo wordt ze als gevolg van onverwerkte trauma’s geplaagd door ernstige nachtmerries. Therapie bij een ggz-instelling blijkt noodzakelijk.
Het –meer dan eens sterk aangevochten– geloof in God geeft Jane uiteindelijk houvast. Nadat ze zich eerst in Israël heeft laten dopen, meent ze dat in Nederland opnieuw te moeten doen –„dit keer voelde het helemaal echt.” In haar verhaal spelen diverse dromen en visioenen een rol. Bijzonder is dat Jane haar stiefvader op diens sterfbed vergeeft wat hij haar jarenlang heeft aangedaan.
De zwarte bladzijden in haar leven beschrijft de auteur eerlijk en over het algemeen vrij sober. Onbeantwoord blijft de vraag waarom niemand –school, familie, politie– in haar jeugd heeft ingegrepen, terwijl het ook voor de buitenwereld duidelijk was dat Mick –een „onberekenbare psychopaat”– een gevaar vormde voor zijn gezin.
Jane –inmiddels twintig jaar getrouwd en moeder van twee tieners– wil met haar boek hoop bieden aan mensen die soortgelijke trauma’s hebben opgelopen als zij. Niet iedereen zal in alle opzichten dezelfde weg kunnen of willen gaan als de auteur, onder meer op geloofsgebied. Dat laat onverlet dat haar oproep om God te zoeken met het gebed om vergeving en genezing het waard is gehoord te worden.
Boekgegevens
”Jane. Haar leven was een hel… totdat ze geraakt werd door de hemel”, Jane Lasonder en Henk Stoorvogel; uitg. Voorhoeve, Utrecht, 2013; ISBN 978 90 435 2144 4; 236 blz.; 16,50.