De in het Limburgse Susteren geboren Limburger Van Vliet (43) studeerde fiscaal recht aan de Rijksuniversiteit Limburg in Maastricht. Na zijn studie was hij onder meer belastingadviseur bij Ernst & Young, bedrijfsfiscalist en internationaal private banker bij Van Lanschot.

Op 17 juni 2010 kwam hij in de Tweede Kamer. Hij was in 2011 ook nog drie maanden lid van de Provinciale Staten in Limburg.

Van Vliet omschrijft zichzelf als een „vechter met humor” die na een drukke week in de Tweede Kamer graag in zijn woonplaats Nederweert op zijn motor stapt om zich te ontspannen. Hij debatteert in de Kamer vaak in duidelijke taal over belastingen en zaken als jeugdwerkloosheid en WW voor artiesten. Van Vliet slaagde er de afgelopen 2 jaar meerdere keren in de Kamer achter opmerkelijke moties van zijn hand te krijgen. Soms ook met verrassende combinaties van partijen.

Zo stemde tot verrassing van velen de PvdA in 2011 voor een motie van Van Vliet die het kabinet opriep alle financiële bonussen bij staatsgesteunde banken als ABN en ING eenmalig tegen 100 procent te belasten. Volgens het toenmalige minderheidskabinet was die motie in strijd met de grondwet. De PvdA erkende de juridische problemen, maar stemde toch voor om het kabinet zo te dwingen de bonussen aan te pakken.

Van Vliet is ook de man achter een aangenomen motie die het kabinet vroeg om een oplossing te vinden voor de oldtimers. Het huidige kabinet wil oldtimers weer onder de motorrijtuigenbelasting brengen, maar Van Vliet vreest dat liefhebbers die op zondag een tochtje over de dijk maken de kosten dan niet meer kunnen opbrengen en hun ‘rijdend cultureel erfgoed’ moeten verkopen.

Een derde motie waarvoor Van Vliet een Kamermeerderheid kreeg was ook een heel bijzondere: die riep de regering op de kwalificatie van Nederland als belastingparadijs „te verwerpen en waar mogelijk in de discussie erop aan te dringen deze kwalificatie achterwege te laten”.

Aanleiding was de berichtgeving dat Nederland voor grote multinationals een belastingparadijs is. Volgens Van Vliet is dat niet zo: we betalen toeristenbelasting op vakantie in eigen land, hondenbelasting en één van de hoogste tarieven in de inkomstenbelasting. Tot ontzetting van veel SP’ers hielp ook hier de PvdA Van Vliet aan een meerderheid.

Parlementaire enquête

Een parlementaire enquête, waarvan het grondwettelijk recht bestaat sinds 1848, is het zwaarste onderzoeksinstrument dat de Eerste en Tweede Kamer kunnen instellen om een zaak tot de bodem uit te zoeken.

Een onderzoekscommissie, bestaande uit Kamerleden, beschikt over de mogelijkheid om getuigen te dagvaarden en onder ede te verhoren. Tot dusver heeft de Tweede Kamer 18 parlementaire enquêtes gehouden.

Hieronder een overzicht:

Accijns op zout (1852-1853)

Landwinning en vaarwater Zwolsche Diep (1855-1856)

Toestand Maas en Zuid-Willemsvaart (1858-1859)

Omtrent de zeemacht (1861-1862)

Nederlandse koopvaardij (1873-1874)

Longziekte onder rundvee (1876-1877)

Exploitatie Nederlandsche Spoorwegen (1880-1881)

Toestand fabrieken en werkplaatsen (1886-1887)

Regeringsbeleid in Tweede Wereldoorlog (1947-1948)

Rijn-Schelde-Verolme (1982-1983)

Bouwsubsidies (1986-1988)

Fraudebestendig paspoort (1987-1988)

Uitvoering sociale verzekeringswetten (1992-1993)

Opsporingsmethoden justitie en politie (1994-1996)

Bijlmerramp (1998-1999)

Bouwfraude (2002-2003)

Srebrenica (2002-2003)

Kredietcrisis (2011-1012)