O, schuldige zondaren. U denkt misschien dat het een geringe zaak is dat u gezondigd hebt. Ja, mogelijk houdt u de zonde als een lekkere bete onder uw tong. Het zijn de zonden die Christus aan het vloekhout deden hangen.Hier is een gezicht dat de aarde deed beven en de zon werd verduisterd. Hier kunt u zien wat de Heere van de zonde denkt. Die is zo strijdig met Zijn natuur, dat de ingewanden van vaderlijke genegenheden die Hij voor de Zoon zijner liefde had, niet in staat waren om de hand van Zijn onverbiddelijke gerechtigheid terug te houden van te slaan en te doden. En dat voor de zonde van een uitverkoren wereld.

Nooit is er iets geweest dat zo’n rechtmatige bevatting van de vlek der zonde gaf, als de dood van Christus. Maar, zullen sommigen mogelijk zeggen, wij hebben onze handen nooit bezoedeld met Zijn bloed. Wij zeggen u: O zondaren, deze zelfde zonde raakt u ook. Indien u dat wilt ontkennen, wil ik u een vraag stellen. Durft u uw ogen voor Gods oog op te heffen en te zeggen dat u de Heere Jezus Christus hebt aangenomen toen Hij u werd aangeboden? Indien niet, dan bent u hieraan schuldig dat u door uw daden te kennen geeft dat Hem te doden geen misdaad is. Dus brengt u het bloed van Christus over u. Want ongeloof onderschrijft de beschuldiging tegen Christus en verklaart Hem een verleider.

Thomas Halyburton, professor te St. Andrews (Het groot aanbelang der zaligheid, 1747)