Kuifmees kieken uit een camouflagehut
In twee maanden tijd is hij al tientallen keren verhuurd: de fotohut in ’t Gooi. Vanuit een gecamoufleerde schuilhut kunnen fotografen op slechts een paar meter afstand kuifmezen, spechten, en boomklevers op de gevoelige plaat vastleggen. “Dit concept slaat aan bij andere natuurbeheerders. Staatsbosbeheer opent in samenwerking met het Centrum voor Natuurfotografie dit jaar ook twee fotohutten in Groningen.”
Nog geen twee minuten zijn stagiaire Bas Klein en Bart Siebelink van het Centrum voor Natuurfotografie in de fotohut of de eerste vogels dienen zich al aan. Aan een korfje vol noten bungelt een boomklever. Driftig pikt de vogel enkele nootjes op. Even later is hij weer verdwenen.
“We hebben nog niet eens lokvoer gestrooid”, lacht Siebelink. In de hut staan emmertjes voer in een grote ton. Tegen de muizen.
De natuurfotograaf smeert wat pindakaas tegen de achterkant van een boomstam. De stagiaire strooit er wat vogelvoer op. “Dit moet aan de achterkant omdat het anders tijdens het fotograferen te zien is.” Siebelink strooit wat voer op anderhalve meter van de kijkgaten in de fotohut. Vervolgens drapeert hij er zorgvuldig een takje overheen. “De vogels kunnen hier op landen. Dat geeft een mooi beeld.”
Als Bart en Bas weer binnen zijn, is het fotograferen geblazen. Siebelink haalt een fototoestel met een enorme toeter van een lens tevoorschijn. Bas moet het doen met een geleende 400 millimeter lens op zijn Canon. “Prima bruikbaar”, zegt Siebelink. Hij leunt helemaal achterover en legt de megalens op zijn knie. Bas drapeert zijn lens op een pittenzak op de rand van het kijkgat.
De ene na de andere vogel dient zich aan. Op het zaad vlak voor de hut komen vooral mezen af. Glanskopmees, matkopmees, koolmees en pimpelmees. “Klik, klik, klik” doen de fototoestellen in mitrailleurtempo.
Lees de rest van het artikel in de Terdege van 27 maart.
Dit is het derde deel in een serie over kijkpunten in de natuur.
www.centrumvoornatuurfotografie.nl