Zijn lijden
Zondag 15 HC
De weldaden zijn hetgeen door Christus’ ambt verkregen is. Het ambt is de verkrijging en de schenking van die weldaden. In de geloofsartikelen gaat men van de ontvangenis en de geboorte dadelijk over op het lijden en de dood van Christus. Niet alsof er in het leven van Christus niets opmerkenswaardig zou zijn, daar Hij daarin toch de blijken gaf van Zijn vernedering en van Zijn gehoorzaamheid aan God Zijn Vader. Maar eerst omdat in deze korte geloofssom niets aangeroerd wordt dan hetgeen in eigenlijke zin onze verlossing betreft, en dat onze algehele zaligheid in het lijden en in de dood van Christus gelegen is. En vervolgens omdat Zijn hele leven niet anders dan een voortdurend lijden geweest is.
Intussen worden ook vele zeer nuttige dingen afgeleid uit de geschiedenis van Zijn levensloop, zoals de evangelisten die beschreven hebben. Want deze geschiedenis wijst uit dat alle voorzeggingen van de profeten in deze Christus samenkomen en vervuld worden. Daarmee wordt bevestigd dat deze Persoon de Middelaar is. Zij onderwijst ons ook inzake Zijn vernedering en gehoorzaamheid, die Hij aan de Vader voor ons bewezen heeft.
Zacharias Ursinus, hoogleraar in Heidelberg
(”Schatboek Heidelbergse Catechismus”, 1657)