Analyse: Polder steekt de kop in het zand voor tekortprognoses
DEN HAAG – Met het polderakkoord stapt het kabinet –in elk geval voor even– af van de lijn dat straf bezuinigen, saneren en hervormen goed is voor economie en vertrouwen.
Na een lenteakkoord, een regeerakkoord en een woonakkoord, kreeg Nederland er in een tijdsspanne van nauwelijks twaalf maanden donderdagavond een vierde akkoord bij: een, in de woorden van premier Rutte, „historisch” sociaal akkoord.
Of de tot ”Mondriaanakkoord” gedoopte polderdeal inderdaad historie zal schrijven, zoals destijds het Akkoord van Wassenaar, is nog even afwachten. Dikker is het in ieder geval wel. Werd in Wassenaar nog nauwelijks anderhalf A4’tje volgepend, in het Haagse ROC Mondriaan zetten de polderpartijen donderdagavond hun handtekeningen onder maar liefst veertig kantjes.
Het sociaal akkoord biedt het kabinet het brede maatschappelijk draagvlak dat nodig is om in crisistijd moeilijke maatregelen te kunnen nemen. En hoewel er enkele kabinetsplannen worden teruggedraaid of verzacht (zoals een werkgeversquotum voor arbeidsongeschikten, de nullijn in de zorg en de WW-versobering) blijven er tegelijkertijd ook veel hervormingen staan, waarachter de polder zich nu breed schaart.
Wel wordt de invoering van al die plannen in veel gevallen op de lange baan geschoven; zo gaan de vereenvoudiging van het ontslagrecht en de bekorting van de WW-duur pas vanaf 2016, stapsgewijs, in. „We hebben afgesproken dat de crisis in dat jaar voorbij is”, grapte werkgeversvoorman Wientjes daarover. Toch zal de burger, die de afgelopen tien jaar maar liefst zes keer naar de stembus ging, zich niet geheel ten onrechte afvragen of er van dat uitstel geen afstel komt.
Met het akkoord lijkt de door sommigen al bijna opgegeven polder definitief terug van weggeweest. De partijen waren dat punt enkele maanden geleden al dicht genaderd, toen eind oktober bleek dat de informateurs van het huidige kabinet al vergaande afspraken hadden gemaakt met werkgevers en werknemers over onder meer ontslagrecht en WW. Omdat FNV-voorman Heerts echter pardoes werd teruggefloten door de grote bonden in zijn verdeelde FNV-achterban, kwam een sociaal akkoord toen niet tot stand. Die streep door de rekening van het kabinet is donderdag hersteld.
Tegelijkertijd zet het sociaal akkoord –en nu vooral letterlijk– een nieuwe streep door de rekening van het kabinet. Allereerst omdat er aan het akkoord een structureel prijskaartje hangt van 600 miljoen euro, anderzijds omdat werkgevers en werknemers hebben afgedwongen dat het kabinet de extra bezuinigingen voor volgend jaar in de ijskast zet. Juist afgelopen maand nog presenteerde het kabinet een pakket van 4,3 miljard euro aan aanvullende bezuinigen om te kunnen voldoen aan de Brusselse eis van maximaal 3 procent begrotingstekort.
Het kabinet hoopt erop dat het polderakkoord het geslonken vertrouwen onder burgers herstelt en zo de economie weer aanslingert, waardoor de overheidsinkomsten opveren en er helemaal geen extra bezuinigingen nodig zijn voor volgend jaar. Daarmee steekt de polder collectief de kop in het zand voor alle tekortprognoses die aangeven dat, ondanks een licht economisch herstel, het tekort volgend jaar verder zal oplopen.
Een combinatie van vertrouwensherstel plus „een groene waas van economisch herstel die al zichtbaar is”, zullen volgens de premier echter een impuls kunnen geven aan de economie die groter is dan nu wordt verwacht. Op televisie riep Rutte burgers op om meer risico te nemen en „toch dat huis of die auto” te kopen, „zodat we het Centraal Planbureau kunnen verslaan.”
Die opmerkingen onderstrepen dat het kabinet, door de aanvullende bezuinigingen van tafel te halen, al een risicovol voorschot neemt op die extra groei, waarbij het bovendien nog de vraag is of de Europese Commissie Nederland wel de financiële ruimte geeft die het nu voor zichzelf opeist.
Hoe dan ook: de komende maanden zal moeten blijken of de overeenstemming in de polder de kopschuwe consument inderdaad weer aan het besteden krijgt, of dat het toch blijft bij wensdenken van het kabinet.
Burgers krijgen er in het akkoord immers geen geld bij. De 46 miljard aan bezuinigingen die voortkwamen uit achtereenvolgens Rutte I, het lenteakkoord en Rutte II blijven gewoon staan, waardoor huishoudens in 2013 voor het zesde jaar op rij hun reëel beschikbare inkomen zien dalen. Ook is nog onduidelijk hoe het akkoord op korte termijn de rap oplopende werkloosheid moet keren.
Daarbovenop blijven de extra bezuinigingen de komende maanden toch boven de markt hangen. Tot woede van onder meer de SP zinspeelde de premier erop dat, indien het polderbesluit de economie toch niet het nieuwe elan geeft waarop nu wordt gehoopt, „een deel van de maatregelen die we voornemens waren mogelijk weer herleven.”
Daarmee groeit de kans dat het kabinet in de aanloop naar Prinsjesdag alsnog aanvullende hervormingen zal moeten nemen. Dan zal ook blijken of het sociaal akkoord het voor het kabinet makkelijker of juist moeilijker heeft gemaakt om zijn plannen door de Senaat te kunnen loodsen. De eerste geluiden wijzen erop dat het kabinet in ieder geval op zoek zal moeten naar nieuwe politieke vrienden. D66, dat het kabinet recent nog steunde bij de totstandkoming van het woonakkoord, lijkt af te vallen als potentiële steunbeer. Of het CDA, dat zichtbaar geniet van zijn plek in de kritische oppositie, die leemte zal willen opvullen is nog maar de vraag.