Nieuwe en oude windmolens in Nieuwegein
Midden in Nieuwegein, in een fel voorjaarszonnetje, wentelden de wieken van poldermolen Oudegein vorige week vrolijk rond. De wind waaide echter tevergeefs. „De molen heeft helaas geen enkele functie meer”, vertelt molenaar Frank van der Lecq (71).
Binnen draait een aandrijfas doelloos zijn rondjes; het grote scheprad is afgekoppeld. „Ik kan de schoolklassen die hier komen helaas niet laten zien waarvoor de molen ooit was bedoeld: overtollig water uit de polder pompen. Plannen om de molen zijn vroegere werk weer op te laten pakken, strandden elke keer in de gemeenteraad, op het geld. Zo jammer.”
Tegenover de molen staat het Milieu Educatie Centrum van Nieuwegein, in de volksmond bekend als het MEC. Wie onbekend is in de stad, heeft moeite om het te vinden; een adequate bewegwijzering is er niet.
In het gebouw is het gezellig druk. Een schaalmodel van een moderne windmolen springt direct in het oog. Energiebedrijf Eneco houdt een inloopmiddag. Nieuwegeiners kunnen zich op de hoogte laten stellen van de plannen die Eneco heeft voor een park met vijf windmolens op bedrijvenpark Het Klooster langs de snelweg A27.
Emmer vol
Belangstelling is er genoeg. Een vrouw vraagt of alle elektriciteit van de molens naar de Nieuwegeinse huishoudens gaat. Rolf Koster van Eneco schudt zijn hoofd. „We leveren aan het energienet een bepaalde hoeveelheid stroom. En diezelfde hoeveelheid stroom verkopen we aan afnemers van groene energie. Of dat ook precies die stroom is uit de windmolens, kan ik niet nagaan. Ik vergelijk het stroomnet graag met een badkuip waarin mensen om de beurt een emmer water gooien. Iemand die er een emmer water uit schept, weet niet van welke emmer het water afkomstig is, maar hij weet wel hoeveel hij eruit haalt: een emmer vol.” Kritischer noten hoeft Koster die middag niet te kraken.
Wat kunnen de Nieuwegeiners verwachten van een windpark in hun omgeving? Eneco wil hun dat aan den lijve laten ondervinden en heeft deze middag een excursie naar windpark Lopik georganiseerd.
Marianne van den Heuvel van Eneco is gastvrouw. Onderweg vertelt ze dat de windmolens van Lopik 80 meter hoog zijn met wieken van 40 meter. „In totaal zijn de windmolens dus 120 meter hoog. In Nieuwegein komen molens met een masthoogte van 100 meter. Maar als je er dichtbij staat, zie je echt het verschil niet meer tussen een molen van 80 meter of een van 100 meter.”
IJzeren regelmaat
Het windpark telt drie molens. De wieken draaien in ijzeren regelmaat hun rondjes in de frisse voorjaarsbries. In de vlakke polder is het bij windkracht 4 ijzig koud. De deelnemers aan de excursie trekken hun kraag nog wat hoger op of knopen hun das wat steviger dicht.
Hoe dichterbij, hoe indrukwekkender de windmolens worden. Op een betonnen plaat van zo’n 10 bij 10 meter staat een mast met een doorsnede van pakweg 4 meter. De servicedeur van een van molens staat open. Zou deze molen ook vanbinnen te bezichtigen zijn?
Een hybride Toyota Prius van Eneco arriveert. Co Oskam, sitemanager bij Eneco, neemt het stokje over van Marianne en duikt direct de techniek in. „Op de masten van deze molens staan V80-turbines van fabrikant Vestas, elk van 5 meter hoog en 10 meter lang. Ze leveren samen maximaal 6 megawatt; genoeg energie voor 4000 huishoudens.”
Het maken van stroom gaat op dezelfde manier als met de dynamo van een fiets, legt Oskam uit. „Als het waait drijven de rotorbladen via een tandwielkast een generator, een grote dynamo, aan. Hoe meer wind, hoe meer stroom er uit de generator komt. De wieken draaien dan niet sneller omdat de molen zal pitchen: hij stelt automatisch de bladen zo in dat de opbrengst uit de wind maximaal is.”
De veiligheidshelmen moeten op en de sitemanager gaat de molen in; de excursiegangers volgen. „Bij een draaiende molen mogen we niet naar boven, dus we blijven op de begane grond.” Naar boven klimmen, is overigens geen pretje. Dat moet via een smalle steile trap van 75 meter hoog. „Als we bovenin zitten, moeten we eerst even uitblazen.”
Een van de deelnemers vraagt of er bovenin een koffiezetapparaat is. Oskam schudt glimlachend zijn hoofd. „Nee, daarvoor is geen plaats. Het is bovenin erg krap: kruip-door-sluip-door.”
Voor noodgevallen zit er boven in het turbinehuis een veiligheidsluik, waardoor onderhoudsmonteurs bij een calamiteit kunnen ontsnappen. „We moeten daarvoor elk jaar een keer oefenen met abseilen.”
Koperdiefstal
Waarom staan turbines soms stil? „Een stilstaande turbine kost geld, dus dat willen we voorkomen”, stelt Oskam. „In de meeste gevallen is er sprake van regulier onderhoud. Eens in de maand controleren we of er geen bijzonderheden zijn; dan draaien ze gewoon door. Een keer per halfjaar krijgen de molens regulier onderhoud; daarvoor zetten we ze wel stil. En boven windkracht 10 schakelen de molens automatisch uit. Tijdens vorst zetten we ze soms stil omdat er dan brokken ijs van de bladen kunnen vallen. En in een enkel geval kan een molen kapot zijn.”
Een probleem waardoor windmolens soms ook uitvallen, is koperdiefstal, vervolgt de sitemanager. „Dieven weten precies dat ze alleen de aardedraad moeten stelen; daarop staat geen spanning. Op de dikke zwarte daarnaast staat 10.000 volt. Die pakken ze niet. Het koper levert hun 350 euro op, maar wij hebben een schadepost van 5000 euro.” Maar dat is in Lopik nog niet aan de orde geweest.
Moderne windmolens met hun zoevende rotorbladen zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het landschap. Of ze mooi of lelijk zijn? De steunende en krakende charme van poldermolen Oudegein kan molenaar Frank van der Lecq meer bekoren. Hij blijft erop hopen dat zijn molen ooit nog eens water zal pompen. „Puur voor het aanschouwelijke onderwijs aan jongeren.” Al pratend ziet hij ineens een lichtpuntje, nu er een windmolenpark komt in Nieuwegein. „Misschien wil Eneco wel een donatie doen.”
Open Winddag
Op de Open Winddag op zaterdag 15 juni kunnen belangstellenden een kijkje nemen bij de bouw van een windpark aan de Veerhavenweg in Houten.
Project met een gezicht
Her en der verrijzen er in het land nieuwe windmolenparken. Deels zijn ze het gevolg van de afspraken die het Rijk recent heeft gemaakt met de provincies, vertelt Rolf Koster, projectontwikkelaar bij energiebedrijf Eneco. Dat van Nieuwegein heeft al een lange voorgeschiedenis.
Het windmolenpark bij bedrijvenpark Het Klooster naast de A27 bij Nieuwegein is niet het enige dat Eneco in voorbereiding heeft. Ook bij Vianen en Houten zijn de plannen in een vergevorderd stadium. Anders dan in beide andere plaatsen verzetten de Nieuwegeiners zich nauwelijks tegen de komst van het windpark.
Opvallend? „Ik sprak zojuist een meneer die dicht bij een van de geplande windmolens woont. Hij reageerde positief en had een houding van: we gaan het wel zien. Ik heb hem mijn telefoonnummer gegeven”, vertelt Koster. „Persoonlijk contact is in zo’n vergunningentraject ontzettend belangrijk. Een project krijgt daarmee een gezicht.”
Transparant
Niek Wolters, gemeentelijk projectleider van het windpark, knikt instemmend. „Vanaf het begin zijn we heel transparant geweest. In 1999 toen bedrijvenpark Het Klooster werd gepland, heeft de gemeente ook kenbaar gemaakt dat er een windmolenpark bij zou komen. In de loop van de jaren zijn de Nieuwegeiners keer op keer geïnformeerd over het windpark. Ze zijn eraan gewend geraakt.”
Koster kan zich er wel iets bij voorstellen dat mensen zich zorgen maken wanneer een windmolenpark met 100 meter hoge masten bij hen in de buurt wordt geplaatst. Een van de pijnpunten is het geluid van de draaiende wieken. Wettelijk mag dat niet boven de 47 decibel uitkomen tegen de gevel van een huis of bedrijfspand.
Daarnaast kunnen mensen zich –vooral in het voor- en najaar– druk maken over de slagschaduw van draaiende wieken. Volgens de wet moeten molens worden stilgezet als er per jaar meer dan 6,5 uur slagschaduw op een woning valt. De molens zijn uitgerust met slagschaduwsensoren, die de wieken automatisch stilzetten wanneer de norm wordt overschreden.
„Sommige mensen vinden dat windmolens de horizon vervuilen”, vervolgt de projectontwikkelaar. „Maar dat is vooral een kwestie van smaak. Bovendien staan de molens er maximaal twintig jaar. Eneco is wettelijk verplicht ze na die tijd weer op te ruimen. Feitelijk lenen we een stukje van het landschap.”
Radarverstoring
Tot 11 april kunnen belanghebbenden hun zienswijze kenbaar maken over het nieuwe bestemmingsplan waarin het windpark een plaats heeft gekregen.
Door onder meer een faillissement van een projectontwikkelaar in 2009 heeft het lang geduurd voordat het park van de grond is gekomen; pas eind 2014 wordt het opgeleverd. Wolters herinnert zich een bizar voorval dat de komst van het park ook nog vertraagde. „De molens zouden radarverstoring opleveren voor Vliegbasis Soesterberg. Onzin natuurlijk, want het vliegveld was allang buiten gebruik. Ten slotte kregen we een bevestiging dat Defensie geen bezwaar had tegen de komst van het windpark.”
Het windpark wordt uitgerust met vijf turbines van 2 tot 3 megawatt opgesteld vermogen. Samen leveren die genoeg energie voor 8000 huishoudens. Bij elke geleverde kilowattuur moet nog steeds subsidie, weet Koster. „Hoeveel? Dat zeg ik liever niet, maar aan 7 cent heeft Eneco niet genoeg.” Wolters: „Maar het windmolenpark past prima in het streven van Nieuwegein om tegen 2040 klimaatneutraal te zijn, legt Wolters uit. „Een uitgestippeld traject of blauwdruk daarvoor, hebben we niet; maar we pakken alle mogelijkheden aan.”
www.nieuwegein.nl/infotype/news/newspage
Windpark in cijfers
Aantal windturbines: 5
Opgesteld vermogen per turbine: 2 tot 3 megawatt
Hoogte mast: 100 tot 108 meter
Rotordiameter: 80 tot 90 meter
Opgewekte energie: 27 miljoen kilowattuur per jaar
Aantal huishoudens voorzien: 8000
Bron: Eneco