Spoken?
Zagen de Nederlandse mariniers die in het zuiden van Irak op verdachte granaten stuitten spoken? Britse experts gaan onderzoeken of de projectielen een chemische lading dragen. De uitslag van hun test is van belang. De VS en Engeland vielen in maart Irak binnen, omdat Saddam Hussein zou beschikken over massavernietigingswapens. Tot op heden vond niemand iets waarmee nucleaire, chemische of biologische oorlogvoering mogelijk is. Tegenstanders van de oorlog weten zich daardoor in hun standpunt bevestigd. Als de Engelse deskundigen eindelijk zouden vertellen dat Bush en Blair hun beschuldiging terecht uitten, zou dat hun politiek aanzien zeer ten goede komen.Het staat vrijwel vast dat de Arabische televisiezender Al-Jazeera recent daadwerkelijk Osama bin Laden aan het woord liet. Die dreef de spot met Bush. De Amerikaanse president zou gedacht hebben dat Irak en zijn olie een makkelijke buit waren. Maar dat blijkt niet waar te zijn.
Het lijkt erop dat Bush inderdaad te simpel heeft gedacht over de oorlog in Irak. De man uit het Witte Huis beschouwt de geluidsband als een bewijs dat de strijd tegen het terrorisme moet doorgaan. Dat zal waar zijn. Maar als Bush de argumenten die tot de oorlog tegen Irak hebben geleid niet echt hard kan maken, schaadt dat zijn persoonlijke geloofwaardigheid.
Onderzoek moet aantonen of de vondst van de Nederlandse mariniers iets voorstelt, of dat zij spoken zagen. Washington en Londen zouden er bij gebaat zijn als de Britse experts zouden bevestigen dat er sprake is van chemische wapens. De onafhankelijkheid en onomkoopbaarheid van zulke mensen dient dan ook boven alle twijfel verheven te zijn.
Veel moed kunnen Bush en Blair er overigens niet op hebben. Want reeds eerder troffen Amerikaanse onderzoekers een verdachte biologische stof aan in Irak. Experts verklaarden toen echter dat het spul waarschijnlijk in de jaren ’80 legaal werd gekocht in de Verenigde Staten.
Toch is het niet aannemelijk dat de Amerikaanse president spoken zag. De voormalige wapeninspecteur Rolf Ekéus, een Zweed, zei zaterdag in een interview in deze krant dat hij het bestaan van een biologisch wapenprogramma in Irak toch waarschijnlijk acht. Hij bedoelde daar niet mee dat er op het moment van de aanval massavernietigingswapens beschikbaar waren in Irak. Maar dat er kennis in huis was om chemische en biologische wapens te maken. Dat vormt een uiterst mager motief om een oorlog te beginnen. Maar het is in elk geval een argument.
De voormalige luchtmaarschalk van Saddam Hussein, George Hormis Sada, ging -eveneens in een vraaggesprek- in juni verder. Volgens de gewezen topmilitair ging het niet slechts om kennis om iets te vervaardigen. Maar over concreet bezit. Zo iemand, die regelmatig met de dictator zelf sprak en omgang had, valt niet zomaar gebrek aan deskundigheid toe te schrijven. Hij zei: „Ik ben er zeker van dat Irak beschikte over massavernietigingswapens. Ze zijn ergens verborgen. Nog steeds. Of ze zich in ons land bevinden, of daarbuiten, weet ik niet.” Van nucleaire strijdmiddelen is geen sprake, zei Sada. „Maar wel van chemische en biologische wapens.”
De vraag of Irak werkelijk over massavernietigingswapens beschikte op het moment van de oorlog, of niet, heeft in zoverre afgedaan dat de oorlog nu eenmaal is gevoerd. Het resultaat blijkt ondertussen nauwelijks te typeren als een werkelijke overwinning van Amerika en Engeland. Maar als het onderzoek van de experts zou bevestigen dat de door de mariniers gevonden granaten chemische lading bevatten, zou dat op z’n minst de gezondheid van de Britse premier ten goede kunnen komen. En stellig ook het aanzien van z’n vriend Bush.