Glossy Thomas a Kempis in Zwolle gepresenteerd
ZWOLLE – Niet iedereen zal paraat hebben dat het gezegde ”Met een boekje in een hoekje” ontleend is aan het grafschrift van de in 1471 overleden Zwollenaar Thomas a Kempis. „Overal heb ik rust gezocht”, stond daarop, „maar nergens gevonden, behalve in een hoekje met een boekje.”
Het is een weetje in de glossy Thomas, die woensdag in Zwolle werd gepresenteerd. Dat gebeurde op een bijzonder geschikte locatie: in het Theehuis van horecabedrijf De Agnietenberg, op enkele honderden meters afstand van de plaats waar ooit het Agnietenklooster zich bevond en Thomas a Kempis zijn ”Navolging van Christus” schreef.
Twintig jaar werkte de kloosterling aan zijn boek. In 1441 voltooide hij het. Het zou hem wereldberoemd maken.
De stichting Thomas a Kempis zet zich inmiddels 25 jaar in om het gedachtegoed van A Kempis en de moderne devotie weer onder de aandacht te brengen en te actualiseren. Tot nu toe deed zij dit eigenlijk alleen in Zwolle en omgeving, maar met de glossy Thomas „slaan we onze vleugels wijd uit”, zo zei voorzitter Mariska van Beusichem woensdag.
De protestantse predikante was hoofdredacteur van de glossy, die in een oplage van 13.000 exemplaren bij uitgeverij Boekencentrum verscheen. Afgaande op de grote belangstelling voor eerdere tentoonstellingen rond Thomas a Kempis en de moderne devotie vermoedt ze dan ook een „smachtend publiek.”
Evenals eerdere glossy’s –waaronder die over Calvijn, over Arminius en over Antoine Bodar– richt de glossy Thomas zich op een brede groep lezers. Bekende en minder bekende Nederlanders, christelijk en niet-christelijk, een moslima ook, vertellen erin wat zij al dan niet met A Kempis hebben. Zo antwoordt singer-songwriter Lenny Kuhr –die woensdag ook een muzikaal intermezzo verzorgde– op de vraag of Thomas’ boek nog bruikbaar zou zijn voor mensen nu: „Zeker zijn er dingen uit te gebruiken! (…) Devotie vind ik iets ontzettend moois. Toegewijd aan… Daar zit een heel mooie beweging in, als de wiekslag van een engel.”
Drie personen kregen woensdag een „eerste exemplaar” van de glossy overhandigd: Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, zangeres Lenny Kuhr en burgemeester H. J. Meijer van Zwolle. Zij vertegenwoordigden, aldus hoofdredacteur Van Beusichem, achtereenvolgens „al die kerken die samen zoeken naar bezieling”, „al die spiritueel geraakte mensen, ook buiten de gevestigde kerken” en „de Zwolse samenleving en alle andere samenlevingen op deze aardbol.”
Burgemeester Meijer (VVD) toonde zich ingenomen met de glossy, „al had ik de combinatie Thomas en een glossy niet meteen gemaakt. Maar, zijn werk is niet altijd even toegankelijk. Een glossy kan hem wél dicht bij mensen brengen.”
„Wat mij altijd weer opvalt bij Thomas, bij de moderne devotie”, gaf hij verder aan, „is hun enorme toewijding. Aan het christendom, maar ook aan de samenleving als geheel. Onderwijs voor iedereen bijvoorbeeld, waarvoor ook iemand als Joan Cele zich bijzonder heeft ingezet. Ik zou hier willen spreken van een calvinistische wijze van leven – nog voordat Calvijn bestond. En die kom ik nog stééds tegen. Vanmorgen was ik bij een echtpaar dat 65 jaar getrouwd was, 88 en 97 jaar oud. Nog steeds staan zij altijd voor anderen klaar – daar hadden vroeger zelfs hun kinderen weleens voor moeten wijken. Dat bezoek maakte veel indruk op mij.”
SGP’er Van der Staaij: Bedelaars zijn en blijven we
SGP-leider Van der Staaij kocht Thomas a Kempis’ geschrift ”Navolging van Christus” al in zijn jonge jaren, zo blijkt uit de glossy. „Ik heb het boek tijdens de zomervakantie van 2012 nog weer eens gelezen: elke dag een stukje. Daarnaast heb ik ook nog een luisterboekversie beluisterd. Daar is het heel geschikt voor: aandachtig lezen, rustig luisteren.”
In het interview reageert Van der Staaij op hoofdstuk 16 uit boek 3, ”Dat wij onze noden voor Christus moeten blootleggen en om zijn genade vragen”. Wat spreekt hem daarin aan? „Genezing, vertroosting en verlichting – dat is wat bij God te vinden is en wat we ook hard nodig hebben. Hij kent ons volmaakt, Hij weet dat er bij ons ten diepste alleen gebrek en tekort is. Bedelaars zijn en blijven we, smekend om Zijn genade.”