Kerk & religie

„Calvijn leest profeten vanuit voorzienigheid”

PRINCETON – Calvijn mag niet uit de aandacht van kenners van de vroegmoderne geschiedenis verdwijnen. Vanuit die gedachte beleggen Amerikaanse (kerk)historici om de twee jaar een bijeenkomst waarop Calvijns denken centraal staat.

Dr. M. A. van den Berg
10 April 2013 11:25Gewijzigd op 15 November 2020 02:58
Profetieën laten tot vermaning en bemoediging van de kerk zien hoe God altijd, dus ook in de tijd van Calvijn, via Zijn wonderlijke voorzienigheid de geschiedenis leidt. Foto RD
Profetieën laten tot vermaning en bemoediging van de kerk zien hoe God altijd, dus ook in de tijd van Calvijn, via Zijn wonderlijke voorzienigheid de geschiedenis leidt. Foto RD

In de tijd van de Reformatie was er sprake van een bijzondere belangstelling voor de stem van de profetie van het Oude Testament. Er werd bij alle radicale vernieuwing immers ook naar een historische verantwoording gezocht. Men had de geschiedenis nodig om de breuk met Rome te kunnen verantwoorden.

Wat er in de zestiende eeuw en de eeuwen daarvoor gebeurd was met de kerk van Christus moest op de een of andere wijze terug te vinden zijn in de Heilige Schrift. Vandaar dat de boodschap van de profeten met bijzondere interesse werd beluisterd. In hoeverre lieten zij al zien wat er later in Gods voorzienigheid en leiding van de kerk zou geschieden?

Over deze vragen sprak prof. Euan K. Cameron, hoogleraar aan Union Theological Seminary, New York, op de tweede dag van het Calvin Studies Society Colloquium. De titel van zijn referaat was: ”Calvijn de historicus: Bijbelse oudheid en schriftuurlijke exegese in de zoektocht naar een betekenisvol verleden.”

Anders dan andere reformatoren, bijvoorbeeld Melanchthon, zag Calvijn in de woorden van de profeten geen directe verwijzing naar zijn eigen tijd. De historische betekenis van de profetische boodschap ging niet verder dan de komst van Christus en Zijn rijk in de kerk. Alles wat in de profeten van het Oude Verbond te vinden is, is in Christus vervuld.

Dat betekent echter niet dat de profetieën voor de eigen tijd geen betekenis hebben. Integendeel, ze laten tot vermaning en bemoediging van de kerk zien hoe God altijd, dus ook in de tijd van Calvijn, via Zijn wonderlijke voorzienigheid de geschiedenis leidt. Niet de concrete toekomstige voorzegging, maar de analogie, de overeenkomst tussen de situatie waarin de profeten verkeerden en die van ons, is een belangrijk gegeven. Cameron maakte aan de hand van voorbeelden uit Jesaja, Jeremia en vooral Daniël Calvijns visie op de wereldgeschiedenis duidelijk. Calvijn geeft daarbij blijk van liefde voor de geschiedschrijving van de klassieke oudheid.

Interessant was ook de bijdrage van prof. Anthony Grafton, die niet aanwezig kon zijn, maar zijn referaat liet voorlezen door een van de aanwezige collega’s. Recent verscheen van zijn hand een studie over de belangstelling die calvinisten hadden voor rabbijnse Schriftgeleerdheid.

In zijn bijdrage maakte hij duidelijk hoe Joseph Scaliger, begin zeventiende eeuw gereformeerd hoogleraar aan de universiteit van Leiden, op positieve wijze aandacht vroeg voor de joodse wortels van de christelijke kerk.

Scaliger koos bijvoorbeeld bewust voor een andere uitleg van de geschiedenis van Jezus’ laatste avondmaal dan Calvijn en Beza, die vooral de breuk met de Joodse sedertraditie benadrukten. Volgens Scaliger heeft de Heere Jezus voorafgaand aan de instelling van het laatste avondmaal alle onderdelen van de sedermaaltijd gehandhaafd. Zo konden christenen iets leren over het Nieuwe Testament door kennis te nemen van de geleerdheid van de joden. De Talmoed en de Misjna konden dienen als nuttige hulpbronnen voor Bijbelstudie.

Theater

Calvijn maakt regelmatig gebruik van het beeld van het theater. De wereld is Gods theater waarin Zijn glorie zichtbaar wordt. Wat betekent dit beeld van het theater met het drama dat daar wordt opgevoerd voor het verstaan van de Bijbel?

Op die vraag wilde prof. William A. Dyrness van Fuller Theological Seminary een antwoord geven, in de lijn van een aantal recente publicaties waarin hij een pleidooi voert voor een wat minder doctrinaire en meer „poëtische” theologie.

Bij Calvijn gaat het om wat anders dan het ”drama” van de rooms-katholieke theologie. Daarin wordt het heil in het sacrament –dat alle aandacht vraagt– als in een drama zichtbaar gemaakt. Daarentegen gaat het in de Reformatie om de zaak dat het heil door de prediking van de Schriften gestalte krijgt in het leven van de kerk en de gelovige.

„In de daad van de prediking komen de mysteriën, de heilsgeheimen aan het licht. Het heil is niet de mis in zijn middelpuntzoekende kracht, maar juist het middelpuntvliedende gebeuren dat zich afspeelt in het leven van de gemeente, die leeft uit de zegen van het kruis van Christus. Dat is het grote drama dat levens werkelijk verandert.” Volgens Dyrness is dat ook het geheim van de prediking van Calvijn.


Aan Princeton Theological Seminary (VS) werd van 4 tot 6 april het colloquium ”Calvin and the Book” belegd door de Calvin Studies Society. Deze krant doet verslag. Vandaag het slot. De eerste aflevering vindt u hier.


Lees ook:

Psalm 138 van Feike Asma in Princeton

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer