Kaesong ligt 10 kilometer ten noorden van de grens tussen Noord- en Zuid-Korea. De regio heeft een oppervlakte van 66 km² en kwam tot stand in 2002 na een bijeenkomst van de toenmalige Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung en de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il. Het doel van die ontmoeting was om de economische banden tussen de twee landen te versterken en vrede te garanderen.

Noord-Korea levert grond en arbeiders, terwijl Zuid-Korea bijna alle overige zaken levert, van elektriciteit en ruwe materialen tot communicatievoorzieningen. In het begin waren er zo’n 15 Zuid-Koreaanse bedrijven. Nu is het aantal gegroeid naar 120. In totaal werken er 53.000 Noord-Koreanen in de regio die voor een omzet van ongeveer 1,5 miljard euro zorgen. In de overeenkomst tussen Noord- en Zuid-Korea staat dat Zuid-Koreaanse bedrijven niet direct Noord-Koreaanse arbeiders kunnen aannemen. De rekrutering van de arbeiders gaat via een bedrijf dat is gevestigd in Pyongyang en de salarissen van de Noord-Koreaanse arbeiders regelt.

Het noorden, altijd geneigd om zijn onbehagen over het zuiden te uiten, heeft de werkzaamheden op het terrein diverse keren onderbroken. In 2008 blokkeerde het de toegang tot de regio, nadat Zuid-Koreaanse activisten ballonnen en objecten over de grens hadden gegooid om kritiek op het Noord-Koreaanse bewind uit te oefenen. Een jaar later weigerde Noord-Korea Zuid-Koreaanse zakenlieden de toegang tot Kaesong.

In mei 2009 sprak Pyongyang zijn ontevredenheid uit over de te lage lonen van Noord-Koreaanse arbeiders. In juni 2009 eiste het een maandsalaris van omgerekend 230 euro per arbeider in plaats van de 58 euro die zij tot dan toe ontvingen. De lonen kwamen in 2012 uit op 123 euro per maand, een vijfde van het Zuid-Koreaanse minimumloon.