Binnenland

Sluitingstijden (op zondag) horeca houden gemeenten bezig

Horecabazen de vrije teugel geven om zelf te bepalen wanneer ze hun zaak ’s nachts sluiten, zou leiden tot minder overlast voor omwonenden en meer veiligheid op straat. Is dat zo?

Bert Monster en Ben Provoost
6 April 2013 11:27Gewijzigd op 15 November 2020 02:53

„Op maandag gesloten. Di. Woe. Do. Zo. geopend van 16.00-21.00 uur. Vrijdag en Zaterdag van 16.00-”, zo staat in paarse letters te lezen op de deur van eethuis Buitendams in de gelijknamige straat in Hardinx­veld-Giessendam. Een sluitingstijd op vrijdag en zaterdag is er niet, sinds de gemeente eind vorig jaar na een positief verlopen proef met vrije sluitingstijden de regels uit de algemene plaatselijke verordening (APV) schrapte. Het is dus aan de horeca zelf om te bepalen wanneer de deur op slot gaat.

Als vanzelf loopt Buitendams uit op de Damstraat, hét uitgaansgebied van Hardinxveld-Giessendam. Een wit bord met groene letters op de gevel van café Tapperij Damrak geeft aan dat alleen personen boven de 16 jaar toegang hebben. Binnen springen de knipperende lichten van twee gokautomaten in het oog. Met drie aparte gedeelten is Tapperij Damrak het grootste café in Hardinxveld-Giessendam. Twee ruimtes hebben een eigen bar. Boven de ingang van de derde ruimte prijkt een bordje met de tekst ”place des fumeurs”. „Dit bordje kregen we van de buurman, zegt barmedewerkster José van Heteren. „Het schijnt rookruimte te betekenen.”

Het vrijgeven van de horecatijden is een goede zaak, vindt Van Heteren. „Voorheen was er altijd lawaai op straat. Dat kan ook niet anders als er tussen 2.00 en 2.30 uur ineens een paar honderd man buiten staan. Nu zijn de geluids- en andere overlast verleden tijd. De belangrijkste regel is dat cafébezoekers na 1.30 uur niet meer naar binnen mogen. Ze zorgen ervoor om voor dat tijdstip binnen te zijn. Vervolgens blijft het rustig en gemoedelijk. Ze weten dat ze alle tijd hebben en gaan ook veel rustiger weg.”

Een nadeel vindt Van Heteren dat de kroeg langer open moet blijven om hetzelfde te verdienen. „Vroeger was het druk van acht uur ’s avonds tot twee uur ’s nachts. Nu is de drukte verschoven van elf uur ’s avonds tot vijf uur in de ochtend. Met een beetje geluk is de schoonmaak zondagochtend om negen uur klaar.”

Omzet

Vier deuren verder dan Tapperij Damrak zit café ’t Kraaiennest. Aan de muur prijken trofeeën van de gelijknamige biljart- en dartvereniging. Marion Blom, die samen met haar zus Esther van Heteren de tent runt, bekent dat ze in eerste instantie sceptisch was over de proef met vrije sluitingstijden. „Ik moest er niet aan denken tot 5.30 uur open te zijn”, zegt de caféhoudster. „Gelukkig is dat meegevallen. Zaterdagnacht zijn de laatste klanten om 3.30 uur wel vertrokken.”

De dames draaien vast meer omzet? „Was dat maar waar”, zegt haar zus. „Ik verdien nog precies hetzelfde.” Een cafébezoeker van middelbare leeftijd legt met een biertje in de hand uit waarom: „Als je altijd gewend was vijf biertjes te drinken, dan drink je er niet ineens zeven. Dan heb je de volgende dag een groot probleem.”

Op de kruising Damstraat/Peulenstraat lapt eigenares Pauline van Dijk de ramen van haar 
brocantewinkeltje La PéCule. Ook zij is voorstander van vrije sluitingstijden. „Ik woon op nog geen vijftig stappen van beide cafés, maar de keren dat er overlast is, zijn op de vingers van één hand te tellen. Dát ding”, wijst ze met haar vinger naar de camera op de hoek van de straat, „bevordert de veiligheid. Ik bof maar dat mijn winkeltje in beeld is.”

Herrie

Haar buurvrouw Annemarie van Noordennen is niet zonder meer lovend over het verruimen van de sluitingstijden. „Onlangs hebben we twee keer de politie gebeld, omdat er maar geen einde kwam aan de herrie op straat. Het scheelt gelukkig dat mijn man aan de binnenkant van ons raam latjes heeft gemonteerd. Ze dempen het lawaai en die latjes staan ook nog eens gezellig.”

Berustend: „Je kunt ook niet verwachten dat het vlak bij de kroeg ’s avonds doodstil is op straat. Maar de tijden zijn wel veranderd. Toen ik vroeger zelf op stap ging, zaten we om acht uur in het café en moesten we voor de zondag thuis zijn. Nu gaan de jongelui er pas met de zondag naartoe.”


Horeca ook in biblebelt op zondagochtend open

Het tijdstip waarop de horeca in de nacht van zaterdag op zondag de deuren moet sluiten, ligt in gemeenten in de biblebelt hoogstens iets eerder in de nacht dan in andere gemeenten. De grens van 0.00 uur lijkt in de praktijk nergens meer te gelden.

Een confessionele meerderheid in de gemeenteraad is geen garantie dat de horeca in de nacht van zaterdag op zondag uiterlijk om 0.00 uur dicht moet. Zo hanteert Barneveld een sluitingstijdstip van 1.00 uur. In Bunschoten mogen horeca­bezoekers na 00.30 uur niet meer naar binnen. Om uiterlijk 2.00 uur moet de tent dicht. „Het is en blijft belangrijk om aandacht te vragen voor het nuttigen van alcohol op jonge leeftijd”, meent CU-fractievoorzitter Nicolai. „Het is niet onwaarschijnlijk dat het verruimen van de sluitingstijd ervoor zorgt dat indrinken vooraf nog langer gaat duren en dat de bezoekers nog later naar de horeca­gelegenheden zullen gaan. Met als negatief effect dat er nog meer gedronken gaat worden en daarmee de problemen op het terrein van de volksgezondheid nog groter worden.”

In Oldebroek mogen klanten na 0.00 uur niet meer naar binnen, maar de reeds aanwezige bezoekers kunnen wel tot 3.00 uur binnenblijven. Volgens CU-fractievoorzitter Van Leijen is er geen reden om het sluitingstijdstip aan te passen, omdat er geen klachten zijn die in directe zin de zondagsrust raken.

In Staphorst moeten cafés uiterlijk om 2.00 uur dicht. De Zuid-Hollandse gemeente Molenwaard handhaaft een tijdstip van 2.30 uur. „Voor ons als SGP, en ook voor de CU, een moeilijk te verteren punt”, zegt SGP-fractievoorzitter Egas. „Het CDA en de overige partijen zijn echter grote voorstanders van de huidige situatie. Er is geen draagvlak om op het tijdstip van 0.00 uur de horeca te sluiten.”

In het Zeeuwse Reimerswaal mag de horeca nog een halfuur langer openblijven. Voorwaarde is dat de muziek om 2.00 uur zachter gaat tot achtergrondniveau. Ook mogen er vanaf dat tijdstip geen nieuwe bezoekers meer naar binnen. In de Zeeuwse gemeente golden twaalf jaar geleden nog geen sluitingstijden. Om overlast tegen te gaan, zijn ze destijds alsnog ingevoerd. De SGP wilde een sluitingstijd van 0.00 uur, maar kreeg daarvoor geen steun. Uiteindelijk stemde de fractie in met een tijdstip van 2.00 uur. „Principieel ligt dat gevoelig, toch meenden we ter beteugeling van wanordelijk­heden onze verantwoordelijk te moeten nemen”, aldus SGP-fractievoorzitter Janszen.

In Urk gold tot medio 2007 een sluitingstijd van 23.30 uur op zaterdagavond. Op basis van nieuwe afspraken met de horeca en ondanks groot verzet van de lokale SGP-fractie werd de definitieve sluitingstijd destijds opgerekt tot 2.00 uur.

Zondagsrust

Elburg, Veenendaal, Rhenen en Ede –alle vier zonder confessionele meerderheid in de gemeente­raad– hanteren in de nacht naar zondag een uiterlijke horecasluitingstijd van 3.00 uur. Veenendaal denkt erover na de sluitingstijden flexibel te maken, zodat er sprake is van gespreide sluiting. „Dit zou beter zijn ter voorkoming van mogelijke hinder die huiswaarts kerende horecabezoekers veroorzaken”, zegt SGP-fractievoorzitter Van Klinken. „Wij steunen een dergelijk experiment niet. Vanwege de zondagsheiliging en zondagsrust is het voor mij een principieel aangelegen punt om de horeca voor de aanvang van de zondag, dus zaterdagavond, te laten sluiten.”

De Edese CU-fractievoorzitter, Van Heuveln, wil het liefst vasthouden aan de huidige sluitingstijd van 3.00 uur. „Hoewel het van mij ook wel een uurtje eerder afgelopen mag zijn. Probleem is dat de jongelui steeds later gaan stappen. Dan wordt de druk op die 3.00 uur steeds groter.”

SGP-fractievoorzitter Van der Poel wil de sluitingstijden wél veranderen, „omdat de zondag nu wordt ontheiligd. Door afstemming met buurgemeenten zouden wij graag zien dat de horecagelegenheden voor de zondag zijn gesloten. Er is echter niet voldoende draagvlak om dat te realiseren.”

In Sliedrecht, waar de christelijke partijen tien van de negentien zetels bezetten, ligt het tijdstip op 3.30 uur. „Ten diepste is dat wel een principieel punt, omdat de zondagsrust ermee is gemoeid”, aldus SGP/CU-fractievoorzitter Den Braanker. „Vervroeging van de sluitingstijden staat niet prominent op ons verlanglijstje. De huidige afspraken met horecaondernemers werken goed voor de openbare orde en veiligheid en het draagvlak voor vervroeging van het sluitingstijdstip is gering. Als echter de overlast zou groeien, zouden we als fractie de sluitingstijden opnieuw op de agenda willen zetten.”

In de gemeente Hardinxveld-Giessendam mag de horeca zelf weten wanneer hij sluit. Eind vorig jaar stemde de SGP –als enige partij– tegen het schrappen van de voorgeschreven sluitingstijden in de APV. „We hebben geen enkele reden om te twijfelen aan de positieve uitkomst van de proef”, laat fractievoorzitter De Vos desgevraagd weten. „Niettemin hebben wij om principiële redenen tegengestemd, omdat wij vinden dat hierdoor de zondagsrust in het geding is.”


Vervroegen, verruimen of vrijgeven

Gemeenten nemen hun toevlucht tot het vervroegen, verruimen en het vrij­geven van sluitingstijden. Openingstijden vervroegen bevordert vroeger uitgaan en vermindert alcoholgebruik voor, tijdens en na het uitgaan. Dat betekent minder overlast later op de avond, meer nachtrust voor omwonenden en minder alcoholgebruik en uitgaansgeweld.

Het verruimen van de openingstijden of het vrijgeven ervan –waarmee onder meer Groningen, Nijmegen en Zwolle experimenteren– vermindert piekdrukte en spreidt het publiek en moet uitgaansgeweld tegengaan en overlast voor omwonenden verminderen. Verruiming zou echter ook voor meer alcoholgebruik kunnen zorgen, en dat leidt niet zelden tot meer agressie.

Sommige gemeenten zoeken hun heil vooral in het reguleren. Een zogeheten afkoeluur (licht aan, muziek zacht, tap dicht) zorgt ervoor dat het uitgaans­publiek rustig wordt en de horeca beheerst verlaat. Venstertijden (wel eruit, maar niet meer na een bepaald tijdstip naar binnen) bevorderen een vermindering van het alcoholgebruik en spreiden de drukte, waardoor overlast en uitgaans­geweld afneemt.

Een gebrek aan differentiatie in sluitingstijden kan zorgen voor piekdrukte als de horeca leegstroomt. Hetzelfde geldt voor een gebrek aan voldoende vervoers­mogelijkheden naar huis, zoals taxi’s en nachtbussen, waardoor mensen langer in het uitgaansgebied blijven rondhangen.

Alcoholgebruik

Door sluitingstijden te wijzigen, hopen gemeenten het gedrag van uitgaans­publiek in positieve zin te beïnvloeden. Nationaal en internationaal onderzoek toont echter uiteenlopende effecten van sluitingstijdenbeleid aan. De gemeenten Breda, Lisse en Amsterdam en de regio West-Friesland hebben de wijziging van de sluitingstijden geëvalueerd. Daaruit blijkt dat gemeenten die hun sluitingstijdenregime voor 2002 wijzigden, geen effect zagen op het alcoholgebruik. Uit internationaal onderzoek blijkt echter dat het verruimen van openingstijden wel degelijk vaak voor meer alcoholgebruik zorgt.

Vervroeging van het uitgaansuur zorgt in geringe mate voor minder alcohol­gebruik, blijkt uit de evaluatie van de regio West-Friesland. In het kleine uitgaansgebied van Lisse hadden ruimere openingstijden echter helemaal geen effect op het alcoholgebruik. Ruimere openingstijden blijken in het buitenland meestal voor meer overlast en agressie te zorgen. Vroegere sluitingstijden leveren juist minder incidenten op.

Lastig

Invoering of wijziging van sluitingstijden is voor gemeenten een lastige klus. In het uitgaansleven spelen diverse belangen. Omwonenden zien een verruiming meestal niet zitten, omdat die in hun ogen leidt tot meer overlast later op de avond. Horecaondernemers zijn meestal positief over een verruiming. Hoe langer hun tent open is, hoe meer bezoekers er komen, die bovendien langer blijven.

Anderzijds zijn er ook ondernemers die niet staan te springen om langer open te zijn. Voor horecabazen is het niet aantrekkelijk en rendabel als ze voor niet meer dan een paar extra klanten hun zaak de hele nacht moeten openhouden.

Daarnaast is voor een succesvol sluitingstijdenbeleid de handhaving belangrijk. Daarvoor moet de gemeente meer toezichthouders of agenten inzetten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer