Kerk & religie

Voorman kerkrentmeesters: Laat de stenen getuigen

Kerkgebouwen vertellen een verhaal. ‘Zomaar’ de deuren sluiten als het aantal bezoekers terugloopt, is een zwaktebod. Het is geen predikant die dat vindt, maar Peter de Lange, jurist en voorman van de kerkrentmeesters in de Protestantse Kerk.

Albert-Jan Regterschot

5 April 2013 20:07Gewijzigd op 15 November 2020 02:53

Het woord kerkrentmeester klinkt niet echt aantrekkelijk, geeft hij toe. Zijn organisatie, de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk in Nederland (VKB), is dan ook voortdurend druk met het uitleggen van het begrip. Voorzitter mr. Peter de Lange, in het dagelijks leven advocaat in Barendrecht, wordt het niet moe. „Het hoort erbij en houdt ons scherp. Kerkrentmeesters worden telkens voor vier jaar gekozen. Voortdurend zie je nieuwe gezichten. We leggen dus graag uit wat een christelijke gemeenschap is.”

Het op een goede manier verbinden van een toch wat stoffig klinkende functie als ”kerkrentmeester” met de christelijke gemeente, past bij De Lange. Niet gebouwen, de rechtspositie van werkers in de kerk, geldstromen en organisatorische processen staan bij hem op de eerste plaats. De missie van de kerk, de verkondiging van het heil in Christus, daar draait het om, stelt de VKB-voorman. Overigens zijn die vier thema’s wel de speerpunten waarop de vereniging zich richt.

„Ik ben geen predikant en wil ook absoluut niet diens plaats innemen”, haast De Lange zich te zeggen. Hij buigt wat naar voren. „Waar het om gaat is: als je rentmeester bent, wat drijft je dan om je in te zetten voor het beheer van de kerk? Gaat het je alleen om het beslissen over de nieuwe dakleien? Of heb je daarbij een visie op de taak en de positie van de kerk in de samenleving?”

De Lange acht het van groot belang dat kerkrentmeesters „een omgevingsanalyse” kunnen maken. Het was ook een van de eerste dingen waarmee het VKB-bestuur een jaar na de totstand­koming in 2004 van de Protestantse Kerk aan de slag ging. Zo’n acht jaren later is de vereniging in staat om op dat fundament verder te bouwen, constateert de voorzitter. „De eerste tijd is er veel energie gaan zitten in de afwikkeling van de kerkvereniging.”

Niet alleen de overdracht van kerkelijke goederen aan hersteld hervormde gemeenten bezorgde de VKB werk, ook de cultuurverschillen tussen de drie fusiekerken leverden hoofdbrekens op. De Lange, lachend: „Bij kerkbeheerders werkt het zo. Een hervormde vraagt: „Wat is er aan de hand?” Een gereformeerde: „Wat gaan we doen?” En een lutherse: „Waar gáát dit over?” Inmiddels werken deze bloedgroepen steeds beter samen.”

Knuppel

De VKB-voorzitter gooide een knuppel in het hoenderhok door in 2005 de financiële huishouding van de Protestantse Kerk (PKN) te kritiseren. Volgens De Lange grossierde de kerk in onduidelijke financiële rapportages. Bij een jaarlijks dalend ledental liet de kerk de uitgaven sterk stijgen. In dagblad Trouw stelde De Lange dat, wanneer hij een dergelijke handelwijze tegenkwam in het bedrijfsleven, hij „gerede twijfel” zou hebben over het beleid.

Inmiddels is het nodige ten goede gekeerd in de PKN-boek­houding, constateert de jurist. „Een voorbeeld: de cijfers van de actie Kerkbalans worden niet meer bij de kerkelijke inkomsten gerekend, maar onder beheer van gebouwen geboekt. Daar horen ze ook. Jarenlang is dat niet gedaan, waardoor er een versluierd beeld ontstond van de financiële situatie van de kerk.”

De VKB op haar beurt vervolgde de bezinning op haar eigen rol en functie. „Daarbij zijn we ver teruggegaan in het analyseren van de vraag waar de kerk staat in de samenleving. Sinds de Franse Revolutie zie je een steeds verdergaande individualisering van de mensheid. Dat heeft enorme consequenties voor de kerk. Niet alleen voor de prediking, maar ook voor gebouwen. Monumentale kerken werden vroeger gefinancierd en gebouwd door de gemeenschap. Mensen waren generatieslang bezig met het werken aan een bedehuis. Dat was als het ware een belijdenis: deze stenen vertellen hoe centraal God staat in ons leven, dit gebouw wijst letterlijk naar Boven.”

Het contrast met de ik-gerichtheid van 2013 kan haast niet groter zijn, aldus De Lange. Toch gelooft hij dat er een kentering zichtbaar is. „We hebben ons digitale ”tweede ik” via sociale media. Internetsites en routeplanners leiden ons naar ons doel. Dat betekent dat we leiding nodig hebben. De mens kan het niet alleen af. Dat heeft ook een geestelijke dimensie. Ik denk dat we niet zonder God kunnen. De kerk mag mensen naar Hem leiden. Dat is een Bijbelse opdracht.”

Omdenken

Kerkrentmeesters moeten volgens De Lange die opdracht in gedachten houden bij de bezinning op hun eigen taak. „Er liggen kansen. Dit vraagt om omdenken. Vanuit de analyse van wat er speelt in de samenleving moeten kerkbeheerders zich afvragen: Hoe krijg ik mensen in de kerk? Hoe gaat mijn kerkelijke gemeente een belangrijke rol spelen in het leven van mijn plaatsgenoten?”

Voorbeelden van hoe dat kerkelijk om­denken vorm moet krijgen, heeft De Lange inmiddels te over. Liever zet hij echter de visie van de VKB uiteen dan dat hij zich verliest in een opsomming van ideeën. „Graag zie ik dat kerkrentmeesters vanuit de situatie in hun plaats zélf keuzes maken. Het kopiëren van voorbeelden kan een gebrek aan visie verhullen.”

De komende jaren wil de VKB verder professionaliseren, om het centrale aanspreekpunt te zijn voor kerken op beheersgebied. Daarbij is het denkbaar dat de acht kantoormedewerkers in Dordrecht uiteindelijk hun intrek nemen in het Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Utrecht, aldus De Lange. „We willen de juiste kennis beschikbaar hebben voor de hele kerk. Het kan niet zo zijn dat het Diensten­centrum en de VKB daarbij elkaar in de wielen rijden. Ons gezamenlijk belang is het in stand houden van kerken als huis van God, als plaats van rust en ontmoeting. In die gebouwen wordt zichtbaar dat wij christenen niets van onszelf hebben, het is God van Wie we al het geestelijke goed verwachten. En de stenen getuigen ook daarvan. Ze spreken van het fundament waarop we bouwen.”


„Innovatief beheer voorkomt kerksluiting”

De Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in 
de Protestantse Kerk (VKB) bestaat sinds 1 januari 2005. De organisatie is de rechtsopvolger van de 
Vereniging van Kerkvoogdijen in de Nederlandse 
Hervormde Kerk (VVK) en het Landelijk Verband 
van Commissies van Beheer in de Gereformeerde Kerken in Nederland (LVCB). Ruim 95 procent van alle plaatselijke gemeenten in de Protestantse Kerk 
is aangesloten bij de VKB.

De organisatie, die morgen in Nieuwegein haar jaarlijkse congres houdt en gelijktijdig een beurs voor kerkbeheerders organiseert, timmert flink aan de weg. De afgelopen jaren ontwikkelde ze een visie op haar taak in de geseculariseerde Nederlandse samenleving. Een van de kernpunten daaruit is het belang dat de VKB hecht aan de presentie van de kerk in de samenleving.

Voorzitter Peter de Lange van de VKB schetst vanuit zijn positie de „grote lijnen” als het gaat om beleid en laat kerkrentmeesters graag zelf nadenken over hun rol en positie in de samenleving (zie hoofdartikel). Kern van de route naar „oplossingen” van bijvoorbeeld kerkelijke leegloop, noemt De Lange echter het redeneren vanuit kansen in plaats van problemen. Hij kan het niet laten om toch een voorbeeld te 
noemen. „In Delfshaven is de Pelgrimvaderskerk eigendom van een stichting die het gebouw 
exploiteert. Je kunt zeggen: spijtig dat er doordeweeks dingen in het pand gebeuren die niets met 
de kerk te maken hebben. De andere kant is: op zondag is het gebouw beschikbaar voor de eredienst. Was er niet gekozen voor deze constructie, dan 
waren de kerkdeuren allang gesloten. Nu kan 
vanuit deze plaats het Woord gebracht worden 
en wordt op allerlei manieren geprobeerd de christelijke gemeente een plaats te geven in Delfshaven. Mede dankzij innovatief kerkelijk beheer.”

Aansprekend vindt De Lange ook de studie naar dorpskerken in Friesland. Daarin belichtte ds. 
Wim Beekman, oud-preses van de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk, in 2011 de 
positie van de kerk in dorpsgemeenschappen. 
Hij signaleerde twee hoofdlijnen: het hoogtepunt, maar ook het diepte­punt van de dorpskerken is 
voorbij. Ds. Beekman stelde: „In het dorp draait 
het niet meer allemaal om de kerken. Wij zullen 
als dorpskerken gewoon één van de stukjes van 
de bredere dorps­gemeenschap gaan vormen 
waar mensen al dan niet voor kiezen. We mogen 
dus als kerk leren leven als minderheid.”

De predikant pleitte voor een „kleine organisatie” rondom de dorpskerk. „Kies in plaats van kerkelijke raden, commissies en werkgroepen, voor een netwerk van informele groepen met een dienende functie.” Volgens VKB-voorzitter De Lange illustreert dat hoe kerkbeheer de sleutel kan zijn naar instandhouding van kerkelijk leven. „De kerk hoort bij de dorpsgemeenschap. Zonder de kerk verkleint de kans aanzienlijk dat er in een plaats een christelijke gemeenschap bestaat.”


Peter de Lange

Mr. P. A. (Peter) de Lange is voorzitter van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer in de Protestantse Kerk in Nederland (VKB). De Lange staat aan het roer sinds de oprichting van de vereniging in 2005. Het voorzittersschap is een onbezoldigde neven­functie. De jurist is advocaat-partner bij Vos & De Lange Advocaten in Barendrecht. 
Hij is onder meer curator en bewindvoerder, maar is ook gespecialiseerd in kerkrecht. Hij kreeg onder meer landelijke bekendheid als advocaat van Laura Dekker, het zeilmeisje.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer