Kerk & religie

„Geloof in reïncarnatie helaas trendy”

LYON – Vroeger dacht hij dat reïncarnatie echt gebeurde, zelfs was bewezen. Sinds zijn overgang tot het christendom, in 1984, waarschuwt Florent Varak ervoor. De Franse theoloog is deze week een van de sprekers tijdens de Colloque Biblique Francophone in Lyon.

Gerrit van Dijk
5 April 2013 11:23Gewijzigd op 15 November 2020 02:52
Florent Varak   Foto RD
Florent Varak Foto RD

Lyon is ook de stad waar Varak in 1966 werd geboren. Zijn vader was Joods, maar verliet de synagoge omdat hij zich ergerde aan de rijke bestuurders die niets deden voor de arme Joden.

Varak is geen Franse naam maar een echt Hebreeuwse, die ook als ”Barak” kan worden geschreven. Varaks ouders waren hoogopgeleid, geciviliseerd en vooral „soft.” Ze waren fervente aanhangers van de oosterse religies. Varaks vader was een wijsheidsleraar en werd als meester beschouwd. Zijn moeder was artistiek en liet het huis op een hindoetempel lijken, compleet met wierookvaten voor het boeddhabeeld.

Met zijn twee jongere zussen groeide Varak op in deze typische newage-atmosfeer. Zijn overgang tot het christendom in 1984 veroorzaakte veel spanningen tussen hem en zijn ouders, maar leidde niet tot een breuk.

Hoewel Varak het liefst meteen theologie wilde gaan studeren, volgde hij om zijn vader te gerieven een praktische studie: commercie, aan de universiteit van Hartford (Connecticut, VS). Na het behalen van zijn kandidaatsexamen studeerde hij theologie aan het Master’s Seminary (Californië, VS), waar hij eind 2004 zijn doctoraal (Master of Divinity) haalde.

In zijn geboorteplaats Lyon was een Amerikaan begonnen met een kerkplanting. Varak werd gevraagd dit werk voort te zetten. In Villeurbanne-Cusset, een buitenwijk van Lyon, begon hij als voorganger van de Église Protestante Évangélique met dertig bezoekers. Tegenwoordig telt de baptistengemeente 140 leden en zijn er elke zondag 250 bezoekers.

Vanwege zijn kennis over en ervaring in het newagemilieu, werd hem gevraagd boeken te schrijven. In 1990 publiceerde Varak ”De reïncarnatie”, in 1992 ”La foi charismatique” (”Het charismatisch geloof”) en in 2005, naar aanleiding van het boek ”De Da Vinci Code”, ”Het huwelijk van Jezus”. Recent verscheen naar aanleiding van de Maya­kalender en een Hollywoodfilm ”Het einde? Het zwijgen van de kerk”.

Hoe bent u opgegroeid? Hoe was de sfeer in uw ouderlijk huis?

„Mijn grootvader was een Jood die omstreeks 1910 vanuit Turkije naar Frankrijk kwam. Mijn vader was Jood, maar trouwde met een niet-Joodse vrouw. Hij had zich geërgerd afgekeerd van de synagoge en ging samen met mijn moeder helemaal op in oosterse godsdiensten. Mijn moeder houdt zich nog steeds bezig met alternatieve geneeswijzen. Mijn ouders zijn heel fijnbesnaarde mensen, maar moeten niets van het christendom hebben. Zij geloven in reïncarnatie. Jezus was een verlichte persoon, een van de vele. Als jongen wist ik niet beter of uit naam van het christendom waren veel bloedige oorlogen gevoerd en alle christenen waren hypocrieten. Mijn vader nam me als driejarige mee naar zijn sessies. Altijd had ik een indruk dat er iets hogers bestond. Mijn moeder vertelde me dat ze, toen ze van mij in verwachting was, intensiever mediteerde, omdat ze hoopte op een hogere incarnatie. Toen ik in 1984 christen werd, zei ik haar dat haar gebeden waren verhoord, maar daar was zij niet blij mee.”

Hoe en wanneer kwam de grote verandering in uw leven?

„In de examenklas van de middel­bare school kreeg ik contact met een klasgenoot die een baptistenkerk bezocht. Hij was op veel gebieden briljant. Hij was muzikaal en goed in sport, en toch was hij christen. Ik kwam onder de indruk van zijn persoonlijkheid en al mijn kwaadaardige stereotypen over christenen vielen in duigen, omdat ik moest erkennen dat hij iets had wat ik miste. We werkten in zijn ouderlijk huis aan de wiskundeopgaven. Voor het eerst in mijn leven hoorde ik iemand hardop bidden voor de maaltijd. Ik werd rood, was sprakeloos en beschaamd. Ik kreeg van Philip, deze klasgenoot, een Johannes­evangelie. Niet van plan het te lezen, legde ik het in de wc, de juiste plek, zo dacht ik. Toch begon ik te lezen. Ik ontdekte dat Jezus anders was, heel anders dan die softe wijsheidsleraren die ik kende.”

Hoe werd u theologisch gevormd?

„U kunt zich niet voorstellen wat het is om uit een totaal geseculariseerd milieu te komen en dan je weg te zoeken in de christelijke wereld. In mijn gemeente in Connecticut was een prediker die niet lukraak teksten preekte. Hij was een zogeheten ”expository preacher”. Hij legde de Bijbel diepgaand uit en ik was onder de indruk van de rijkdom van de Bijbel. Voor mijzelf schreef ik vele Bijbel­teksten over. Theologen zoals John Mc. Arthur en D. A. Carson hebben mij gevormd.”

Waarom gaan uw boeken over newageonderwerpen?

„Uitgeverij Clé vroeg mij over reïncarnatie te schrijven. Ik dacht vroeger dat reïncarnatie echt bestond en ook was bewezen. Vreemd. Al mijn vorige boeken had ik vernietigd, en nu moest ik die literatuur opnieuw ergens bemachtigen. Geloof in reïncarnatie is trendy. Het geeft wat troost, bijvoorbeeld als iemand sterft. En het past perfect in de postmoderne gedachtewereld.

Mijn boek over charismatisch geloof is mij in pinksterkringen niet in dank afgenomen. Hoewel liefdevol, toonde ik met Bijbelse argumenten de manco’s van bijvoorbeeld tongentaal aan. Dat geldt ook voor mijn andere boeken. Toen de uitgever mij vroeg iets tegen Dan Browns boek ”De Da Vinci Code” te schrijven, zei ik: „Dat is precies de atmosfeer waarin ik ben opgegroeid.”

Ja, Jezus ís getrouwd. Met Zijn gemeente. Het is verbazingwekkend hoe makkelijk al die nonsens over Jezus’ vermeende relaties met vrouwen worden geloofd. Vanuit de kerken zou een krachtiger tegengeluid moeten komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer