„Mozaïsche wetten goed voor alle rechtsstaten”
LYON – De mozaïsche wetgeving en het handhaven van de gerechtigheid zijn zo goed dat het als model voor alle rechtstaten zou kunnen dienen.
Dat zei Daniel Arnold donderdag op de Colloque Biblique Francophone. Daniel Arnold, docent ethiek en dogmatiek aan het Institut Biblique Emmaüs in Saint-Légier (Zwitserland), zette zijn serie lezingen over ”Ethisch onderwijs van het Oude en Nieuwe Testament” voort.
Hij vergeleek vanuit ethisch opzicht het begrip gerechtigheid in het Oude Testament met de opvattingen over gerechtigheid in het Nieuwe Testament. Volgens de Zwitserse ethicus is zowel het Oude als het Nieuwe Testament hierin duidelijk dat het definitieve oordeel alleen aan God toekomt. In de grote dag van het oordeel zal alle ongerechtigheid worden gestraft en alles wat op aarde krom scheen, recht worden gezet.
In beide testamenten is de grondgedachte aanwezig dat in de periode voorafgaand aan de grote oordeelsdag, de Heere het oordelen gedelegeerd heeft aan menselijke rechters, aldus Arnold. Alle aardse rechters moeten beseffen dat zij als plaatsvervangers namens God recht spreken en daarom niet willekeurig kunnen oordelen.
Het Oude Testament kent slechts twee soorten straf, volgens Arnold: de doodstraf voor ernstige misdaden en de genoegdoening in de betalingsvorm van geld of goed. De gevangenisstraf ontbreekt in het mozaïsche strafsysteem alsook de lichamelijke verminking zoals die wel in het islamitisch recht voorkomt. Slaven –in strikte zin als lijfeigenen– kwamen niet voor vanwege de bepaling dat alles in het jubeljaar moest worden teruggegeven.
Daniel Arnold betoogde dat de opvattingen over gerechtigheid in het Nieuwe Testament niet wezenlijk anders waren dan die van het Oude. Wel is de oudtestamentische wetgeving meer op het hele volk gericht, terwijl het Nieuwe Testament een meer individuele benadering heeft. Als Jezus in Markus 9 spreekt over het „uitrukken van het oog” klinkt dat erg rigoureus en lijkt het op de lichaamsverminking uit het islamitische strafsysteem. Er is echter een opvallend verschil: de drastische maatregelen zijn geen straf op een misdaad achteraf, maar zijn preventief, zei Arnold.
Ds. Forent Varak, voorganger van de protestants-evangelische kerk in Villeurbanne-Cusset, een buitenwijk van Lyon, vervolgde donderdag zijn serie lezingen over occultisme. De titel van zijn tweede lezing luidde: ”Bevrijding van het occultisme”.
Ds. Varak benadrukte dat het bij occultisme altijd draait om het vertrouwen. In prediking en pastoraat moet heel nadrukkelijk Jezus Christus als overwinnaar worden geproclameerd. De objectieve waarheid verkondigen, dat Jezus over de machten heeft getriomfeerd, is essentieel. Jezus kwam om de werken des duivels te verbreken en dat mag gezegd worden.
Ds. Varak wist van voorbeelden uit zijn eigen pastorale praktijk dat de duivel bluft en gebruikmaakt van de angst. Volgens ds. Varak is het bekend dat waarzeggers inspelen op de aanwezige angst. Er zijn vele gevallen bekend dat als waarzeggers een overtuigd christen tegenover zich hebben, zij zelf bang worden. Geen wonder, zei ds. Varak, want dat is precies wat de Bijbel zegt: de duivelen geloven en sidderen daarbij.
Aan het slot van zijn lezing ging ds. Varak in op specifieke methoden voor het bevrijden van occult belasten. Hij waarschuwde voor een spectaculair exorcisme. De grondbeginselen van bevrijdingspastoraat zijn onder andere te leren in Efeze 6 (de geestelijke wapenrusting) en 2 Timotheüs 2:24-26, waar mensen die in „de strik des duivels” gevangenzitten op zachtmoedige pastorale wijze tot bekering worden gemaand.
In Ste-Foy-lès-Lyon, nabij Lyon, wordt deze week de jaarlijks Colloque Biblique Francophone gehouden. Deze krant doet verslag. Vandaag deel 3.