„Kerk is heilig, maar toch gaat er van alles mis”
AMSTERDAM – Voor de kerk van vandaag is het de grote kunst om in alle verscheidenheid het gesprek gaande te houden. Juist het gesprek met elkaar helpt om te begrijpen wat de eigen traditie betekent en om geloofwaardig te zijn naar buiten toe.
Dat zei prof. dr. P. B. A. Smit, hoogleraar oudkatholieke kerkstructuur aan het oudkatholiek seminarie aan de Universiteit Utrecht, woensdagavond in Amsterdam voor de studenten van het gereformeerd theologisch dispuut Voetius.
Prof. Smit hield een lezing over de relatie tussen het thema schuld en de leer van de kerk, de ecclesiologie. De titel, ”Een heilige kerk van zondige mensen”, laat direct de paradox zien waar de kerk volgens de hoogleraar vanaf het begin af aan mee te kampen heeft gehad. „We belijden dat de kerk heilig is, het lichaam van Christus. Toch gaat er van alles mis. Ontrouw en machtsmisbruik, tot aan kerkscheuringen toe.”
Prof. Smit stak tijdens zijn vertoog in bij de actualiteit, door op zoek te gaan naar het thema ”schuld” in het onlangs verschenen rapport ”The Church. Toward a Common Vision” (De kerk. Naar een gemeenschappelijke visie red.) Aan de hand van dit rapport van de Wereldraad van Kerken liet prof. Smit zien dat het document een sterk onderscheid maakt tussen de zonde van de kerk en de zonde van haar leden.
Een sterk punt uit het rapport is dat er een sterke verbinding wordt gemaakt tussen de eenheid van de kerk en de verlossing. „Het herstellen van de eenheid tussen God en mens hangt samen met de eenheid van de kerk. Als God mensen samenbrengt in de verlossing door Jezus Christus, dan weerspreekt de verdeeldheid van de kerk de zichtbaarheid en de ervaarbaarheid van deze verlossing.”
In het vervolg van zijn lezing ging prof. Smit te rade bij de Duitse kardinaal Walter Kasper. Prof. Smit liet de studenten zien dat Kasper een sterk onderscheid maakt tussen de kerk als sociologisch fenomeen en de kerk als lichaam van Christus. „De mensen in de kerk zondigen, maar de kerk als gemeenschap kan niet zondigen.” Dit heeft voor Kasper als consequentie dat de kerk altijd boete en inkeer nodig heeft. Wanneer de kerk moeite heeft om schuld te erkennen, dan staat dit volgens prof. Smit haar geloofwaardigheid en missionaire activiteiten in de weg.
Aan het eind van zijn lezing lanceerde prof. Smit een aantal stellingen. In aansluiting op het denken van Kardinaal Kasper stelde prof. Smit dat de spanning tussen de heiligheid van de kerk en de zonde van de leden verrassend genoeg productief werkt. „Vanuit de goddelijke heiligheid van de kerk gaat een voortdurende roep uit aan de sociologische kerk om zich te bekeren en te heiligen.”
Tijdens de vragenronde verwees een van de studenten naar het boek ”Marginaal en missionair” van dr. W. Dekker, hoofd educatie van de IZB, en vroeg: „Wat vindt u van de gedachte dat de kerk zich eerst moet bekeren onder het oordeel van God, in plaats van allerhande activiteiten te ontplooien om zichzelf in stand te houden?”
Prof. Smit reageerde hierop door te stellen dat kerken gevangen kunnen zijn in hun hang naar groei. „Zelf denk ik dat groei een gevolg is van vruchtbaar gemeente zijn, en geen doel op zich. Ik houd er persoonlijk niet van wanneer kerken allerlei trucjes bedenken om meer mensen naar de kerk te krijgen.” Verder stelde de hoogleraar dat het belangrijk is dat de kerk open en toegankelijk blijft „en niet –onder druk van de secularisatie– in zichzelf gekeerd blijft.”