Kerk & religie

Troostengelen

Mattheüs 28:5, 6

4 April 2013 07:56Gewijzigd op 15 November 2020 02:50

„Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft.”

Hier spreekt een engel, een der krachtige helden die het woord van de Heere doen. Een gezant van de hemel spreekt in deze treffende ogenblikken tot deze verbaasde vriendinnen van Jezus. Zijn engelen niet allen gedienstige geesten die tot dienst uitgezonden worden om hen die de zaligheid beërven zullen? Wat een zalig geluk zulke machtige wezens tot vrienden te hebben.

Deze vrouwen waren geliefde vriendinnen van Jezus. Ze gaven hier krachtige proeven dat de liefde voor hun Heere niet slechts bestond in naam of in uitwendige vertoning, maar in een ware beoefening des harten.

Hoe zalig is zo’n beoefening van de liefde tot Jezus. Want die liefde is sterker dan de dood en zij verkwikt de zielen van Jezus’ vrienden en vriendinnen. Zie ze dan ook hier werken in de ziel van deze zoekende vrouwen. Maar zie dan ook hoe die liefde hier heerlijk wordt beantwoord, want een engel spreekt tot hen woorden van troost en blijdschap.

Mattheüs hecht de aanspraak aan de verschijning, maar Markus zegt dat de vrouwen tevoren al in het graf waren gegaan. Lukas verhaalt van twee engelen –in de gedaante van mannen– die aan de vrouwen de opstanding van Jezus hebben verkondigd. Dit schijnbare verschil zal geheel worden weggenomen wanneer men opmerkt dat deze vrouwen verbaasd heen en weer gaan.

D. A Detmar, predikant te Ede (”Enige eenvoudige Godvruchtige oefeningen”, 1828)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer