Op verzoek van pastor Lüchtenborg, predikant van de Niederländisch-reformierte Gemeinde, verzorgde prof. dr. A. de Reuver een lezing. Ook leidde de Utrechtse hoogleraar de dienst op zondagmorgen.

Veel leden van de gemeente en belangstellenden uit Nederland kwamen zaterdagmiddag bijeen in het kerkgebouw, dat zich op de begraafplaats van Wuppertal-Elberfeld bevindt. Prof. De Reuver opende met een beschrijving van Kohlbrugge zoals F. W. Krummacher hem beoordeelde en zoals A. Zahn hem zag. Beiden zagen in Kohlbrugge een autoriteit, maar waar Krummacher de bron daarvoor in het natuurlijke zocht, gaf Zahn een dieper beeld, dat van een in eigen kracht verbroken man, maar die als onmachtige verborgen is achter de volmacht van de Gekruisigde en Opgestane. „Deze kruisgestalte tekende geheel Kohlbrugges leven.”

Prof. De Reuver gaf een korte levensbeschrijving en een overzicht van de theologische en geestelijke bronnen waaruit Kohlbrugge geput heeft. Hij omschreef ook de fronten waar Kohlbrugge strijd heeft geleverd en de betekenis van Kohlbrugges werken. Met een keur van citaten gaf De Reuver een indruk van zijn prediking.

In de lezing kwam naar voren dat juist de in Christus geheiligde en door de Geest geleide christen tot de pijnlijke ervaring komt dat hij vleselijk is. „De heiliging is geen nastreefbaar ideaal dat door eigen kracht gerealiseerd kan worden. Met deze kracht is het over en uit. Voor de praktijk van de heiliging is een vreemde kracht nodig. Men moet zich naar Christus begeven en zich aan Hem houden.”

Kohlbrugge zag, volgens de hoogleraar, als geen ander dat het gebod alleen daar vervuld wordt waar men bij Christus blijft. „Het enige bevel dat in Johannes 15 voorkomt, heeft betrekking op het blijven in de wijnstok en niet op het dragen van vrucht. Wie door het geloof in Christus blijft, brengt vrucht voort. Want echte heiliging kan nooit een tegenprestatie zijn, maar is en blijft geheel en al een genadegeschenk. De gelovige heeft de wet van harte lief, want hij ziet daarin een keten van de meest getrouwe beloften van God en de heerlijkste handhaving van zowel Gods eer als zijn eigen geluk. Daarom geeft hij zichzelf eraan en is hij alleen uit op louter gerechtigheid.”

Prof. De Reuver ziet dit als grondlijn van de heiligingsleer van Kohlbrugge. „Deze grondlijn werkte niet alleen in zijn tijd als een heilzaam correctief, maar kan dat ook in onze tijd zijn. Waarop mogen we ons geloof vestigen? Op het Woord, het Woord van Christus, op het geschreven Woord en op wat dit Woord over Christus’ lijden en sterven zegt. God zegt: U bent niet wat u voelt, maar wat Ik u zeg.”

Namens de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge bracht drs. H. J. Lam een groet over. Gistermorgen opende pastor Lüchtenborg de herdenkingsdienst. Prof. De Reuver preekte vervolgens over Romeinen 8:8: „En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.”

Het ganse schepsel zucht, zei de Nederlandse hoogleraar, „maar het is geen doodsschreeuw, maar een (uitziende) geboorteschreeuw! Houdt het ervoor! In Romeinen 3 gaat het over de rechtvaardiging, in Romeinen 6 over de heiliging en in Romeinen 8 over de verheerlijking. Dat zijn conclusies die niet voor de hand liggen, omdat wij vaak letten op wat voor ogen is. Wij zien de werkelijkheid, die echter maar tijdelijk is. Wat wij niet zien, maar wel geloven, dat is de toekomst die eeuwigheid is. Daarom is onze leef-tijd gelegenheids-tijd. Het is de tijd tussen hemelvaart en wederkomst. Hoe gaan wij daarmee om?”