Als de gemeenteraad zich achter de nieuwbouwplannen schaart, moet de stad 165 miljoen euro opzijleggen voor het geval Stadion Feijenoord toch in de problemen komt. Dat valt de sportcommissie van de gemeenteraad zwaar. Een dergelijk bedrag opzijleggen in een tijd waarin flink wordt bezuinigd, ligt moeilijk en is volgens de politici niet te verkopen aan de Rotterdammers. Van hen kiest een meerderheid voor renovatie van De Kuip.

De sportcommissie wil daarom een uitgebreid, onafhankelijk onderzoek naar onder meer de financiële onderbouwing van alle vier de plannen (drie renovatieplannen en een nieuwbouwplan). Ook wil de commissie weten wat de effecten voor de directe omgeving zijn en of de gemeente wel garant mag staan van de Europese Commissie.

Volgens de nieuwe plannen herbergt het nieuwe stadion 63.000 toeschouwers, 90 business units en 6300 business seats. In totaal staan jaarlijks 28 wedstrijden gepland in het complex, dat wordt voorzien van een schuifdak. Onder het stadion, dat het meest duurzame van Europa moet worden, komt ruimte voor 1500 parkeerplaatsen.

Feyenoord wil ook dat dat de sfeer en beleving, waar De Kuip bij vriend en vijand bekend om is, weer terugkomen. „Het Feyenoordlegioen mag uitdrukkelijk meedenken over hoe dat moet gebeuren”, vertelde stadiondirecteur Jan van Merwijk. Naast de wedstrijden wil Feyenoord veel commerciële en maatschappelijke activiteiten in het nieuwe complex ontplooien.

Daarnaast moet het nieuwe stadion ook honderden nieuwe banen opleveren in onder meer beveiliging en horeca. Met dat onderdeel wil Feyenoord helpen Rotterdam-Zuid uit de achterstandspositie te halen.

Een streven is ook om in het nieuwe stadion meer bezoekers naar binnen te halen die niet meer met de auto komen maar met het openbaar vervoer, lopend of op de fiets. Die verhouding is nu 70-30 en moet 30-70 worden. Als de nieuwbouwplannen op het huidige trainingsveld Varkenoord doorgaan, wordt het nieuwe stadion in 2018 opgeleverd. Wat er met de oude Kuip gaat gebeuren, is onduidelijk.