Mansveld: eerder smogalarm niet nodig
DEN HAAG (ANP) – Staatssecretaris Wilma Mansveld vindt het niet nodig om voortaan eerder een smogalarm af te geven. Dat zei ze woensdag in de Tweede Kamer.
In België wordt al voor smog gewaarschuwd als er meer dan 70 microgram fijn stof in de lucht zit. In Nederland moet dat 200 microgram zijn. Het Longfonds riep in januari op de normen gelijk te trekken. „Die weg moeten we niet op”, stelde Mansveld echter.
Volgens de staatssecretaris is het beter om per locatie aan te geven hoe het er qua smog voor staat. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) komt binnenkort met een app, waarop mensen kunnen zien hoeveel smog er in de lucht zit.
Het instituut werkt samen met de DCMR (de milieudienst in het Rijnmondgebied) en GGD Nederland. Alle meetstations van deze instellingen zullen de hoeveelheid smog voortaan doorgeven aan de app. Daarop is ook te zien wat de maximale verwachte waarde is voor een dag later. Volgens Mansveld kan dit een goede oplossing zijn voor mensen met longklachten.
D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven is blij met de app, maar snapt niet dat Mansveld niet eerder een smogalarm wil geven. „Ook als je geen longziekte hebt, is het bij een concentratie van 150 microgram gewoon ongezond om lang buiten bezig te zijn. Daar moeten we mensen actief voor waarschuwen”, zei ze.
Ook het Longfonds reageerde woensdag verbolgen. „Hier zijn we het dus roerend mee oneens. Het is toch raar dat ze in België veel eerder aan de bel trekken, terwijl het om dezelfde smog gaat. Die stopt niet bij de grens”, zei een woordvoerder.
Als er sprake is van smog, zit er te veel ozon, fijn stof, stikstofdioxide en zwaveldioxide in de lucht. Deze vervuiling kan zich onder bepaalde weersomstandigheden ophopen, waardoor mensen klachten krijgen. Ook veel verkeer en het afsteken van vuurwerk kunnen zorgen voor smog.