Moderne devotie past goed bij missionaire context
AMERSFOORT – Een beweging met gemeenschap als kernwaarde, maar dan „vol verrassingen, ruimte en vrijheid.” Zo zou de postmoderne opvolger van de moderne devotie er volgens Mink de Vries uit moeten zien. „We beginnen er weer oog voor te krijgen dat we elkaar hard nodig hebben.”
De godsdienstleraar en kerkelijk werker presenteerde gisteren in kleine kring het pamflet ”Pleidooi voor postmoderne devotie. Navolging vanuit vrijheid en gemeenschap” (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer). In het gebouw van de Inwendige Zendingsbond (IZB) namen vertegenwoordigers van de Raad van Kerken (RvK), de Evangelische Alliantie (EA) en de Konferentie Nederlandse Religieuzen het pamflet in ontvangst.
De Vries maakt zich al sinds 2007 sterk voor de moderne devotie. Hij hertaalde de ”Navolging van Christus” van Thomas a Kempis voor jongeren en kreeg de burgemeesters van Deventer en Zwolle mee in een intentieverklaring om het gedachtegoed van de in de IJsselstreek ontstane beweging uit de veertiende en de vijftiende eeuw levend te houden. Half april verschijnt de glossy ”Thomas”, later in het voorjaar verschijnt zijn wereldberoemde werk in een bewerking voor ondernemers.
De kracht van de oude beweging was het „gemeenschapsdenken”, aldus de auteur. „Dat was toen van veel belang, maar ook nu weer, in onze tijd waarin het moeilijker wordt. Niet voor niets noemt de paus zich Franciscus, iemand met oog voor de armen.”
Twaalf waarden
In het pamflet ijkt de auteur de postmoderne variant aan de hand van twaalf waarden, zoals delen, verstilling, onvoorwaardelijkheid, toewijding, gelijkwaardigheid en gastvrijheid. Zoals middeleeuwse gemeenschappen zich inzetten voor ontwikkeling van de stad, zo kunnen gemeenschapskringen van nu zich volgens hem ook inzetten bij onder andere welzijnsinstellingen, musea, sportverenigingen en onderwijsinstellingen.
Volgens directeur Louis Wüllschleger van de IZB past de moderne devotie „heel erg goed” bij de huidige missionaire context. „De bekende zendingstheoloog Chris Wright wees er onlangs nadrukkelijk op dat de kerk ten prooi kan vallen aan macht, geld, welvaart en succes, maar als volk van God nederig, oprecht en eenvoudig hoort te zijn. Dat sluit naadloos aan bij de moderne devotie.”
Volgens de directeur heeft juist die houding een belofte in zich, meer dan allerlei nadrukkelijke manieren om in de aandacht te komen.
„A Kempis gaf als raad ernaar te streven onbekend te zijn. Dat lijkt niet echt te passen bij een organisatie als de IZB, maar juist zijn boek wordt nu, na 600 jaar, nog steeds herdrukt en gelezen.”
Paulus
Cees van Dam gaf een bespiegeling op de thematiek als voorzitter van de circa 200 religieuze ordes en gemeenschappen die Nederland nog altijd rijk is.
Hij hoopte dat de „eigentijdse herneming” van het oude gedachtegoed vruchtbaar en relevant zou blijken te zijn. Wel wees hij erop dat succes niet maakbaar is, door de „taaiheid van de alledaagse werkelijkheid.”
Oude en nieuwe gemeenschappen hebben vaak de eerste christenen als ideaal. „Maar die periode wordt ook niet zo glad en romantisch beschreven. Paulus spreekt juist over het ene lichaam vanwege de worsteling van het omgaan met de verschillen.
Gemeenschap krijgt pas echt gestalte door de vervreemding heen die uitgaat van de ontmoeting met de ander. Het is een verbinding in gebrokenheid.”
Ook Steven Mudde van de EA gaf een voorzichtig signaal af dat beelden van een grote boom „ontmoedigend” kunnen zijn voor „kleine plantjes.” „Je hebt dromen en visioenen. Die krijg je van God. Je bent een profeet en ik zal er op mijn plek aan meedoen. Maar daal ook af van de weidse uitzichten van postmoderne devotie naar beneden in het dal.”
Steen des aanstoots
Ds. Klaas van der Kamp hoopte dat het boek „een steen des aanstoots” voor velen zou mogen zijn. „Dat is het begin van verandering.” De begrippen vrijheid en gemeenschap uit de ondertitel van het werk zorgen volgens de secretaris van de RvK voor een goede balans. „Het zijn polaire begrippen, die elkaar aanvullen en beperken. Zo was het bij Geert Grote ook. Vrijheid betekent verantwoordelijkheid en voor het horen bij een gemeenschap hoefde je nergens allerlei bepalingen te tekenen.”