Kerk & religie

Aanklacht

20 October 2003 07:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:39

Wij klagen u in ’s Heeren naam aan als schuldige zondaren. Dit zeg ik niet tot enige grove zondaren in het bijzonder, maar tot iedereen, tot kinderen, jongelingen, meerderjarigen en stokouden. In de naam van die God, Die het woord van Zijn knechten bevestigt en de raad van Zijn boden volbrengt, zullen wij u aanklagen en elke ziel beschuldigen.Nu zullen we wat wij tevoren gezegd hebben in het bijzonder op het gemoed van eenieder van u aandringen. We doen als de profeet Nathan bij David deed en zeggen: Gij zijt de man of de vrouw die, of het kind dat gezondigd heeft. De zaak waarvan wij u beschuldigen bestaat niet uit een kleine misdraging, die door een enkel woordje uitgewist kan worden. O, mocht het u eens bekend worden wat een kwaad er ligt in dat vervloekte ding van de zonde.

Wanneer wij horen spreken van zulke verschrikkelijke zaken als een beschuldiging en aanklacht in des Heeren naam tegen ons, dan verbeelden wij ons dat er een verschrikkelijke zaak zal volgen, dat ons een groot kwaad ten laste wordt gelegd. Maar nu vinden wij dat er niets tegen ons wordt ingebracht dan alleen dat wij zondaren zijn.

Wie is er geen zondaar? Er is niemand die het zal ontkennen. Dit is het algemene lot van allen. De bekering van de meeste mensen bestaat hier uit deze uitroep: Heere! wees ons genadig.

Thomas Halyburton, professor te St. Andrews (Het groot aanbelang der zaligheid, 1747)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer