Kerk & religie

Duitsland steekt miljoenen euro’s in herdenking Reformatie

Tientallen miljoenen euro’s steekt Duitsland, in de aanloop naar 2017, in de restauratie van locaties die herinneren aan Luther en de Reformatie. Hoe is het te verklaren dat een land waar de secularisatie zó heeft toegeslagen, hier zo veel geld voor overheeft?

A. de Heer
30 March 2013 15:13Gewijzigd op 15 November 2020 02:47
Dr. Martin Treu (l.) en dr. Christian Philipsen. Foto RD
Dr. Martin Treu (l.) en dr. Christian Philipsen. Foto RD

Laat helder zijn, zegt dr. Martin Treu, „als München was aangewezen voor de Olympische Winterspelen in 2018, dan was dit niet gebeurd – althans, niet in deze mate.”

„Nu ligt er een besluit van de Duitse regering en de Midden-Duitse deelstaten, dat het Reformatiejubileum dit decennium hét culturele evenement is waarop wordt ingezet”, vult dr. Christian Philipsen aan. Treu: „En daar ligt weer een parlementsbesluit aan ten grondslag.” Het heeft, veronderstelt hij, „ook iets te maken met het beeld dat Duitsland van zichzelf wil neerzetten: Duitsland als cultuurnatie.”

De beide kerkhistorici treffen elkaar in Wittenberg. Treu en Philipsen waren nauw betrokken bij de herinrichting en uitbreiding van respectievelijk het Melanchthonhuis in Wittenberg en Luthers sterfhuis in Eisleben. De twee musea werden vorige maand heropend. En voor de komende jaren staat er nog heel wat meer op stapel.

Belangrijk om op te merken, zegt Treu, „is dat Luther, en in zekere zin ook Melanchthon, niet zozeer als personen uit de kerkgeschiedenis, maar als figuren uit de cultuurgeschiedenis worden gezien. En als mensen –Luther natuurlijk vooral– die niet alleen van grote betekenis zijn geweest voor Duitsland, maar voor Europa als geheel.”

Het zegt verder wel iets dat de Luthersteden Eisleben en Wittenberg in 1996 op de lijst voor cultureel erfgoed van de VN-organisatie Unesco zijn terechtgekomen. „Ook daaraan zie je dat de publieke acceptatie groot is.”

Lutherdekade

”Lutherdekade” heet in Duitsland de periode tot en met 31 oktober 2017. Dit Lutherdecennium ging in september 2008 van start en is in volle gang. „Waarbij het tot op vandaag omstreden is of het een Lutherdekade is of een Reformationsdekade”, geeft Treu aan. „Prof. H. J. Selderhuis van Refo500 zegt: De Reformatie was meer dan Luther, en daar heeft hij gelijk in.”

In hoeverre wordt er samengewerkt met Refo500?

„Niet zozeer. Maar van concurrentie is geen sprake; ik zie beide veel meer als complementair, elkaar aanvullend. Wij zetten sterk in op Luther en de Luthersteden. Refo500 zegt: Jullie doen dat zo grondig dat wij beter kunnen focussen op andere aspecten van de Reformatie. Refo500 is verder op wetenschappelijk terrein erg actief; wij ook wel, maar wij richten ons ook sterk op toerisme. Lastig voor ons zijn daarnaast de vrije kerken –mennonieten, baptisten–, die Luther, Melanchthon, Calvijn sterk afwezen. Refo500 is als het daarover gaat opener.”

De Berlijnse historicus prof. dr. Heinz Schilling uitte onlangs scherpe kritiek op de manier waarop ‘2017’ wordt voorbereid. Hij vreest dat er, ook in de kerk, een beeld van Luther wordt geschapen „zoals wij hem graag gezien zouden hebben.”

Dr. Treu: „We moeten Luther begrijpen zoals hij zichzelf begrepen heeft. Luther was vanzelfsprekend vóór alles prediker van het Evangelie.

Anderzijds was hij meer dan dat, en dat gold voor de Reformatie eveneens. Luther heeft zich ook beziggehouden met de boerenoorlog, of met de plaats van de vrouw – om maar wat te noemen. En in de tijd van de Reformatie ontstonden bijvoorbeeld de dorpsscholen. Of neem de godsdienstvrede van Augsburg: het was een eerste poging om botsende waarheidsaanspraken niet meer met geweld uit te vechten, maar om via het recht tot een oplossing te komen.

Wat je tegelijk wel ziet, is dat mensen doorgaans echt niet meer geïnteresseerd zijn in hoe Luther aankeek tegen, bijvoorbeeld, Romeinen 13, waar Paulus schrijft over de overheid. Dat roept bij velen zelfs weerstand op. Maar dan hebben zij geen probleem met Luther, maar met de Heilige Schrift. Wat daarin staat, of hoe dat wordt uitgelegd, irriteert mensen.”

Bezoekers

Een niet gering deel van de bezoekers van de Lutherplaatsen komt uit het buitenland. „De grootste groepen zijn de Amerikanen”, constateert Philipsen. „Daarna mensen uit Scandinavië; vervolgens Nederlanders.”

Treu: „Maar je ziet ook steeds meer Japanners. Zij zijn vaak heel geïnteresseerd in de muziek van Bach en Luther. En er komen meer en meer bezoekers uit het zuidelijk halfrond: Latijns-Amerika, Afrika. Lange tijd was de Europese kerkgeschiedenis voor hen onlosmakelijk verbonden met het kolonialisme. Langzamerhand zie je dat veranderen. „Dit is ook ónze geschiedenis.””

Hoe verklaart u dat er niet véél meer Nederlandse bezoekers komen?

Philipsen: „Ik weet niet waar dat aan ligt. Misschien heeft het te maken met de strijd die er toch is geweest tussen gereformeerden en lutheranen.”

Desondanks is Luther ook in Nederland nog altijd geliefd.

„O ja?”

In heel wat kerken klinkt jaarlijks op 31 oktober, Reformatieherdenking, het Lutherlied.

„Nooit geweten. Hebben jullie een Reformatieherdenkingsdag?”

Treu: „Ja, dat wist ik. Alleen is dat dan geen officiële vrije dag, zoals je die in een deel van Duitsland hebt.”

Hebt u de indruk dat Luther als prediker in Duitsland nog geliefd is?

Treu: „Weinig, denk ik. Wél kennen heel wat mensen hem nog altijd als auteur van liederen. Maar zijn prediking…”

Wat hebt u zelf met Luther?

Treu: „Een van de dingen die me altijd weer treffen, is zijn prachtige taalgebruik. Luther schrijft soms hoogpoëtisch, en ironie en diepe ernst wisselen elkaar steeds af. Ik lees hem graag.”

Philipsen: „Mijn betrokkenheid bij Luther is eigenlijk meer formeel dan confessioneel. Ik vind dat daarom moeilijk te zeggen. Al vind ik zijn teksten ook vaak prachtig.”

Het blijft iets onbevattelijks houden dat het Midden-Duitsland van Luther, Melanchthon, Goethe, of Bach, óók een concentratiekamp als Buchenwald heeft geherbergd.

Treu: „Dit zijn vragen waar je niet uitkomt, waar ook geen eenduidige antwoorden op te geven zijn. Er is zoiets als contingentie: dingen gebéúren, in positieve en in negatieve zin; er zijn dingen die zich niet laten verklaren – hooguit achteraf, maar ook dan vaak niet. Waarom Hitler? Maar ook: waarom Napoleon? Waarom Mao Zedong?”

Dit is het slot van een drieluik naar aanleiding van de recente heropening van ”Luthers Sterbehaus” in Eisleben en het ”Melanchtonhaus” in Wittenberg. Eerdere afleveringen verschenen donderdag en vrijdag.

>>luther2017.de


Ouderlijk huis Luther in Mansfeld in 2014 heropend

De Slotkerk in Wittenberg, waar zowel Luther als zijn medestrijder Melanchthon begraven ligt, ondergaat momenteel een ingrijpende restauratie. Opdrachtgever is de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt.

Maar niet alleen de Slotkerk wordt gerenoveerd; ook de Stadtkirche, de andere grote kerk in de Lutherstad. Het slot zelf, nu nog een ruïne, moet in 2017 zijn herbouwd. Ooit woonde hier keurvorst Frederik de Wijze, Luthers „beschermende hand.” Het straks met een nieuwe vleugel uitgebreide slot moet onder meer een groot reformatieonderzoekscentrum gaan huisvesten, en het predikantenseminarie, aldus dr. Martin Treu, betrokken bij de Stiftung Luthergedenkstätten in Sachsen-Anhalt.

Maar er zijn nog meer projecten gaande. „Op dit moment wordt Luthers ouderlijk huis, in Mansfeld, gerestaureerd”, laat dr. Christian Philipsen weten. Ook hier komt een nieuw gedeelte bij, evenals bij het vorige maand heropende sterfhuis van Luther in Eisleben en het Melanchthonhuis in Wittenberg is gebeurd. Philipsen: „De familie Luther heeft maar kort in Eisleben gewoond, een halfjaar, van 1483 tot 1484. Daar is Luther geboren. Maar vervolgens vertrokken ze naar Mansfeld, 20 kilometer verderop.”

De Luthers kochten een grote woning, een stadsboerderij. Een deel daarvan staat er nog steeds. „En waar we op willen focussen, is ”Luthers Heimat”. Hoe zag het dagelijkse leven van Luther en het ouderlijk gezin eruit in de tijd dat hij in Mansfeld woonde? Want in Mansfeld heeft Luther zijn kinderjaren doorgebracht, is hij naar school gegaan, ging hij naar de kerk, ontving hij voor het eerst de communie, noem het maar op. Dus: we hebben nu Luthers geboortehuis, Luthers sterfhuis, en straks krijgen we er zijn ouderlijk huis bij.” De (her)opening staat gepland voor april 2014.

Vermeldenswaard, zegt Philipsen, is verder het Cranachjaar in 2015. „De schilder Lucas Cranach de Jongere werd op 4 oktober 1515 geboren. In 2015 is dus zijn 500e geboortedag, en in de Lutherdekade is het jaarthema dan ”Reformatie en beeld”. In Eisleben en Wittenberg zullen dan verschillende tentoonstellingen worden gehouden.”

Het jaar erop zal er op verschillende plaatsen in de Verenigde Staten en Zuid-Korea een grote tentoonstelling over Luther worden gehouden. „Deze zal onderdelen bevatten van wat we nu in de Lutherhuizen tonen, en ook archeologische vondsten tonen die in Mansfeld zijn gedaan.” Philipsen: „Nog werk genoeg, al met al.”


95 stellingen

Over de vraag of Luther zijn 95 stellingen daadwerkelijk op 31 oktober 1517 heeft aangeslagen op de deur van de Wittenbergse slotkerk woedt sinds de jaren zestig een fel debat. De rooms-katholieke Lutheronderzoeker Erwin Iserloh constateerde in 1961 dat Luther zelf deze datum nergens noemt – en concludeerde daaruit dat er van een ”Thesenanschlag” helemaal geen sprake is geweest.

In 2006 mengde dr. Martin Treu zich in deze discussie. Wat hem betreft, zijn er zeker wél bewijzen voor de historiciteit van 31 oktober 1517. In de bundel ”Luthers Thesenanschlag – Faktum oder Fiktion” wijdt hij er een hoofdstuk aan. Treu (her)ontdekte een notitie van de hand van Luthers secretaris Georg Rörer, die ergens schreef (vertaald): „Aan de vooravond van Allerheiligen in het jaar onzes Heeren 1517 zijn door doctor Martin Luther stellingen over de aflaat aan de deuren van de Wittenberger kerk aangeslagen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer