Overheidstekort slinkt tot 4,1 procent
DEN HAAG (ANP) – Het overheidstekort van Nederland is vorig jaar gedaald tot 4,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp). De staatsschuld groeide tot 71,2 procent. Dat maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag bekend.
Het tekort is daarmee lager dan in 2011, toen het verschil tussen de uitgaven en de inkomsten van de overheid 4,5 procent van het bbp besloeg. Het is echter iets groter dan het Centraal Planbureau (CPB) voorspelde. In de jongste raming ging het CPB uit van een tekort van 4 procent.
De overheidsuitgaven namen vorig jaar licht toe en waren 24 miljard euro hoger dan de inkomsten. Vooral de uitgaven voor de langdurige zorg (AWBZ) stegen fors. Daarnaast zorgde de stijgende werkloosheid ervoor dat er 800 miljoen euro meer geld werd uitgegeven aan uitkeringen dan in 2011. De uitgaven aan de basiszorgverzekering bleven voor het eerst in jaren stabiel, terwijl de uitgaven aan overheidsinvesteringen, salarissen en subsidies daalden.
De staatsschuld groeide met 33 miljard euro tot 428 miljard euro. Door de bijdragen van Nederland aan de noodfondsen voor de eurolanden steeg de schuld sterker dan het tekort. Aan de andere kant ontving de Staat 1 miljard euro terug van de staatssteun die in de financiële crisis aan ING werd verleend.
Het tekort en de schuld van Nederland overschreden vorig jaar voor het vierde achtereenvolgende jaar de Europese normen. Die schrijven voor dat het tekort maximaal 3 procent mag bedragen en dat de staatsschuld moet worden beperkt tot 60 procent van het bbp.