Stil worden voor Syrië op gebedsavond in Voorthuizen
VOORTHUIZEN – „Hoe lang nog, Heere? De verschrikkingen in Syrië nemen toe. Laten we stil worden in deze Stille Week.”
Dat zei Kees Jan Rodenburg, directeur van Near East Ministry (NEM), maandagavond tijdens een door de NEM georganiseerde gebedsavond voor Syrië in het kerkgebouw van de Nederlands gereformeerde kerk van Voorthuizen. De bijeenkomst kenmerkte zich door zachte muziek, stilte en gebed.
In zijn welkomstwoord merkte Rodenburg op dat er in Nederland nog altijd geen grote actie op gang gekomen is voor hulp aan Syrië, terwijl de humanitaire nood in het land groot is.
Ds. S. H. Hiemstra van de plaatselijke Ichthuskerk vertelde over een fietstocht door Syrië in de jaren negentig van de vorige eeuw. De mensen waren er vriendelijk voor hem. In Daraa deed ieder zijn best om hem de weg naar een hotel te wijzen. „Nu lees ik dat Daraa mogelijk met de grond gelijkgemaakt is. Dat doet pijn. Wat is er geworden van al die mensen die me zo vriendelijk hielpen?”
Sam Louis, die sinds dertien jaar in Nederland woont, vertelt over zijn familie, die voor een deel in Syrië woont. Hij zag onlangs foto’s van de wijk in de stad Homs waar hij gewoond heeft en waar nu hele woonwijken en vele kerken verwoest zijn. De media berichten volgens hem niet altijd eerlijk over de situatie in Syrië. Zo zag hij op televisie een demonstratie in een Syrische stad, die daar volgens hem toen niet heeft plaatsgevonden. Hij vroeg zich ook af waarom de media geen aandacht besteden aan de Nederlandse priester Francis van der Lugt, die, samen met zeventig anderen, al tien maanden in een klooster is opgesloten. Louis meent dat de dialoog, die volgens hem hard nodig is, steeds verder uit het zicht raakt. „De Arabische lente heeft tot nu toe alleen maar haat en wraak opgeleverd”, zegt hij ervan. Hij vroeg de aanwezigen ook voor moslims te bidden. Vroeger had hij veel goede vrienden onder hen.
Chris Wiggers van de stichting Hulpgoederen Syrië deed verslag van een reis naar Syrië begin dit jaar, waar hij goederen in een vluchtelingenkamp gebracht heeft. Hij toen wat de mensen nodig hadden en haalde op hun verzoek medicijnen, babykleren, ondergoed en stomazakken vanuit Turkije. „We hebben echt kunnen helpen. Ik wil snel terug.”
Arnold van Heusden, oud-directeur van de Evangelische Alliantie, vertelde over een ontmoeting in Hellevoetsluis met een Syrische voormalige rechter, die nu archivaris is. „De man kwam uit de oudste christelijke kerk van de wereld, waar men de taal van Jezus sprak. Hij zei dat de christelijke kerk in Syrië aan het sterven is.” Ook Van Heusden vreest dat de Arabische lente kan overgaan in een winter.
Ds. H. van der Velde van de plaatselijke Nederlandse gereformeerde kerk gaf aan dat hij aan broeder George, een Syrische evangelist in Amsterdam, gevraagd had waarvoor hij zou moeten bidden. Diens antwoord was: „Ik weet het niet. Er zijn alleen verliezers. Het wordt voor christenen nog moeilijker als het regime van Assad valt. Bid dat we trouw mogen blijven.”
Ds. Van der Velde: „We bidden dat onze broeders en zusters in Syrië in de voetstappen van Jezus zullen treden. Het was een verwarrende bijeenkomst. We weten niet wat te bidden en leggen alles in de handen van de Heere.”
Ten slotte is er muziek. „Hoe lang nog Heere gaat het geweld door?”