Zonde
Gods wet eist van ons niet alleen heilige woorden en heilige daden, maar daarenboven dat de toestand van ons hart heilig is. Indien wij hierin tekortkomen, zondigen wij ook.De zonde bestaat uit het overtreden van de wet. De Heere verbiedt deze en gene zondige daden. Zondigen is een verachting van Gods gezag. De zonde vloeit voort uit een verborgen vijandschap van het hart tegen de Almachtige. Het kan zijn dat de mensen zo blind zijn dat ze dat niet zien. Maar in de ogen van God is het verbreken van Zijn wet of het verwerpen ervan een en dezelfde zaak. De zonde is in de ogen van de meeste mensen een geringe zaak. Maar hoe geheel anders wordt het wanneer de zonde door het rechte licht van het geloof wordt gezien. Want door het zondigen vertreden wij Gods goedheid, heiligheid en gezag en trachten wij Hem van Zijn Godheid te beroven.
De zonde is een bevlekking van de ziel en een besmettende zaak. Zij berooft de ziel van haar schoonheid, waardoor deze in de ogen van God walgelijk en gruwelijk wordt. „Doet toch deze gruwelijke zaak niet, die Ik haat”, zegt de Heere in Jeremia 44:4. De staat van een mens van nature wordt vanwege deze besmetting in Ezechiël vergeleken met een ellendig eerstgeboren kind, in zijn walgelijkheid geworpen op de vlakte van het veld.
Thomas Halyburton, professor te St. Andrew (Het groot aanbelang der zaligheid, 1747)