Dijsselbloem ontkent dat hij het woord blauwdruk (template in het Engels) heeft gebruikt in interviews met persbureau Reuters en de Financial Times. Hij zei bij Pauw en Witteman dat hij het woord template niet eens kende.

„Nee, helemaal niet”, antwoordde Dijsselbloem verder op de vraag of hij spijt had van zijn interviews maandag. Hij hield zijn analyse over de aanpak van problemen in de financiële sector overeind. Daarin wordt bij banken in problemen eerst gekeken naar de bank zelf, vervolgens naar aandeelhouders en obligatiehouders of desnoods naar mensen met een spaartegoed boven 100.000 euro.

„Dat is een te verdedigen route. Dat vindt de financiële sector niet fijn om te horen, maar problemen moeten we leggen daar waar ze horen.” En dat is volgens Dijsselbloem niet in eerste instantie bij de belastingbetaler, maar bij partijen die de risico’s hebben genomen.

Dijsselbloem zei ook dat de Laiki Bank niet meer te redden was en hoe dan ook failliet was gegaan. Spaarders waren dan al hun geld kwijt geraakt, nu is de eerste 100.000 euro nog gegarandeerd. Ook de Bank of Cyprus was feitelijk failliet, maar die bank is nu gered. Ook hier zijn spaartegoeden boven 100.000 euro onzeker.

Cyprus is volgens de minister en eurogroepvoorzitter een uitzonderlijk geval, reden waarom de eurogroep uitzonderlijk ver is gegaan met het aanspreken van spaarders. Dijsselbloem ontkende dat hij een link heeft gelegd met andere kleine eurolanden met een grote financiële sector.

Dijsselbloem: „Ik blijf overeind houden dat ook wij politici open moeten communiceren over de aanpak van terugkerende problemen in de financiële sector. Dat doen we niet ad hoc. Het is niet ‘we doen maar wat’. We zoeken een weg waarbij de risico’s daar neerleggen waar ze horen. We hopen dat de risico’s kleiner worden en banken bewuster omgaan met risico’s. Dat is een vraag die banken in Cyprus zich 10 jaar geleden hadden kunnen stellen.”

Dijsselbloem verwacht geen bankrun op Cyprus de komende dagen. Het in de eurozonelanden gegarandeerde spaartegoed van 100.000 euro noemde hij „uitdagend.” Op termijn zou dat bedrag moeten zakken, maar naar welke hoogte is een discussie die we nog „even in de ijskast moeten houden”, aldus de minister, totdat de eurzone zich in rustiger vaarwater bevindt.