M. (25) en T. (24) willen geen verklaring afleggen. Toch deed York M. enkele uitspraken. Hij beschouwt zichzelf als beroepscrimineel en zei de rechtbank dat hij al jaren op een dodenlijst staat. Hij is daarvoor gewaarschuwd door de politie en ziet zich er door genoodzaakt gewapend door het leven te gaan. Waarom M. op die lijst staat, is hem niet duidelijk.

De aanslag op het gerechtsgebouw vond plaats in de nacht van 20 op 21 september 2011. De granaat sloeg een gat in de muur van het gebouw, door de klap sneuvelde een aantal ruiten. Twee in het gebouw aanwezige bewakers bleven ongedeerd.

De politie kwam York M. op het spoor door een vingerafdruk op een vuilniszak die in de buurt van het gebouw werd gevonden. In de zak zou de lanceerbuis zijn vervoerd.

De vermoedelijk bij de aanslag gebruikte lanceerbuis werd door duikers van de marine opgevist uit de Zuideramstel, niet ver van het gerechtsgebouw. Justitie en politie maakten dit pas bekend nadat de recherche de woning van York M. had voorzien van afluisterapparatuur. De hoop was dat over de vondst zou worden gesproken - dat pakte ook zo uit.

De politie arresteerde York M. op 6 januari. In de (gestolen) auto die hij op dat moment bestuurde, vonden agenten de sleutel van de (eveneens gestolen) motorscooter die waarschijnlijk bij de aanslag is gebruikt. Tijdens de doorzoeking van M.’s woning nam de politie een laptop in beslag. Onderzoek wees uit dat M. op internet belangstelling had getoond voor de aanslag. M: „Ik vind het een interessante zaak, er was veel publiciteit over. Ik heb er wel eens op gegoogeld, dat is niet verboden.”

Op Omar T. heeft de politie twee undercoveragenten ingezet, die met hem aanpapten. Zij worden volgende week als getuige gehoord.