Ds. Van Wijnen: Jongere zit niet alleen op Facebook
EDE – „We denken dat jongeren alleen bezig zijn met internet, met Facebook. Dat is niet het hele verhaal. Jongeren zoeken gemeenschap en nabijheid.” Dat zei ds. H. J. van Wijnen zaterdagmorgen tijdens de algemene ledenvergadering van de Federatie van Diaconieën in Ede.
Ds. Van Wijnen, werkzaam als predikant in algemene dienst bij het Dienstencentrum van de Protestantse Kerk in Nederland, sprak voor zo’n zeventig diakenen over het thema ”Jeugd en diaconaat”. Hij ondersteunde zijn betoog met een powerpointpresentatie. Aan de hand van twee afbeeldingen illustreerde hij de maatschappelijke veranderingen die hebben plaatsgevonden. Op de eerste afbeelding zitten vijf mensen naast elkaar op de bank naar een ouderwetse televisie te kijken. De tweede afbeelding toont iemand die in zijn eentje in een leunstoel voor een breedbeeldtelevisie zit. „Vroeger was het vanzelfsprekend dat mensen dingen in groepsverband deden. Nu doen mensen hun eigen dingen op hun zelfgekozen tijdstip.”
Een gevolg hiervan is dat de identiteit van jongeren niet meer één geheel is, zo vervolgde de inleider. Hij legde uit dat jongeren in verschillende werelden leven, zoals gezin, vrienden, muziek en media, school en buurt. „En, o ja, de kerk is ook nog ergens. Voor veel jongeren is de kerk helemaal geen issue meer. De kerk, dat is iets van opa en oma, van vroeger.”
Minder aanwezig
Een gevolg van de meer individuele leefwijze van jongeren is dat ze in de kerk minder aanwezig zijn. „Jongeren zijn niet meer zichtbaar in de dienst, dat loopt door tot veertigers. De kerk wordt een zaak van vijftigers en zestigers, ik zet het een beetje scherp neer.”
Een ander gevolg is dat jongeren minder hebben met het geloof. „Jongeren vinden het geloof iets wat moeilijk te begrijpen is.” De predikant vroeg zich af of daarachter niet een diepere kloof zit. „Hebben we niet de geloofsinhoud en de geloofsbeleving te ver uit elkaar gehaald? Is het nog werkelijk een geloof dat geleefd wordt, en voorgeleefd wordt?”
Het werkt volgens ds. Van Wijnen, die promotieonderzoek doet naar de geloofsbeleving in kleine groepen van jongeren, niet om jongeren als het ware binnen de bestaande kerkelijke structuren te trekken. Anderzijds wees hij erop dat het beeld dat jongeren puur individueel bezig willen zijn, eenzijdig is.
„Jongeren zijn op zoek naar groepen waar ze bij willen horen, naar waarden en normen. Sterker nog, ze hunkeren er naar. Ze hebben in een multiculturele samenleving behoefte aan een eigen identiteit. Zij verlangen naar nabijheid en echtheid.”
Het is van belang gebruik te maken van de spontane verbanden waarin jongeren zich organiseren, zo vervolgde de predikant. „We denken dat jongeren alleen bezig zijn met internet, met Facebook. Dat is niet het hele verhaal. Jongeren zoeken gemeenschap en nabijheid. Jongeren zoeken elkaar op, hebben behoefte aan contact met elkaar, daar gaat het voor hen juist om.”
Op de vraag op welke wijze jongeren vanuit een diaconaal perspectief bij de gemeente kunnen worden betrokken, antwoordde ds. Van Wijnen: „Ga op zoek naar de kracht die al in groepen van jongeren ligt. Jongeren willen iets doen voor anderen. In hun ontwikkeling is dat een fase, dat ze ontdekken dat er anderen zijn die iets nodig hebben.”
Hij riep ertoe op om diaconale vorming op te nemen in het geheel van het gemeentelijk leven, in de kerkdiensten, de catechese en tussen de generaties. „De sfeer in de kerkdienst en die in het jeugdwerk moet niet uit elkaar groeien, bijvoorbeeld doordat in het jeugdwerk uit Opwekking wordt gezongen en in de kerkdienst psalmen.”
Bewustwording
Verder wees ds. Van Wijnen op het belang van bewustwording, door jongeren te laten zien wat er in de omgeving van de kerk gedaan wordt om nood te lenigen. Hij benadrukte dat betrokkenheid van jongeren niet in één keer is te organiseren. „Het is ook met elkaar op reis gaan. Jullie als diakenen zouden eigenlijk de reisleiders moeten zijn.”
Tijdens de discussie werd gesteld dat diaconieën radicaal moeten kiezen voor jongeren. In zijn reactie zei ds. Van Wijnen dat diaconieën met jongeren moeten samenwerken, zonder daarbij hun kerkelijke afkomst te verloochenen.