Koning zonder militaire rang uitzondering in Europa
DEN HAAG – Koning Willem-Alexander heeft straks geen militaire rang meer. Daarmee vormt hij een uitzondering ten opzichte van zijn Europese collega’s.
Dat blijkt uit een inventarisatie die deze krant heeft gemaakt. De koningen van Zweden, Noorwegen, Spanje, België, de koninginnen van Engeland en Denemarken en de groothertog van Luxemburg zijn allemaal opperbevelhebber van de strijdkrachten. De koningen en de groothertog hebben ook allemaal de rang van admiraal of generaal.
Het gaat om een eretitel. De vorsten kunnen in geen van de landen zelf het leger commanderen. De uiteindelijke bevoegdheid ligt in alle landen bij regering en parlement. Dat neemt niet weg dat de mannelijke monarchen in Europa –met uitzondering van Willem-Alexander– wel allemaal de hoogste militaire rang(en) hebben.
Ook in het Nederlandse leger zijn officieren die het opmerkelijk vinden dat Willem-Alexander als koning geen militaire status meer heeft. Een viceadmiraal buiten dienst van de marine noemt het verrassend. Bij sommige marineofficieren leefde de hoop dat de oude rang van admiraal weer nieuw leven zou worden ingeblazen.
Ook historische gezien is het besluit om Willem-Alexander geen hoge officiersrang te geven nieuw. Zijn mannelijke voorgangers waren allemaal nauw aan het leger verbonden en hadden hoge officiersrangen. Wel is het zo dat ook de koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix geen generaals- of admiraalsrang hadden.
De prins zelf stelde recent in de Defensiekrant dat hij zijn militaire status moet neerleggen: „Aangezien de Koning behoort tot de Nederlandse regering, kan ik geen actief dienend militair meer zijn.” Onduidelijk is waarom de koning geen militaire rangen met de aanduiding reserve heeft kunnen houden.